blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Journalistiek & Nieuwe media

Krasse Knarren

Videoportret van Noraly Beyer en Walter Zinzen

Op de eerste zomerdag van dit jaar presenteerde deBuren de eerste aflevering in de reeks Krasse Knarren: Oud Nieuws? in de Beursschouwburg in Brussel. In deze aflevering gingen Noraly Beyer (oud-nieuwslezer NOS) en Walter Zinzen (voormalig presentator en verslaggever VRT) in gesprek met Annelies Beck. Zij vertelden aan de hand van fragmenten over hun ervaringen en gaven ook hun visie op de berichtgeving van vandaag de dag.

Een aantal jaren geleden begon deBuren met een reeks ontmoetingen onder de noemer ‘Krasse Knarren’, een titel die is ontleend aan de bekendste oudere jongeren in Nederland: Kees van Kooten en Wim de Bie. Ontmoetingen met oud-politici als Willy Claes & Jan Pronk en sportlegendes als Jan Janssen & Herman Vanspringel bleken een groot succes.

Dit jaar werd besloten om de reeks nieuw leven in te blazen, dit keer met bijzondere gasten die hun sporen hebben verdiend in de journalistiek. In Krasse Knarren:Oud Nieuws blikken oud-nieuwslezers en nieuwsmakers vanuit de wijsheid van hun lange loopbaan terug en vooruit. In navolging op de zomeravond met Noraly Beyer en Walter Zinzen, geven wij op 8 november het woord en beeld aan Aad van den Heuvel en Paul Muys.

Klik hier voor een interviewfilmpje

[bericht van deBuren, 28 juni 2011]

The making of Ronnie Brunswijk in Nederlandse media (1)

door Ellen de Vries

‘De binnenlandse oorlog in Suriname was als oorlogsverslaggever een van mijn mooiste reizen. Het was een bijna zwart-wit verhouding. The good guy tegen de bad guy’, zei Arnold Karskens, doorgewinterd oorlogsjournalist, tijdens de presentatie van zijn boek Rebellen met een reden eind oktober 2009 tegen de Wereldomroep. In die Binnenlandse Oorlog (1986-1992) – zoals de strijd tussen Ronnie Brunswijk en voormalig bevelhebber van het Nationaal Leger Desi Bouterse genoemd wordt – was Bouterse in de ogen van Karskens the bad guy. ‘Want Desi Bouterse was natuurlijk verantwoordelijk voor veel doden in Suriname.’ De strijd van Brunswijk was wat Karskens betreft ‘een rechtmatige strijd tegen de dictatuur’ [i] En vóór terugkeer van de democratie. Niet iedereen zal het met Karskens eens zijn geweest. Sommigen – ook buiten de kring van Bouterse-getrouwen – menen dat de Binnenlandse Oorlog het democratiseringsproces dat kort daarvoor in gang was gezet, juist verstoorde![ii]

Met zijn uitspraak bevestigde Karskens het beeld dat er bestaat van partijdigheid van het Nederlandse journaille bij de Binnenlandse Oorlog. Tijdens de gesprekken die ik voerde voor mijn boek Suriname na de Binnenlandse Oorlog kreeg ik het verwijt vaak te horen. Zo wilde ex-commandant Henk Roy Matui – Mato – wel praten over de reden waarom de Tucayana Amazones zich mengden in de strijd tussen Bouterse en Brunswijk, maar niet voordat hij zijn hart had gelucht. Hij vond: de Nederlandse media maakten Brunswijk ‘groter’ dan hij was (De Vries 2005:133).

Henk Herrenberg (1988:14, 27-28), voormalig minister van Buitenlandse Zaken en vertrouwenspersoon van Bouterse, beschuldigde Nederlandse media er zelfs van een ‘burgeroorlog’ te hebben gepropageerd. Door gewapende acties aan te moedigen zouden de media de ‘agressie-daden van de gewapende bende van de Redi Moesoe Ronnie Brunswijk’ gerechtvaardigd hebben. Volgens Herrenberg was het niet toevallig dat Brunswijk wel eens een rode baret droeg. Met Redi Musu (moderne spelling, letterlijk: roodmuts) verwees Herrenberg naar vrijgemaakte slaven, die in de achttiende en negentiende eeuw in opdracht van het Nederlandse gouvernement met rode hoofddeksels getooid, jacht maakten op gevluchte slaven die zich in het oerwoud hadden gevestigd en vandaar uit plantages overvielen. Redi Musu stond voor Herrenberg gelijk aan verrader.

Ook uit andere hoeken kwam commentaar. De Nederlandse onderzoekers Wim Hoogbergen en Dirk Kruijt (2005:272) stelden in De oorlog van de sergeanten. Surinaamse militairen in de politiek onverbloemd: ‘De Nederlandse pers is gedurende de hele oorlog extreem pro-Brunswijk geweest […].’ Ook de Surinaamse wetenschapper Marten Schalkwijk (1994:173) hekelde in Suriname. Het steentje in de Nederlandse schoen de vooringenomenheid van de Nederlandse pers. Journalist Nita Ramcharan (2008:189) wees in K’ranti! De Surinaamse pers 1774-2008 met de vinger naar Nieuwe Revu, die ze eenzijdigheid in de berichtgeving verweet.

[vervolg, klik hier]

[overgenomen met toestemming van Oso, jrg. 30, 2011, nr. 1, ook verschenen op de site van Rozenberg http://rozenbergquarterly.com/ ]

Wereldomroep houdt 14 (van de 46) miljoen over

De Wereldomroep houdt 14 miljoen euro over van de 46 miljoen die er nu nog als jaarlijks budget is. Dat heeft het kabinet vandaag bekendgemaakt. De Wereldomroep gaat ondertussen actievoeren. Komende maandag maakt het een dag lang radio vanaf het Plein in Den Haag.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken neemt de betaling over van het ministerie van Onderwijs en Cultuur. Ruim 6 miljoen euro komt voortaan uit het potje voor ontwikkelingshulp (ODA-gelden), zei minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken vandaag na afloop van de ministerraad.

De omroep zou zich alleen nog mogen richten op het bieden van betrouwbare en onafhankelijke informatie aan mensen in landen zonder vrije pers. Programma’s voor vakantiegangers en vrachtwagenchauffeurs moeten stoppen.

De Wereldomroep is het daar niet mee eens. De omroep komt aanstaande maandag dus met een speciale protestuitzending vanaf het Plein in Den Haag. Voor de ingang van de Tweede Kamer doen de tien taalredacties van de Wereldomroep op de radio verslag van het mediadebat in de Tweede Kamer.

Extra frequentie
Prominenten uit de politiek, media- en cultuurwereld schuiven tijdens de extra uitzending aan om te discussiëren over de waarde van de Wereldomroep. De Wereldomroep zet een extra frequentie in, waardoor de uitzending van 8.00 uur – 14.00 uur eenmalig ook in Nederland te beluisteren is via 1296 AM. Daarnaast is de uitzending via www.wereldomroep.nl, satelliet en korte golf te beluisteren.

Tijdens de uitzending wordt ook op Facebook, Twitter en via de eigen websites verslag gedaan van de gebeurtenissen in het mediadebat en op het Plein bij de radiostudio.

[Trouw, 24 juni 2011]

Nieuwslezeres Brigitte Bodeutsch op IK Magazine

door Steven Seedo

Paramaribo – Brigitte Bodeutsch (32), nieuwlezeres van de televisiezender ATV is een familiemens. Haar familie is heel erg belangrijk voor haar. Ze voelt zich het best wanneer ze met haar huisgenoten samen is. “Ze kunnen te allen tijde op mij rekenen wat andersom ook het geval is”, vertelt ze.

lees verder…

Helman in Spanje

De Spaanse Burgeroorlog begon in 1936 toen de fascistische generaal Franco in opstand kwam tegen een legaal tot stand gekomen linkse regering. Wie in de wereld links was, ging naar Spanje om aan de zijde van de antifascisten meet te vechten, met wapens of met de pen. De Surinaamse auteur Albert Helman (pseudoniem voor Lou Lichtveld) was een van hen, net als Hemingway, Malraux en Jef Last. Verslagen en beschouwingen van zijn hand zijn bijeengebracht in dit boek dat oorspronkelijk in 1937 uitkwam en nu is heruitgegeven. Het is geschiedenisles van literair niveau. Zo leren we dat ook in Spanje links zichzelf de das omdeed door onderlinge verdeeldheid tegenover het fascisme. In een informatief nawoord van Michiel van Kempen wordt het ‘naief idealisme’ van de felle antifascist Lichtveld toegelicht; de goedbedoelende ooggetuige rekende in 1937 nog op een antifascistische overwinning. Dat doet aan de waarde van zijn nauwgezette observaties niets af. Hij was erbij toen slecht georganiseerde verworpenen der Spaanse aarde de wapens opnamen en een gehate pastoor ter dood veroordeelden, terwijl aan de andere kant pro-Franco bisschoppen aflaten afkondigden voor elke omgebrachte marxist.

Albert Helman, De sfinx van Spanje. Beschouwingen van een ooggetuige. Uitgeverij Schokland, 172 blz. € 22,90. ISBN 978-90-816628-1-9.

[uit Vrij Nederland, 9 juni 2011]

In de ban van de Bosgeest

In het najaar 2011 verschijnt bij uitgeverij Conserve In de ban van de Bosgeest – Ontmoetingen met Panini van Deryck J.H. Ferrier.

Is het droom, mysterie of toeval? Anana, ook wel Panini genoemd, is de kosmische grootmacht die volgens de Akarani-indianen van het Acaraïgebied in Zuidwest-Suriname het gebeuren in de Natuur beheerst. Volgens de Akaranies schiet Panini de mens te hulp op onverwachte momenten, waarbij hij zich volkomen vereenzelvigt met de Natuur. Het verhaal van Deryck Ferrier speelt zich grotendeels af in de bossen in het binnenland van Suriname. Daar gaat hij met een veldploeg van zijn bureau op pad en maakt enkele vrijwel onverklaarbare gebeurtenissen mee. Het verhaal geeft o.m. een beeld van de opvattingen van de Indianen en anderen over leven en werken en voorwaarden voor de aanvaardbaarheid van werkgelegenheid in en buiten het tropisch regenwoud en in en buiten Suriname.

Tussen de bedrijven door leidt het optreden van Panini tot spannende belevenissen. Is het bijgeloof of werkelijkheid? En zijn de op elkaar volgende gebeurtenissen louter toe te schrijven aan toevalligheden? Dat zijn de grote vragen. Het verhaal doet uit de doeken hoe Ferrier en zijn metgezellen in en buiten het tropisch regenwoud van Suriname Panini mochten ervaren.

Deryck J.H. Ferrier (Paramaribo, 1933) is de oudste zoon van Johan Ferrier. Hij is socioloog en landbouwkundige en in het dagelijks leven directeur van het Centrum voor Economisch en Sociaalwetenschappelijk Onderzoek – CESWO – in Paramaribo. Hij is vooral bekend in zijn hoedanigheid als sociaalwetenschappelijk onderzoeker van de Surinaamse samenleving en heeft een lange staat van dienst als coördinator en manager van diverse veldactiviteiten, waarover hij graag vertelt.

Prijs: E 19,99
NUR: 301
ISBN: 978 90 5429 325 5
Verschijnt: oktober-november 2011
Formaat: 12,5 x 20 cm
Uitvoering: gebrocheerd
Omvang: 300 pagina’s
Vormgeving: Edd Simons

 

Lees hier een bespreking van Michiel van Kempen op deze site, 30 december 2020

Lees hier een korte bespreking van Monique Veira op Starnieuws, 4 maart 2021

Wereldomroep verzet journalistieke bakens

De Wereldomroep stopt met de Nederlandstalige programma’s voor onder anderen vakantiegangers en vrachtwagenchauffeurs in Europa. In de Nederlandse taal blijft de omroep alleen actief als calamiteitenzender en als leverancier van informatie aan expats. In de voorstellen van de directe blijven er ook nog uitzendingen voor Suriname en de Antillen. De uitzendingen via korte golf worden afgebouwd en de zendstations op Bonaire en Madagaskar worden afgestoten. De kerntaak van de Wereldomroep wordt het bieden van informatie aan mensen in landen waar geen persvrijheid is. Door de nieuwe koers gaan zo’n 100 arbeidsplaatsen verloren. De plannen zijn een reactie op de kabinetsplannen. Volgens het regeerakkoord moet de
Wereldomroep zich richten op de bevordering van het vrije woord. Ook moet de omroep fors bezuinigen. Het budget gaat in de plannen van de directie omlaag van 46 naar 36 miljoen euro.

Suriname en Antillen

Over de uitzendingen van de Caribische afdeling voor Suriname en de Antillen zegt hoofdredacteur Rik Rensen dat de plannen ‘vooralsnog niets inhouden’. In eerste instantie gaan de plannen alleen over de Nederlandse afdeling. “Vakantiegangers en Nederlandse expats hebben veel meer mogelijkheden om aan hun nieuws te komen.” Het gevolg is dat die programma’s ergens in 2012 worden gestopt.

De uitzendingen voor Suriname en de Antillen moeten wel ‘onderscheidend nieuws en achtergronden’ bevatten. “Want radio 1 (de nationale nieuwszender van Nederland, red.) kun je ook in het buitenland via internet beluisteren.” Voor Suriname wordt ook nog via korte golf uitgezonden. Dat zal waarschijnlijk wel stoppen, want de zendstations worden gesloten. “Er zijn steeds meer alternatieven.” De programma’s worden dan dus alleen nog uitgezonden via partnerstations, de website en satelliet.
Lees hier verder over de plannen

Uitgeverij ontslaat voormalig AIVD-infiltrant

door Pieter Van Maele

Voormalig AIVD-infiltrant Paul Kraaijer (foto rechts), die sinds eind augustus 2010 als journalist in Suriname werkt, is zondagochtend met onmiddellijke ingang ontslagen. Dat maakt uitgever Caribbean Media Group via een persbericht bekend. De nieuwssite SuperSuriname.com, waarvan Kraaijer hoofdredacteur was, valt onder de vleugels van dat bedrijf. Kraaijer zegt aan de Wereldomroep ‘geschrokken’ te zijn over zijn ontslag.

“Het verleden van Paul Kraaijer was ons tot de publicatie in De Telegraaf volslagen onbekend. Het is erg vervelend om een ‘geheim agent’ in je team te ontdekken. Wij staan voor zuivere journalistiek en maken er ons juist sterk voor iedere schijn van belangenverstrengeling uit te bannen”, reageert Jaap Hoogendam, directeur van de Caribbean Media Group.

Volgens Hoogendam is de combinatie van journalist en infiltrant “volstrekt ontoelaatbaar.” De samenwerking met Kraaijer is om die reden dan ook per direct beëindigd. Dit houdt in dat Kraaijer niet langer verbonden is aan het opinieblad Parbode en de nieuwssite SuperSuriname.com.

Sleutels inleveren
Paul Kraaijer reageert scherp op het nieuws van zijn ontslag. “Vooral de wijze waarop dit gebeurt vind ik heel hard en afstandelijk. De directie reageert zoals enkel keiharde zakenmannen doen; ontzettend kortzichtig en bang. Wat ik in Nederland deed staat helemaal los van mijn werk als journalist in Suriname”, vindt de voormalige infiltrant.

Toch heeft hij geen spijt van de onthullingen die hij in de weekendeditie van De Telegraaf deed. “Het is even vervelend, maar er zijn ergere dingen in de wereld. Zelfs al had ik geweten dat dit het gevolg zou zijn, dan nog was ik naar buiten gekomen met mijn verhaal. Morgen lever ik mijn sleutels af op de redactie, daarna ga ik even flink uitrusten. Ik blijf sowieso in Suriname, misschien kan ik later nog aan de slag bij andere media die niet vallen over wat ik in het verleden in Nederland deed.”

[RNW, 5 juni 2011]

 

AIVD-infiltrant werkt als journalist in Suriname

door Pieter Van Maele

De AIVD-infiltrant die in de zaterdageditie van De Telegraaf uit de school klapt over zijn jarenlange activiteiten bij de geheime dienst, is momenteel aan de slag als journalist in Suriname. Het gaat om de 50-jarige Paul Kraaijer, die zich in augustus 2010 met zijn vrouw vestigde in het land.

lees verder…

Geen hoge dunk van de pers

Willemstad — Iemand heeft duidelijk een groot probleem met de media op Curaçao. Op de buitenmuur van de Kathedraal te Pietermaai staat in grote letters te lezen wat de schrijver van deze tekst denkt van de lokale pers. De reden voor de actie is niet bekend maar past wel in de steeds grimmiger wordende verhoudingen in de samenleving, te beginnen in de publieke sector waar de overheid overhoop ligt met verschillende directeuren van overheids-nv’s en zelfstandige bestuursorganisaties en hoofden van diensten.

[uit Amigoe, 30 mei 2011]

Domme blondjes in de jungle

door Carry-Ann Tjong-Ayong

Elke week zijn ze op de buis. De spreekwoordelijke domme blondjes, die zich laten exploiteren door programmamakers, die hun gebrek aan intellect aan de Nederlandse kijker mogen demonstreren. Zij worden in mijn mooie binnenland gedropt, waar ze gilletjes slaken, zoeken naar hun haardroger of krulset, walgen van het zelfgekookte eten, ruzie maken en onnozele conversatie plegen. Tenslotte moeten ze vragen beantwoorden, die basisschoolkinderen moeiteloos beheersen. De prijs is echter wel 30.000 Euro.

Hiervoor kun je een heel weeshuis van nieuwe spullen voorzien. Diverse projecten in het binnenland ondersteunen, ouderen een maand of langer van maaltijden voorzien.
De domme blondjes kopen er een sportwagen met gouden velgen voor of gaan heel vaak naar de Mac Donalds.

Is dan niemand van de programmamakers op het idee gekomen dat juist deze meiden baat zouden hebben bij een crisis ontwikkelingswerk. Dat ze beter 14 dagen konden helpen in een kindertehuis in de stad of in de districten. Dat Surinaamse artiesten zelfs meewerken aan dit domme gedoe, dat stelt mij nog het meest teleur.

Ik hoop dat ze tenminste kunnen lezen en een reactie geven.

cat 30/5

Hans Dorrestijn – Nieuwe rozen van Saron

Tot vorig jaar achtte ik mijzelf ongeschikt voor de tropen. Vanwege malariamuggen en andere tirannen. Toen mijn dochter voor de derde keer naar Suriname moest voor journalistieke werkzaamheden, wilde ze per se haar liefde voor dat land met me delen. Van mijn stegenstribbelingen trok ze zich weinig aan. Mijn zwaarste argument, dat ik krap bij kas zat, pareerde ze met: ‘Ik betaal.’

Van Paramaribo herinner ik me vooral de fleurige zaterdagse aanblik. En wat me in de drukte opviel, was de beschaafde conversatietoon. In Amsterdam klinken op straat harde stemmen. Alsof er overal tegelijk ruzie uitbreekt. Paramaribo maakte een vredige indruk, maar het zwarte verleden is er altijd ontstellend dichtbij. Zodra we met Surinamers in gesprek raakten, voerden ze ons met een paar welgemikte woorden de slaventijd binnen. We kregen elke dag dingen te horen waarvan we wel door de grond wilden zakken van schaamte, al was dat absoluut niet de bedoeling van de vertellers. Hoe het ook zij, al bood Paramaribo een luchtige aanblik, her en der staken stormen op van emotie.

Op een snikhete dag wilden we zwemmen. Kirsten wist een zwembad in een van de luxere hotels. We namen een taxi. Het zwarte meisje achter de balie was van een onbegrijpelijke schoonheid. Gelaatstrekken: fijngevoelig, edel, intelligent. Lieftallige oogopslag. Meer dan sympathiek, veeleer engelachtig. Ik stond met open mond naar haar te kijken, terwijl Kirsten onze zwemwens kenbaar maakte.
‘Ach, wat jammer’, zei de Surinaamse godin met zilver in haar stem, ‘tegenwoordig mogen alleen de hotelgasten het zwembad gebruiken. Maar als u bij de uitgang rechtsaf slaat, komt u bij een hotel waar het nog wel mag. Het is vijf minuten lopen.’

De schoonheid voegde er op lichtelijk geamuseerde toon aan toe: ‘Ikzelf mag hier ook niet meer zwemmen.’ Ze zei het bij wijze van troost. Toen we haar aanwijzing opvolgend in de schelle hitte liepen, zuchtte ik: ‘Voor dit meisje had ik wel willen knielen.’ Kirsten knikte: ‘Onbegrijpelijk dat ze zo iemand de toegang tot het zwembad weigeren.’

We zwoegden woordloos door de trillende hitte. Al peinzend kwam ik op het onderwerp Schoonheid en Kwaad. En toen herinnerde ik me voor de zoveelste keer een aangrijpende passage uit het meesterwerk Ondergang van de historicus Jacques Presser. Hierin behandelt hij met verbijsterende discipline het lot van de Joden in de Tweede Wereldoorlog: de razzia’s, de deportaties, het einde. Ergens in het meer dan duizend bladzijden tellende werk beschrijft Presser een scene van een rij ontklede Joden op weg naar de gaskamers van een bepaald concentratiekamp. En dan stuit de lezer op de volgende mededeling: ‘onder wie mijn echtgenote, wel de mooiste Roos van Saron die de wereld ooit heeft gekend.’

(Ik citeer uit mijn hoofd, de weergave zal gebrekkig zijn). Deze passage in Ondergang trof mij indertijd als een mokerslag. Eén kort moment wankelt de historicus onder de zwaarte van zijn persoonlijk lot. Merkwaardig genoeg had ik deze leeservaring nooit met een ander gedeeld. Nu wilde ik haar aan Kirsten kwijt, maar ik schoot vol. Ik moest de woorden ‘Roos van Saron’ een paar keer herhalen voor ze verstaanbaar waren. Veertig jaar na het lezen van Ondergang eindelijk in tranen. Op een ander continent. In een voormalige kolonie. Onder de brandende zon.
Kirsten pakte mijn hand. ‘Ach, lieve pappa.’

In de hitte was haar hand licht en koel. Haar zachte woorden gaven troost. De wanhoop over het lot van de mens maakte plaats voor verzoening met de wereld. En ik bedacht dat het Kwaad niet heeft kunnen verhinderen dat er nieuwe Rozen van Saron bloeien. En dat er Surinaamse godinnen te vinden zijn in Surinaamse hotels. Alsook dochters met een groot medelijdend hart.

Van het zwemmen trouwens knapte ik weer helemaal op.

[Deze column is verschenen in Nouveau (juni 2011).]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter