blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Journalistiek & Nieuwe media

Schrijver en radiopresentator Roué Hupsel aangehouden

Paramaribo – De 69-jarige verdachte die zaterdagmiddag als drugskoerier is aangehouden op de J.A. Pengel Internationale Luchthaven, blijkt Roué Hupsel, omroeper bij Radio ABC en voorheen bij SRS en Future Radio. Hij werd betrapt met 127 cocaïnebolletjes in zijn reiskoffer, met een gewicht van iets meer dan 900 gram. De cocaïnebolletjes zaten in een plastic zak, die hij in een andere had geplaatst.Tussen de twee zakken vond de politie gesneden peper, vermoedelijk om te voorkomen dat de bolletjes te zien zouden zijn.

lees verder…

Curaçao filmmaker arrested in Russia

Curaçao documentary filmmaker based in the Netherlands, Sharelly Emanuelson, was arrested by Russian authorities under suspicion of ‘proliferating gay propaganda among Russian adolescents’ while interviewing people for her latest documentary. Discussing homosexuality with Russian minors is deemed illegal by the country and subject to a 5,150 Euro fine.
Sharelly Emanuelson (1986, Curacao) graduated with a B.A. in Audiovisual Media from the School of the Arts, Utrecht and is currently undertaking a Master in Artistic Research at Royal Academy of Art, The Hague. Her film and video works, such as After the Berlin wall: Vienna (2009), Moments (2013), have been shown at film festivals in the Netherlands and abroad. She won an audience award at the Africa in the Picture film festival (2012). In addition to working on the production of films such as E leyenda di buchi fil (2008) and producing projects such as Yu di korsou performance and film festival, Sharelly curates exhibitions for “Uniarte”, a platform with a focus on Dutch Caribbean art that she founded in 2010.
 
[Facebook, 22 July 2013]
More: www.sharellyemanuelson.com

‘Een militair werkt nu eenmaal niet met een ballpoint’

door Christine F. Samsom

Niet alleen in ons land worden in de politiek zaken die het daglicht niet kunnen verdragen nogal eens met de mantel der liefde bedekt, zogenaamd om het grotere belang niet te schaden. Ook in het ex-moederland gebeurt dat. Vandaar de schande van archieven die de eerste dertig jaar niet open mogen. Dat is niet alleen zwak, het is ook hard, bikkelhard, onder anderen voor historici, maar ook voor nabestaanden van mensenrechtenschendingen. Rudie Kagie, momenteel redacteur van het Nederlandse weekblad Vrij Nederland, is kort na de coup van 1980 enkele maanden correspondent van NRC-Handelsblad in Suriname. Hij sympathiseert met de coupplegers, voelt een nieuw elan. Begin mei 1980 vertelt een informant hem over de dood ‘bij een mislukte contracoup’ (p. 13) van Ormskerk. Kagie heeft dan nog nooit gehoord van deze man, dus laat hij zich verder informeren.
Als hij hoort dat Ormskerk de Nederlandse nationaliteit heeft, belt hij met niemand minder dan Hans Valk, militair attaché op de Nederlandse ambassade. Ja, die kennen we toch? Heeft die de onderofficieren niet geadviseerd inzake de coupplannen voor 25 februari? Valk weet ervan, maar zegt dat hij geen uitspraken kan doen zonder de ambassadeur te raadplegen. Kagie belt daarna met Jozef Slagveer, woordvoerder van de Nationale Militaire Raad, met wie hij een goede relatie heeft, maar die nu heel vreemd reageert, hem vraagt waar hij die informatie vandaan heeft en hem aanraadt zich er verder niet mee te bemoeien om problemen te voorkomen. Het wantrouwen van de journalist is gewekt en wordt nog groter als ook in Nederland de dood van Ormskerk onder de pet wordt gehouden, ‘mogelijk gevoed door neokoloniaal schuldbesef’ (p. 9). Je kan zeggen dat uit dat wantrouwen uiteindelijk vorig jaar het boek Bikkel, het verhaal van de eerste politieke moord van het Bouterse-regime voortkomt.
Kagie wordt om half twee ’s nachts gesommeerd om naar de kazerne te komen en daar wordt hij onder felle bedreigingen ondervraagd over zijn bron. Hoe hoog is de prijs van een primeur in de journalistiek, een spagaat tussen de vrijheid van het beroep en de dreiging om opgepakt te worden? Op advies van de Nederlandse ambassade vertrekt Kagie diezelfde avond halsoverkop via Cayenne, Belém en Rio naar Nederland. Uit het boek blijkt dat de moord op Ormskerk hem blijft bezighouden en hij begint een lange zoektocht naar de persoon van Frederik Ferdinand Ormskerk (1923-1980), bijgenaamd Bikkel, naar zijn onstuimige leven en naar de omstandigheden waaronder hij omkwam. Hij interviewt tientallen mensen, met wisselend succes. Het boek leest om die en meerdere redenen als een trein voor degenen die inzicht willen krijgen in de recente geschiedenis van ons land, maar ook al het een en ander weten van die andere ex-kolonie, Nederlands-Indië, nu Indonesië.
Ormskerk was de zoon van een scherpschutter bij de koloniale troepen die ‘Swalanja’ (zure oranje) werd genoemd, omdat hij altijd boos keek, die na zijn pensioen landbouwer was geworden in het district Para. Fred woonde daarom als kind vanwege het onderwijs bij een tante in de Heerenstraat. Hij wordt omschreven als een durfal. Het zal dan ook niemand verbaasd hebben dat hij zich in de Tweede Wereldoorlog als jonge man aanmeldde bij de Schutterij. Van 1944 tot ’51 zat hij bij de KNIL, het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, in Australië en Indië. Later vertelde hij trots over zijn belevenissen in het zelfstandig wordende Indonesië, waar Nederland met politionele acties probeerde die onafhankelijkheid op vaak wrede manier tegen te houden. Dat Ormskerk daar trauma’s aan heeft overgehouden, staat voor zijn dochter Silvia, psycholoog in Duitsland, vast. Voor pacifisten onder de lezers van Bikkel… zijn de details over de wreedheden alleen maar een bevestiging van hun levenshouding om legers en bewapening af te wijzen. ‘Krijgsromantiek’ wordt dat genoemd. Brrrr!
Ook TRIS’ers, Nederlandse dienstplichtigen die dienden bij de TRoepenmacht In Suriname (TRIS) vóór de onafhankelijkheid komen in Bikkel… aan het woord. Velen hebben Ormskerk gekend. Hij wordt omschreven als ijzervreter, driftkop, bloedfanatiek, streng maar rechtvaardig, keihard voor zichzelf (en zijn negen kinderen…), spartaans, militair in het kwadraat, uitzonderlijk sterk! Na het vertrek van de TRIS in 1975 treedt Ormskerk in dienst van de gloednieuwe Surinaamse KrijgsMacht, SKM, maar hij vindt dat de bevelhebber, kolonel Elstak, er een rommel van maakt. En hij is niet de enige. Elstak wordt door velen een grappenmaker genoemd. De verhouding tussen Elstak en de (onder)officieren verslechtert al snel. Door persoonlijke omstandigheden vertrekt hij in 1979 met pensioen naar zijn gezin in Nederland. Maar deze militair-in-hart-en-nieren kan in een keurige rijtjeswoning niet wennen en zijn opvoedingsmethoden worden hem door zijn vrouw ook niet in dank afgenomen. Zij noemt hem ‘totaal verslááfd’ aan het leger en zó streng voor de kinderen dat die blij waren als hij er niet was (p. 54).
Als hij hoort van de coup van 25 februari 1980, is hij eerst heel enthousiast: Zijn jongens hebben het toch maar voor elkaar gekregen! En is hij niet een god voor die jongens? Hij belt met Suriname in de verwachting dat ze hem daar goed kunnen gebruiken, maar Bouterse zit niet op hem te wachten. Volgens auteur Kagie moet er toen iets in Ormskerk geknapt zijn en wordt hij van medestander tegenstander. Als hij na een aantal geheimzinnige besprekingen met andere tegenstanders van de NMR in Nederland plotseling zijn gezin meldt dat hij er even ‘tussenuit’ moet, is zijn vrouw blij. Ze heeft hem niet meer levend gezien.
Een paar dagen later duikt hij op in Frans-Guyana, reist via Albina naar Paramaribo, wordt gearresteerd met al zijn coupplannen in zijn bagage en bij de ondervraging zodanig mishandeld dat hij overlijdt.
Kagie beschrijft indringend de houding van Nederland: Sinds de coup was er verdeeldheid binnen de Partij van de Arbeid, de dood van de Nederlander Ormskerk zat de politici dwars. De zittende regering echter besloot tot stille diplomatie om de regering Chin A Sen niet te hinderen in haar poging de democratie te herstellen. Wat Nederland niet door had, was de heftige richtingenstrijd tussen links en meer gematigd binnen de NMR en tussen de NMR en de regering Chin A Sen.
Enkele opvallende uitspraken in het boek: Oud-beroepsmilitair en topatleet Sammy Monsels over Ormskerk: ‘een bikkelharde commando die de pech heeft dat hij in een te soft leger terecht is gekomen.’ (p. 66) Eva Essed-Fruin, weduwe van Frank Essed: ‘De houding van de Nederlandse overheid was teleurstellend.’ (p. 163) D.D. Bouterse: ‘Wij zijn militairen. Wij marcheren links, rechts, links, rechts’, naar aanleiding van de zwabberende politieke koers van het militair gezag. (p. 171) Michel van Rey: ‘Bouterse zit opgesloten in permanent politieke gevangenschap… Hij leidt niet, hij wordt geleid en hij lijdt.’ (p. 184) Laurens Neede: ‘De militaire discipline is een totaal andere dan in de burgermaatschappij’ en ‘een militair werkt nu eenmaal niet met een ballpoint.’ (p. 186) De auteur Rudie Kagie zelf ten slotte: ‘De zwartste bladzijden uit de geschiedenis zijn meestal de leerzaamste.’ (p. 200)
De ondertitel van het hier besproken boek luidt: Het verhaal van de eerste politieke moord van het Bouterse-regime. Ik vraag mij na lezing van het boek af: was de moord op Ormskerk wel een politieke moord? Volgens de mensen die Ormskerk hebben gekend en die in het boek worden geciteerd, heeft Ormskerk zelf gezegd dat militairen zich niet met regeren moeten bezighouden. Regeren is politiek bedrijven. Als militair heeft hij de tegencoup willen plegen om de democratie terug te brengen en hij is daarvoor op militaire manier, wegens verraad, gestraft, zo gezegd een uit de hand gelopen ongeval binnen het militaire bedrijf…
Wat ik Kagie wil nageven: hij maakt niet zoals veel Nederlandse journalisten, de fout om de betweter te spelen, hij laat daarentegen heel veel betrokkenen aan het woord. Dat maakt dit boek alleen maar geloofwaardiger.
Rudie Kagie: Bikkel, het verhaal van de eerste politieke moord van het Bouterse-regime. Amsterdam: uitgeverij Bert Bakker, 2012. ISBN 978 90 351 3756 1

NL moet sorry zeggen voor Zwarte Holocaust

Totaalmalloot aan de NPO-tafel bij Halfwatt & Lichtgewicht van de EO. Klaas van der Kamp van de Raad van Kerken vindt dat “we” “ons” zo’n 150 jaar geleden onfatsoendelijk hebben gedragen tegenover de gepigmenteerde medemens, die “wij” als een soort van Polen naar NL haalden.

lees verder…

Oprichting van een Surinaamse omroepvereniging in Nederland

door Julian S. With
 .
Geachte heer/mevrouw,
Radio Ratio heeft vanaf zondag 2 september wekelijks het twee uur durende programma ‘Het verstand boven alles’ uitgezonden en dit seizoen blijven wij uitzenden tot de tweede week van juli. Heeft u nooit een uitzending van ons beluisterd, dan kunt u gebruik maken van de onderstaande links om naar de uitzending van zondag 26 mei te luisteren. Zo kunt u een indruk krijgen van ons programma. Klik hier of hier
Alle overige uitzendingen van Het verstand boven alles zijn nog op de volgende wijze te beluisteren: www.salto.nl —> uitzending gemist —àCaribbean FM on demand —àdatum en tijd.
De format van ons programma dat elke zondag van 14.00 – 16.00 uur wordt uitgezonden, ziet er als volgt uit:
Kritiek op politieke gebeurtenissen in Suriname en Nederland;
Kritiek op publicaties in de Nederlandse en Surinaamse media;
Commentaar op maatschappelijk relevante gebeurtenissen in Suriname en onder Surinamers in NL.
 
 Omdat wij dit jaar een vergunning willen aanvragen bij het Commissariaat voor de Media om vanaf 2016 via de publieke zenders radio- en televisieprogramma’s te gaan uitzenden, moeten wij voor april volgend jaar 50.000 mensen werven die bereid zijn om jaarlijks een contributie te betalen van € 6,75 per persoon. In deze fase vragen wij u nog niet om geld over te maken. Dat gaan wij pas doen, als wij in december het vereiste minimum aantal leden gehaald hebben, dat betekent dat al deze mensen zich bereid hebben verklaard om jaarlijks die financiële bijdrage van € 6,75 per jaar te leveren. Pas dan ontvangt u een oproep van ons om dat bedrag over te maken. Mocht het aantal betalingen onverhoopt onder de 50.000 blijven, dan ontvangt iedereen zijn bijdrage, minus de verifieerbare bankkosten, terug. Wij zullen u maandelijks op de hoogte houden van het aantal personen dat zich opgegeven heeft.
Op zondag 26 mei hadden wij in het programma een vraaggesprek met ir. Deryck Ferrier die ons haarfijn uitgelegd heeft waarom Paramaribo elk jaar weer onder water loopt als het flink geregend heeft. Ik heb kritiek geleverd op een persbericht van de Surinaamse belastingdienst, dat zeer publieksonvriendelijk geschreven is. Ook de wens van de Vereniging Surinaamse Bedrijfsleven om betrokken te worden bij de gesprekken over de hervorming bij de douane heb ik van de nodige kritiek voorzien. In Suriname zwijgen de meeste deskundigen, omdat ze bang zijn voor hun brood, dus moet de kritiek maar van hier komen. Dankzij het internet hebben wij ondertussen heel veel luisteraars in Suriname.
De wijze waarop zwarte mensen in Nederland op de televisie geportretteerd worden vormt al jarenlang een bron van ergernis voor velen. Veel praatprogramma’s en actualiteitenrubrieken laten alleen een zwart gezicht op de televisie zien als het om muziek, dans, stand up comedy en sport gaat. Hoewel iedereen met luide stem benadrukt hoe belangrijk de integratie is voor deze samenleving, kom je bij de tientallen adviesraden van de overheid geen Surinamers tegen. Over de samenstelling van de besturen van de grote bedrijven, zullen we maar zwijgen. Televisieprogramma’s als Buitenhof of Nieuwsuur nodigen geen Surinamers uit om over welke maatschappelijke gebeurtenis dan ook te praten. Als een gebeurtenis zich voorgedaan heeft in Suriname of de Nederlandse Antillen, dan nodigt het bekende duo van de VARA niet een deskundige die het publiek zinvolle achtergrondinformatie kan geven, maar een zangeres of een documentairemaker om commentaar te komen leveren, terwijl bij onderwerpen die met de Nederlandse maatschappij te maken hebben, wel de juiste personen voor de camera verschijnen. Het heeft weinig zin om kritiek te leveren op deze mensen, want wat ze doen, vloeit voort uit hun mensbeeld en dat blijkt onveranderbaar te zijn. De beste manier om minder last te ervaren van deze etnische onhebbelijkheid van onze autochtone medelanders, is om over een eigen radio- en televisiezender te beschikken, zodat de eigen groep geen slachtoffer hoeft te worden van het beeld dat de bestaande media ons voorschotelen.
Velen met ons ergeren zich mateloos aan de stigmatisering van de zwarte vrouw door de zogenaamde liefdadigheidsinstellingen die aids buiten Europa bestrijden. Als ze geld zoeken, laten ze steevast een zwangere Afrikaanse vrouw zien, alsof aids alleen in Afrika slachtoffers maakt. Als een zwarte persoon in een advertentie verschijnt, dan worden eerder de racistische denkbeelden van de witte mensen tot uiting gebracht dan dat er reclame wordt gemaakt voor een commercieel product. Wie heeft zich niet mateloos geërgerd aan de reclame van radio 6, waarbij Sylvana Simons, een zwarte vrouw, met zwarte verf overgoten wordt. Dat zo’n mens zich durft te lenen voor zo’n advertentie! Ondanks de geweldige prestaties van zwarte voetballers in dit land, zien wij zelfs in de sportprogramma’s geen zwarte oud-voetballers als deskundige optreden. De enige groep voor wie de deur op een kiertje wordt gehouden, zijn stand up comedians. Maar wij hebben in dit land meer te bieden dan alleen grappenmakers.
Er zijn bepaalde maatschappelijke problemen van zwarte mensen in dit land waar de reguliere media geen belangstelling voor hebben. Neem bijvoorbeeld het decennialange beleid waarbij zwarte leerlingen op de basisschool een advies krijgen voor de lagere vormen van het voortgezet onderwijs. Dit intellectuele vandalisme vindt ondertussen langer dan 35 jaar plaats in Nederland en geen enkele regering peinst erover om maatregelen te treffen tegen deze vernietigende vorm van discriminatie en voor de politieke partijen is dit ook geen issue. Dit probleem kan met succes aangepakt worden als wij de gelegenheid krijgen om via radio en televisie de verantwoordelijken ter verantwoording te roepen en de doelgroep te mobiliseren zich te organiseren, want als er een ding is waar men in dit land niet van houdt, dan is het dat er veel kabaal gemaakt wordt over de misstanden waar de samenleving liever over zwijgt.
De Turken en Marokkanen en Marokkanen zijn in staat geweest veel van hun organisaties nog in stand te houden en we kunnen alleen maar jaloers op hen zijn. Zij staan veel actiever in de Nederlandse samenleving en reageren ook veel pro-actiever dan wij Surinamers. Enkele weken geleden had ik de onderwijsdeskundige van Forum, de heer Zekir Arslan, in ons radioprogramma, dit vanwege een onderzoek van dit instituut, waaruit blijkt dat veel scholen in Nederland moslimkinderen weren. De moslims verzetten zich met hand en tand tegen deze vorm van discriminatie en slagen erin deze misstand terug te dringen. Onder de Surinamers is het oorverdovend stil en deze stilte is zelfvernietigend.
Toen wij in de tweede helft van de jaren zeventig massaal naar hier toe migreerden, hadden Surinamers nog een geweldige positie in minderhedenland; de Turken en Marokkanen bestonden uit een zeer grote groep ongeschoolde klasse die het vuile werk in dit land deed. Nu studeren er relatief meer Marokkaanse en Turkse jongeren aan de Nederlandse universiteiten dan Surinaamse. Het aantal Tweede Kamerleden van Turkse en Marokkaanse Nederlanders is veel groter dan Surinaamse. Het aantal gemeenteraadsleden van Marokkanen en Turken afzonderlijk was in 2006 tweemaal meer dan het aantal Surinaamse en Antilliaanse gemeenteraadsleden samen. De burgemeester van de op een na grootste stad in NL (Rotterdam) is een Marokkaan.
De vooruitgang van de moslims in Nederland is merkwaardig, omdat zij vanwege hun geloof veel meer weerstand ondervinden in deze samenleving dan wij Surinamers. De Nederlandse Moslimomroep heeft van 1993 tot 2010 landelijk televisieprogramma’s uitgezonden en nu heeft De Stichting Zendtijd Moslims (SZM) 175 uur en twaalf minuten per jaar om radioprogramma’s uit te zenden op de publieke radiozenders. Op televisie heeft de stichting tot eind 2015 jaarlijks 58 uur en twaalf minuten tot haar beschikking, maar Surinamers is het nog steeds niet gelukt om een stukje van het ‘vijandelijk gebied’ dat Hilversum heet, te veroveren.
Wij zien het als een plicht om een serieuze poging te ondernemen geschiedenis te schrijven in dit land. Het gemakkelijke van deze onderneming is dat wij alles zelf in de hand hebben. Door te voldoen aan de eis die aan alle omroepverenigingen wordt gesteld, namelijk dat zij minimaal 50.000 mensen moeten werven die de omroep steunen, moeten wij in staat zijn om dit voor elkaar te krijgen. Wij zijn ons zeer bewust van de macht van de media en van de maatschappelijke gevaren die schuilgaan bij de concentratie van mediamacht bij slechts een groep in de samenleving: de dominante groep. U draagt bij aan de beëindiging van deze situatie door u niet alleen op te geven als potentieel lid van Radio Ratio, maar vooral ook door deze mail verder te verspreiden onder al uw kennissen. Heeft u vragen, dan kunt u die altijd stellen en u ontvangt zo spoedig mogelijk antwoord van ons.
Met vriendelijke groeten,
Drs. Julian S. With (030-6055963 of 0653-428454)

Diversity / Confusion

Seinfeld is een Amerikaanse comedyserie die in de jaren ´80 op de Nederlandse televisie vertoond werd en nog steeds herhaald wordt. De serie werd gemaakt in de periode ´89 – ´98 en won veel prijzen waaronder een Golden Globe voor de hoofdrol Jerry Seinfeld en een Emmy voor Outstanding Writing for a Comedy Series. Schrijvers van de serie zijn Larry David, Jerry Seinfeld en verschillende anderen.
De comedy werd wel A show about nothing genoemd, omdat onnozele voorvallen, kleine ergernissen en terloopse opmerkingen werden uitgesponnen tot compleet verhaal. De serie speelt zich af in New York en draait om vier vrienden: de komiek Jerry, buurman Kramer, ex-vriendin Elaine en loser George.
In het fragment uit de aflevering The Wizard (seizoen 9), wordt fijntjes aangestipt hoe de multiculturele samenleving en politieke correctheid tot verwarring kunnen leiden.
V.l.n.r. de karakters Kramer, Elaine, George en Jerry
Uit:seinfeldscripts.com
The Wizard (1998) written by Steve Lookner
Jerry: “What about you datin’ a black guy? What’s the big deal?”
Elaine: “What black guy?”
Jerry: “Darryl. He’s black, isn’t he?”
Elaine: “He is?”
George: “No, he isn’t.”
Jerry: “Isn’t he, Elaine?”
Elaine: “You think?”
George: “I thought he looked Irish.”
Jerry: “What’s his last name?”
Elaine: “Nelson.”
George: “That’s not Irish.”
Jerry: “I think he’s black.”
George: “Should we be talkin’ about this?”
Elaine: “I think it’s OK.”
George: “No, it isn’t.”
Jerry: “Why not?”
George: “Well, it would be OK if Darryl was here.”
Jerry: “If he’s black.”
Elaine: “Is he black?”
Jerry: “Does it matter?”
Elaine: “No, course not. I mean, I’d just like to know.”
Jerry: “Oh, so you need to know?”
Elaine: “No, I don’t need to know. I just think it would be nice if I knew.”
***
 Vriendje Darryl Nelson
                                                        
[approaching Darryl’s apartment, Elaine hears loud rap music being played, and smiles knowingly]

Elaine, as Darryl opens his door: “Hey.”
Darryl: “Hey.”
Elaine: “Great music.”
Darryl: “Oh, it’s my neighbor. They blast that stuff twenty four hours a day.
I hate it.”
Darryl: “Yo, you! Turn it down!”
Elaine: “Oh, wow, these are nice. Do they have any cultural significance?”
Darryl: “They’re… African.”
Elaine: “Right. African.”
Darryl: “Well, not Africa, actually. South Africa.”
Elaine: “South Africa.”
Darryl: “My family used to live there, but, uh, we got out years ago, for
obvious reasons. You know how it is.”
Elaine: “Maybe.”
***
Waitress, to Darryl, who’s with Elaine at Monk’s: “Coffee?”
Darryl: “Sure.”
Waitress, to Darryl: “Are you black? Or should I bring some cream.”
Darryl: “I’m black.”
Darryl, re-thinking: “Oh, you know what? Bring a little cream.”
Darryl, seeing a couple gesturing towards him and Elaine: “Did you hear that?”
Elaine: “What?”
Darryl: “God, there are still people who have trouble with an interracial
couple.”
Elaine: “Interracial? Us?”
Darryl: “Isn’t that unbelievable!?”
Elaine: “Yes, it’s awful! They’re upset because we’re an interracial couple.
That is racism!”
Darryl: “I don’t feel like eating.”
Elaine: “Me neither. Well, maybe this turkey club.”
***
Waitress at Monk’s, handing Elaine a menu: “Here you go.”
Elaine, to the black waitress: “Long day?”
Waitress: “Yeah, I just worked a triple shift.”
Elaine: “I hear ya, Sister.”
Waitress: “Sister?”
Elaine, as Darryl comes into Monk’s: “Yeah. It’s OK. My boyfriend’s black.
Here he is. See?”
Darryl: “Hi, Elaine.”
Elaine: “Hey.”
Waitress: “He’s black?”
Elaine: “Yeah.”
Darryl: “I’m black?”
Elaine: “Aren’t you?”
Waitress, leaving: “I’ll give you a couple of minutes to decide.”
Darryl: “What are you talking about?”
Elaine: “You’re black. You said we were an interracial couple.”
Darryl: “We are. Because you’re Hispanic.”
Elaine: “I am?”
Darryl: “Aren’t you?”
Elaine: “No. Why would you think that?”
Darryl: “Your name’s Benes, your hair, and you kept taking me to those
Spanish restaurants.”
Elaine: “That’s because I thought you were black.”
Darryl: “Why would you take me to a Spanish restaurant because I’m black?”
Elaine: “I don’t think we should be talking about this.”
Darryl: “So, what are you?”
Elaine: “I’m white.”
Darryl: “So, we’re just a couple of white people?”
Elaine: “I guess.”
Darryl: “Oh.”
Elaine: “Yeah. So do you want to go to the Gap?”
Darryl, leaving with Elaine: “Sure.”

Het tragische leven van Marietje van Oordt

De levenswandel van de roemruchte Marietje van Oordt (1897-1974) is onderwerp van een nieuw onderzoek door Gerard Termorshuizen. De Indische pers schreef met regelmaat over haar dubieuze levenswandel. Door de ontmoeting in 2011 van enkele, in Nederland, wonende nazaten, kan Termorshuizen haar leven reconstrueren.

lees verder…

Oproep deelname aan televisieprogramma BNN

Mijn naam is Joyce Daamen en ik ben werkzaam voor de Nederlandse Televisiezender BNN. BNN is onderdeel van de publieke omroep en maakt televisie voor en door jongeren op de zender Nederland 3. Voor een nieuw human interest / reisprogramma zijn we op zoek naar mensen die tussen half juni en half juli voor korte of langere tijd naar Suriname vertrekken met een bijzonder doel.

Dan moet u denken aan mensen die familie na lange tijd op gaan zoeken, mensen die naar Suriname (terug)verhuizen, artiesten die op gaan treden, mensen die aan een wedstrijd mee gaan doen. Alle verhalen zijn welkom. Onze bijzondere interesse gaat uit naar mensen die richting Suriname gaan vanwege het Keti Koti festival op 1 juli en die dit bijvoorbeeld met familie of op andere bijzondere wijze gaan vieren.
Wij zoeken personen die niet bang zijn voor de camera en het leuk vinden om hun verhaal met ons te delen.
Met vriendelijke groet,
Joyce Daamen
035-6555333 | 06-43440428
joyce.daamen@bnn.nl

Hollywoodvrouw Conchita: Nederland is nog niet klaar met mij

 
 

door Suzanne Borghoff

Conchita Leeflang is in Amerika bekend als actrice, model, moeder, onderneemster en zangeres. Nederland leerde Conchita vorig jaar kennen als de extraverte Surinaamse in de serie Nederlandse Hollywoodvrouwen. AD.nl zoekt Conchita op in Beverly Hills en ontdekt dat ze de smaak helemaal te pakken heeft. ‘De Nederlandse televisie is nog lang niet klaar met mij!’

Een mevrouw met een mondkapje opent de deur van Conchita’s huis in Beverly Hills, met de bekende postcode 90210. Het blijkt de kinderoppas, ze loopt rond met een griepje. Om Conchita’s dochter London niet aan te steken draagt ze een mondkapje. We nemen plaats op een van de grote witte banken in de huiskamer, waar ook de opnames plaatsvonden voor Nederlandse Hollywoodvrouwen. Conchita heeft zich voor de gelegenheid gehuld in een groen jurkje en de open haard aangestoken. Ze vindt het maar koud buiten.

Conchita houdt van privacy en wees in eerste instantie het aanbod van Net 5 af om deel te nemen aan de serie. ‘Ik wilde mijn leven, mijn familie en mijn kind niet aan iedereen tonen. Daar had ik geen zin in. Maar toen ik het eerste seizoen zag vond ik het heel leuk. De ploeg filmt op een ‘kleine manier’, niet zoals bij Real Housewives of Beverly Hills (de Amerikaanse versie van Hollywoodvrouwen, red.). Er is daar zo veel drama op tv, dat was dit niet’, vertelt Conchita lachend. Nadat ze twee keer een klein rolletje in het eerste seizoen had gehad, werd ze in het tweede seizoen een van de hoofdpersonages. Dat heel Nederland dan ziet dat Conchita moeiteloos 1000 dollar betaalt voor een jas voor dochter London, dat moet dan maar. ‘Voor de show wist niemand hoe ik leefde, ik praat normaal nooit over een prijs van een jas. Maar achter de schermen stelden ze me de vraag en filmden ze het antwoord’, legt ze uit. ‘Het publiek begrijpt denk ik wel dat ik goed met mijn geld omga. Ik ben een grote filantroop, ik geef veel aan goede doelen. Dan vergeven ze het me wel.’

 
Helemaal gek
Conchita heeft nog regelmatig contact met Hollywoodvrouwen prinses Inge, Myrthe Mylius en Yolanda Foster-Hadid. Deze laatste is elke dag op de Amerikaanse tv te zien in The Real Housewives of Beverly Hills. Conchita: ‘Yolanda is de beste in de show, ze heeft echt klasse. De rest is ‘trashy’, en niet leuk. Yolanda heeft veel te bieden en is een heel goede moeder. De liefde voor haar man kent geen grenzen en ze blijft ook zonder camera’s mooi. Ik heb veel respect voor haar.’

Myrthe verwacht in mei een kindje met Chiel Ottink (zanger Thomas Berge, red.). ‘We zijn zo close, ik ga er echt met Inge heen vliegen en dan helemaal gek doen’, vertelt Conchita daarover. ‘We willen Myrthe gaan overvallen en vooral gaan irriteren. Zo van ‘dit moet je wel en niet doen’, ze gaat helemaal gek worden! Totdat ze roept: ‘stoppen jullie’. Dat moet ze echt meemaken, leuk man’, klinkt het snode plan.

Er lijken genoeg ingrediënten te zijn voor een derde seizoen Nederlandse Hollywoodvrouwen. ‘Ik wil Yolanda niet beïnvloeden, maar ik denk dat zij er zelfs voor openstaat om The Real Housewives of Beverly Hills te laten voor wat het is en met ons mee te doen’, geeft Conchita aan.

‘Als ik weer een show doe dan wil ik Natalee Cole erbij betrekken. Dat gaat ook zeker met muziek te maken hebben. En Katherine Kelly Lang, bekend als Brooke in The Bold & The Beautiful, zij wilde vorig seizoen al meewerken. We hadden onze laarzen aan om op Katherines ranch te filmen, maar het regende te hard.’ Volgens Conchita ‘val je om van het verschil’ tussen Katherines karakter en dat van haar soappersonage. ‘Ik vind haar één van de beste moeders, ze is geweldig. Ze laat alles lachen en ze is vreselijk zacht. Ze huilt al als iemand wordt gestoken door een bij.’

Nagellaklijn
Opvallend is dat de Surinaamse, die 18 jaar in LA woont, zichzelf is en trouw blijft aan haar cultuur. ‘In LA leef je soms voor het drama, maar wij hebben een echte cultuur. Suriname en Nederland hebben een geschiedenis, kennen traditionele gerechten, in de VS is alles overgenomen van andere culturen. Ik ga niet zomaar met mensen om. Ik elimineer drama heel snel, dat tolereer ik gewoon niet.’

De Nederlandse taal beheerst Conchita goed omdat ze regelmatig haar familie opzoekt. ‘Ik ben de laatste tijd heel veel met Nederland bezig. En de Nederlandse televisie is nog niet klaar met mij’, verklapt ze terwijl ze haar pantoffels aandoet. ‘Ik kan er niet over praten, maar laat ik zeggen dat Nederland nog lang niet alles van mij heeft gezien.’ Volgens Conchita heeft haar optreden in Nederlandse Hollywoodvrouwen de toon gezet voor het maken van nieuwe plannen. ‘Dat gaat goed, het is ook zeker. Omdat mijn muziek op nummer 1 staat, heeft het ook daarmee te maken. Het is een combinatie van muziek en show. Wacht maar af.’

Zoals het een Hollywoodvrouw betaamt is Conchita ook druk met een babykledinglijn en nagellaklijn. Met een deal van de trendy nagelstudio OPI is het de bedoeling de wereld te veroveren. Er zijn vier kleuren gekozen uit de regenboogvlag, ook wel homovlag genoemd, waarvan één kleur is geselecteerd door Elton John en zijn partner David Furnish. Deze nagellak krijgt de naam EJ&DF inspired. ‘De lijn wordt gecombineerd met goede doelen zoals de Aids-foundation en anti-pesten. Bekende Nederlanders en Amerikanen moeten zich daarvoor inzetten’, vult Conchita aan. ‘In Nederland wil ik Jörgen Raymann vragen, hij is echt een rolmodel. En hier heeft Natalie Cole al ‘ja’ geschreeuwd, samen met Lance Bass (bekend van N’Sync), Christina Milian en natuurlijk Elton. We zijn er heel strak mee. Ik wil ook dat Paul Allens voetbalteam de nagellak gaat dragen om een statement te maken.’

Haring met uitjes
Het gesprek wordt even onderbroken als de 2,5 jarige London, vergezelt door de kinderoppas, de kamer binnenkomt. Ze duikt haar speelhuisje in en roept iets over verstoppen. Volgens Conchita is London een heel slim kind. Ze wonen fijn in The Hills en ze denkt erover om London naar de vestiging van Harvard voor kinderen te sturen.

Als Madonna een feestje geeft staat Conchita’s straat vol met auto’s. Jessica Simpson woont aan de overkant, Elton John en zijn partner David Furnish hebben een huis om de hoek gekocht. ‘Hun nieuwe zoontje is zo mooi! En hun eerste kindje Zachary speelt met London. Ze speelt ook met de dochter van Beckham en Neil Patrick Harris. Elton en Neil Patrick zijn allebei dol op hun man, dat hebben we gemeen: ‘we houden allebei van piemels’. Conchita lacht hardop en kijkt of London in de kamer is. ‘Als ik vuile dingen zeg, dan doe ik dat in het Nederlands want dat verstaat ze niet.’

Toch blijft Europa ook deel uitmaken van haar leven. Londen is Conchita’s favoriete stad en haar zus woont in Gent. In Nederland heeft ze stiekem een oogje op 3FM-dj Giel Beelen. ‘Geil of Giel, hoe heet hij ook alweer? Ik houd van hem, dat verklaar ik hierbij. Ik vind hem zo’n schat en knap. Toen ik bij hem te gast was had hij haring met uitjes geregeld. Ik houd van mannen die met je meedenken.’

Op de vraag of ze gelukkig is antwoordt Conchita volmondig ‘ja’. ‘Ik voel me zo lekker, met mijn familie en goede vrienden om mij heen. Mijn dochter blijft nummer één, zij is mijn beste vriend.’ Is er een man in Conchita’s leven? ‘Ik heb een man’, lacht ze geheimzinnig. ‘Daar heb ik in de show niet over gesproken. Laat ik het zo zeggen: ‘London heeft een vader’. Hij is een lieve vader, waar ik dol op ben. En verder zijn er genoeg gespierde vrienden die rondlopen in mijn huis.’

[van AD.nl]

Dit land is een reservaat voor pechvogels

Rudie Kagie is in Suriname om zijn boek Bikkel, over een politieke moord van het Bouterse-regime, te promoten. Niet alles verloopt volgens plan. „Hier lopen voorbereidingen stelselmatig in de soep.”
.

door Rudie Kagie

Zaterdag 27 april
Het valt niet mee om in het vliegtuig met de laptop op schoot te werken, maar er staan me de komende week ongetwijfeld zwaardere beproevingen te wachten. Ik ben op weg om in Suriname mijn boek Bikkel. Het verhaal van de eerste politieke moord van het Bouterse-regime onder de aandacht te brengen. De Surinaamse schrijversgroep S77 die zich over de organisatie van de promotour ontfermt, heeft me per e-mail gewaarschuwd: „We zullen behoedzaam moeten opereren.” Het thema van mijn boek ligt gevoelig, ook al beschrijf ik een moord van drieëndertig jaar geleden. Slachtoffer was de in Nederland wonende Surinaamse oud-adjudant Fred Ormskerk (1923-1980), bijgenaamd Bikkel, die kort na de coup opdook in zijn geboorteland, zich curieus gedroeg en uiteindelijk aan een hardhandig verhoor in de kazerne bezweek.
Het boek gaat ook een beetje over mezelf. In het voorjaar van 1980 werkte ik als correspondent voor NRC Handelsblad in Paramaribo. Nadat ik bij het militair gezag naar het lot van Ormskerk had geïnformeerd, werd ik ’s nachts van mijn bed gelicht en onder aanvoering van juntalid Bouterse ruw verhoord over mijn bronnen. Er werd gevloekt, geschreeuwd en gescholden. Als ik iets over de zaak Ormskerk zou publiceren, wachtte mij de kogel. Enkele uren na mijn vrijlating zat ik in het vliegtuig. Tabé Suriname. In dit land viel voor een journalist niet meer te werken.
En nu ga ik terug om te vertellen dat de contracoup waar Ormskerk destijds van werd beticht nooit heeft bestaan. Ik zocht de zaak voor mijn boek tot op de bodem uit. De tragische eenling Ormskerk werd in zijn cel doodgeknuppeld door militairen die hij zelf had opgeleid. In ronkende verklaringen draaiden militairen de werkelijkheid om: door Ormskerk uit te schakelen, was zogenaamd een catastrofe verijdeld. Daarna escaleerde het geweld en stapelden de leugens zich op. Een tropische regenbui teistert de vliegtuigraampjes als het vliegtuig op Jopie Pengel Airport landt. Ik had een paraplu moeten meenemen.
Zondag
Guesthouse Amice bevindt zich pal om de hoek van de Memre Buku kazerne waar ik destijds werd vastgehouden. De zondag begint om half acht met een gezond rondje rennen door de uitgestorven Dr. Sophie Redmondstraat, waar bij bar dancing El Molina de laatste doorzakkers naar buiten waggelen. Terug op mijn kamer begin ik een belronde langs mensen die hadden beloofd de komende week van alles te organiseren. Het draait uit op een treurig feest der herkenning. In Suriname lopen voorbereidingen zo stelselmatig in de soep dat mooie plannetjes bijna per definitie mislukken. Eigenaar Frits Terborg van boekhandel Eftee ziet af van de geplande signeersessie. De ontmoetingen met mensenrechtenactivisten, met de schrijversvakschool, de journalistenvereniging en andere organisaties waar in e-mails sprake van was, staan in geen enkele agenda.
De openbare Bikkel-avond, later in de week, gaat in ieder geval door. Rappa, schrijversnaam van Robby Parabirsing, coördineert de bijeenkomst, maar hamerde in een e-mail op het belang van een terughoudend pr-beleid. „Vooral gezien het nog steeds controversiële onderwerp moet er geen opzichtig vlagvertoon plaatsvinden. Voorzichtigheid blijft geboden. Als er dertig mensen komen en vijftien kopen een boek, dan mogen we al blij zijn.” De angst voor de militante achterban van Bouta’s NDP zit diep.
Maandag
De laksheid van de schrijversgroep verbaast me. Ik besluit zelf de promotie maar ter hand te nemen en ga proberen of een van de zes commerciële televisiestations van Suriname de korte YouTube-trailer voor het boek wil uitzenden. Ik stap binnen bij Apintie TV, waar de jonge Javaanse achter de balie met toegeknepen oogjes naar het beeldscherm tuurt: ‘Bikkel moet dood! Het verhaal dat de regeringen van Nederland en Suriname liever niet lezen’. Ze moet dit even overleggen met haar baas. Aan het einde van de middag belt de chef van dienst: „Dit uitzenden is vragen om moeilijkheden.”
Dinsdag
Toen vandaag precies drieëndertig jaar geleden Beatrix tot koningin werd gekroond, zat ik in Suriname. Op de dag waarop zoon Willem-Alexander haar opvolgt, zit ik er wéér. Bij dagblad De Ware Tijd geef ik de tekst van een advertentie door voor de Bikkel-avond. Andere media mail ik een persbericht. ’s Middags loop ik binnen bij televisiezender ABC om te vragen wat het kost om de reclamespot voor Bikkel uit te zenden. Directeur Henk Kamperveen wordt erbij gehaald. „Wij zijn niet gauw bang”, zegt hij. Tegen betaling van een paar tientjes zal ABC het spotje komende vrijdag ’s avonds zes keer uitzenden. Voorwaarde is dat de vijf seconden bewegend beeld van een jeugdige Bouterse eruit wordt geknipt. Rond borreltijd wacht de kroningsreceptie bij de Nederlandse ambassade, waar we onder aanvoering van de zaakgelastigde met applaus en driewerf hoera afscheid nemen van Hare Majesteit. Om half negen levert een taxi me af bij de studio van staatsomroep SRS waar Arlette Codfried me drie kwartier doorzaagt in haar literaire programma Skrifmanani. Ze heeft het boek niet gelezen, maar is complimenteus en lijkt oprecht geïnteresseerd in de mens achter de schrijver.
Woensdag
Vandaag viert Suriname Wrokoman Dei, de Dag van de Arbeid, met volstrekte passiviteit. ’s Middags voor het eerst de in Paramaribo wonende Ormskerk-dochter Annelies (60) ontmoet. Tot dusver spraken we elkaar alleen telefonisch en we mailden. Ze heeft het boek over haar vader sinds drie maanden in huis, maar durft het nog steeds niet in te zien. In de vooravond belt ABC-directeur Kamperveen om me voor de volgende ochtend uit te nodigen voor het goedbeluisterde radioprogramma Aktueel.
Donderdag
Het doorbladeren van De Ware Tijd zet een domper op het begin van de dag: mijn advertentie staat er niet in. Hoe weten mensen nu dat er vanavond een bijeenkomst voor mijn boek is? Dit land is een reservaat voor pechvogels. Ik moet straks langs bij de krant om het geld voor de niet geplaatste advertentie terug te vragen, maar eerst wijd ik voor de ABC-microfoon uit over het boek, waarbij ik kans zie om enkele keren terloops de Bikkel-avond aan te kondigen. Terug in het guesthouse lees ik de mededeling dat ik contact moet opnemen met Willy Albertga van Apintie. Een kordate dame, zo blijkt. Ze verwelkomt me met de woorden: „Zie zo, we gaan eerst een gesprekje van tien minuten met u opnemen voor ons tv-programma In de branding, dat vanmiddag om half zes wordt uitgezonden. Daarna gaan we de radiostudio in voor het interviewprogramma Niet zomaar een gesprek, een uur op vrijdagavond dat zondagochtend wordt herhaald.”
’s Avonds wacht de grootste verrassing: praathuis Tori Oso zit zo vol dat een deel van het publiek moet staan. Helaas is men vergeten een geluidsinstallatie te regelen, dus stemverheffing is onvermijdelijk. Ik heb me de afgelopen week geen moment bedreigd gevoeld, zeg ik. Gefeliciteerd, de democratie in Suriname is sterk genoeg ontwikkeld om de controversiële waarheid over de coup van Ormskerk aan te kunnen.
Rudie Kagie
Voordat Rudie Kagie (Den Haag, 1950) in 1992 toetrad tot de redactie van Vrij Nederland, waar hij nog steeds werkt, was hij ruim vijftien jaar freelance journalist voor onder meer NRC Handelsblad. Hij publiceerde dertig non-fictieboeken, waaronder Een gewezen wingewest; Suriname voor en na de staatsgreep (1980). Twee jaar geleden verscheen het ‘memoir’ Schuifkaas, waarin Kagie naar aanleiding van een reünie terugblikt op zijn verleden als voogdijpupil in kindertehuis Nieuw Voordorp. Zijn meest recente boek is Bikkel; De eerste politieke moord van het Bouterse-regime (2012). Kagie woont samen met de onderwijssociologe Uulkje de Jong.
Coup van Bouterse
Suriname kreeg in 1980 een militair regime na een coup onder leiding van Desi Bouterse. Na verkiezingen in 1987 kwamen de militairen in 1990 weer via een coup kort aan de macht. De moord op ‘Bikkel’ (zie Hollands Dagboek) is niet de enige door militairen onder leiding van Bouterse. Bij de Decembermoorden in 1982 werden 15 opposanten doodgeschoten. Ook anderen kwamen in de militaire periode onder verdachte omstandigheden om. Sinds 2010 is Bouterse de gekozen president van Suriname.

[uit NRC Handelsblad, zaterdag 4 mei 2013]

Op de bromfiets door de jungle

door Lydia Rood

Het charmante boekje Converseren in het Caraibs brengt de cultuur van de Surinaamse indianen bij andere Surinamers onder de aandacht. Samenstelsters Nowilia Tawjoeram-Sabajo en Bernadette Awatjale hebben bruikbare zinnetjes verzameld en het resultaat is een soort Wat en Hoe Caraïbisch. Er wordt een hoofdstuk gewijd aan de uitspraak, maar algemene uitleg over grammatica en structuur van de taal ontbreekt.

lees verder…

Documentaire laat de zorgen van Bonaire zien

door Belkis Osepa

Kralendijk – Bonairianen blijven hun zorgen uiten over de verslechterde sociaal-economische situatie op het eiland. Zo ook in de documentaire Onder Elkaar van de NTR die op zaterdag 13 april is uitgezonden. In de derde aflevering genaamd ‘Bonaire – Zwartkijkers’ kwamen in vogelvlucht de onderwerpen integratie van Nederlanders, armoede, alleenstaande moederschap, overleven in een bijzondere gemeente van Nederland en impulsen voor de jeugd aan de orde.

lees verder…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter