blog | werkgroep caraïbische letteren

Ismene over voorlezen

door Ismene Krishnadath

Voorlezen voor aanstaande juffrouwen vind ik altijd fijn. Voor mij een keuze als ik relaxt te werk wil gaan. Je ziet de dames genieten en hebt alle hoop dat ze ook hun leerlingen later zo willen verwennen.

Soms ga ik voor de uitdaging. Dan zou ik willen voorlezen aan jongens van het eto (eenvoudig technisch onderwijs) of lto (lager technisch onderwijs). Ik zou ze zover willen krijgen dat ze aan mijn lippen hangen. Dat betekent dat ik een onderwerp moet zoeken dat hen kan pakken en qua techniek moet ik het voorlezen combineren met vertellen.

Verder komt, als ik denk aan voorlezen, het gemoedelijke plaatje van mijn oma in beeld, die mijn opa voorlas uit de krant, ’s middags of in de vooravond. Mijn oma was niet zo’n discussiant, maar zelf zou ik na het voorlezen willen napraten over de inhoud. Kranten zijn een onuitputtelijke bron van discussiestukken en zo gemakkelijk voorhanden.

Voorlezen voor kinderen en kleinkinderen vind ik een must, wil ik iedereen aanraden, maar dan van leuke boeken, waarbij gezellig over het verhaal en de plaatjes gekletst kan worden. Anders vrees ik dat de ouders eerder in slaap vallen dan het kind, zoals met mij gebeurde toen ik mijn jongste zoon, hij was toen een jaar of vier, voor het slapen gaan probeerde voor te lezen uit een moeilijk geschreven boek met verhalen van Karl May.

[uit de Ware Tijd Literair, 26 februari 2011]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter