blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Chattaal: een nieuwe vorm van communicatie

door Hilde Neus & Sharmila Soebedar

Op woensdag 13 juli jl. hield mw. Reinhild Vandekerkckhove een presentatie over ‘chattaal’ in het IGSR gebouw aan de Leysweg. De titel van de lezing was: Tussen ‘local’ en ‘global’. Het jonge Nederlands van Vlaamse chatters. Vandekerkckhove is hoofddocent aan de Universiteit van Antwerpen en lid van de Raad van de Nederlandse taal en letteren.

reinhild vandekerckhove

Reinhild Vandekerckhove

Zij is gelieerd aan de Nederlandse Taalunie, en in deze hoedanigheid bracht zij een bezoek aan Suriname. Dat was ook de reden waarom de coördinatoren van de master ‘Nederlandse taal en cultuur’ haar hebben uitgenodigd voor deze avond. Vandekerckhove wist de goed gevulde zaal te boeien met de inhoud van haar onderzoek. Eerst schetste ze kort de taalontwikkeling in België, waar het Frans vooral door de bovenlaag werd gesproken. Tussen 1950 en 1980 is er campagne gevoerd voor het gebruik van het ABN op basis van de Nederlandse standaardtaal. Men zou dus slager moeten zeggen in plaats van ‘beenhouwer’. Begrijpelijk dat deze actie niet erg succesvol was. In Vlaanderen wordt gewoon Vlaams gesproken, een eigen variant van het Nederlands.
De groep die in dit onderzoek werd gevolgd, bestond uit jongeren uit verschillende regio’s en van diverse schooltypen. De spontane interactie is gemeten. Vandekerckhove gaf aan dat het materiaal verzameld is tussen de jaren 2007 en 2013 en dat er gebruik is gemaakt van Facebook-, WhatsApp- en msn-berichten. Het onderzoek ging uitsluitend over informeel spontaan online taalgebruik van de jongeren. Het bleek dan ook dat Facebook het meest populaire communicatiemedium is onder de Vlaamse jongeren. De jongeren kwamen uit de middenklasse, die schoolgaat op het Algemeen Secundair Onderwijs in diverse provincies in Vlaanderen. Nu is er een nieuw project uitgezet dat jongeren volgt (2015-2016) die op diverse schooltypen (het beroepsonderwijs voor zowel hoge als lagere niveaus) zitten, uit de regio Antwerpen. Deze zijn gemakkelijker bereikbaar.

 

Taal (2)
Het materiaal van het onderzoek bestaat uit ruim twee miljoen tokens, dit zijn tekens die ingevoerd worden op het medium, met daartussen steeds een spatie. Dus bijvoorbeeld w8, sccs, txt of een smiley of andere emoticon. Deze tekens werden in een door de universiteit ontworpen computerprogramma gegoten waardoor er een aantal conclusies getrokken konden worden. Zoals de frequentie van het gebruik van bepaalde tokens. Maar ook bijvoorbeeld of er veel gebruik wordt gemaakt van het Engels. Dit kan vrijwillig: dus eigen keuze van de jongere. Of het kan een onvrijwillige invoeging betreffen: bijvoorbeeld namen, titels of een begrip als Facebook. Jongeren weten op de nieuwe media ook heel goed hoe ze mensen uit een sociale doelgroep aanspreken. Contact tussen jongeren geschiedt heel anders dan dat met bijvoorbeeld een leerkracht. Leuk is ook dat het Vlaams bepaalde tokens oplevert. Zou dat in Suriname ook zo zijn? En dan bepaalde talen per etnische groep? De meest interessante conclusie was dat de chattaal weinig of geen invloed heeft op de schooltaal. Er wordt niet slechter geformuleerd of gespeld. Dit is leuk om te weten, omdat in Suriname dit ook speelt. Sharmila Soebedar doet nu onderzoek in het kader van de studie mo B Nederlands naar dit onderwerp. We zijn benieuwd of haar conclusies zullen overeenkomen met die van Vandekerckhove. De lezing was in ieder geval erg inspirerend.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter