blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Journalistiek & Nieuwe media

Leo Morpurgo (10.02.1924-29.10.2013)

door Theo Hiemcke
“Maar doodslaan deed hij niet want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren en ook weemoedigheid die niemand kan verklaren en die des avonds komt wanneer men slapen gaat”. (Citaat uit gedicht: ‘Het huwelijk’ van Willem Elsschot).Hij was een van ons en Suriname was zijn bruid, hij kende het verschil tussen droom en werkelijkheid, waarheid en illusie, een begenadigd journalist, wars van leugens en halve waarheden. Zorgvuldig, professioneel en gewetensvol bracht hij de bewogen tijd die ons land doormaakte van dag tot dag haarscherp in beeld.Zijn onafhankelijk dagblad de Ware Tijd , was daarmee onmiskenbaar het ware geweten van Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen door de machthebbers die hun illusies voor een superieure waarheid hielden en zijn dagblad onder een niets ontziende censuur voor loze propaganda misbruikten. Het heeft hem tot in de ziel verwond. De tragiek tekende sindsdien zijn goedmoedig gezicht en droefheid straalde uit zijn ogen.Er zijn mensen die uitblinken als lichtend voorbeeld. Zo iemand was Leo Morpurgo. Bezield en integer hield hij ons een spiegel voor waarin we konden zien wie we waren, wat we zeiden en wat we deden, zodat we beter in staat zouden zijn mooi en lelijk, eerlijk en vals, goed en kwaad van elkaar te onderscheiden. Zonder die hoge norm van journalistiek, die vrije mening, is een waarachtige democratie niet mogelijk. Leo Morpurgo heeft ons de juiste weg gewezen, is ons daarin voorgegaan.

Zijn lichtend voorbeeld verdient navolging.

Leo bedankt.

‘Een kankantrie, een kolos is heengegaan’

door Ivan Cairo en Ewout Lamé

Paramaribo – Met het overlijden van oud-journalist en ex-hoofdredacteur van de Ware Tijd, Leo Morpurgo, is een groot Surinamer, “een kankantrie” heengegaan. In zijn werk streefde hij naar perfectie, hij was scherpzinnig en praatte politieke gezagsdragers niet naar de mond. Dat werd hem niet altijd in dank afgenomen. “Ik moét het volk vertellen dat je de verkiezingsbeloften niet nakomt”, zou hij toenmalige premier Jules Sedney begin jaren zeventig hebben toegevoegd, toen die opmerkte dat de Ware Tijd zijn kabinet te hard aanpakte in haar kolommen.  

Icoon

Collega-hoofdredacteur George Findlay van dagblad De West noemt Morpurgo ook een voorbeeld voor journalisten. “Iemand van de oude garde, bij wie velen te raad gingen.” Findlay roemt de wijze waarop Morpurgo zich voor de Ware Tijd heeft ingezet, vooral tijdens de dictatuur. “Er is hem toen fysiek geweld aangedaan. Als je als oudere journalist wordt geslagen, is dat een groot dieptepunt”, aldus Findlay. Findlay’s krant De West mocht anderhalf jaar niet verschijnen. Volgens de journalist had Morpurgo geen andere keus dan mee te werken met de censuur. “De militairen waren oppermachtig, er waren net journalisten vermoord (op 8 december 1982…red). Niemand zou het in zijn hoofd halen om te zeggen: ik doe het niet.”  

“Dit is één van de iconen, één van de laatsten die er is. Een kankantrie, een kolos is heengegaan”, zegt Chas Mijnals, toenmalig lid van de Nationale Militaire Raad (NMR) die aantrad na de militaire staatsgreep van 25 februari 1980. “Deze man heeft zoveel betekend voor het land en de media met zijn objectieve verslaggeving. Ik had heel veel respect en waardering voor hem, ook al was ik het niet altijd met hem eens. Hij was eerlijk en hard, wat hij zei daar stond hij achter”, herinnert Mijnals die destijds vaker door Morpurgo is geïnterviewd. “Hij was bepaald niet zachtzinnig. Hij was scherp in zijn mening en ik denk dat hij daardoor grote invloed heeft gehad op journalisten en met recht de nestor onder de Surinaamse journalisten wordt genoemd”, voegt de ex-militair eraan toe. Mijnals geeft verder aan, dat Morpurgo altijd goed beslagen ten ijs naar een interview kwam en zich niet met een kluitje in het riet liet wegsturen. “Zijn rust was iets wat altijd opviel. Hij nam geen genoegen met ‘ja’ en ‘nee’ en ook niet met langdradige verklaringen die nietszeggend waren. Hij was een journalist van formaat.”

Voorbeeldfiguur

De Nederlandse journalist Hans Buddingh’, auteur van Geschiedenis van Suriname, leerde Morpurgo in 1979 kennen. “Ik was koud een maand journalist toen ik op reportage aankwam in Suriname”, vertelt Buddingh’. “Ik ben bij Leo langs geweest en hij heeft mij zeer geduldig alle ingewikkeldheden van Suriname uitgelegd.” De twee bleven in contact; nog vorig jaar bood Buddingh’ aan Morpurgo de laatste druk van zijn geschiedenisboek aan. “Hij kwam toen breekbaar, maar nog heel vitaal over.”    

Buddingh’ noemt Morpurgo een voorbeeld voor jonge generaties Surinamers. “Veel mensen staan er niet bij stil, maar Morpurgo was de eerste die met de Ware Tijd aan journalistiek deed die echt onafhankelijk was, los van zakelijke of politieke belangen.” De bewondering van de NRC-journalist voor Morpurgo groeide met de jaren alleen maar. De periode na de decembermoorden, waarbij de Ware Tijd door de militaire machthebbers onder censuur werd geplaatst, was “een gruwel” voor Morpurgo. “Iedereen wist dat de krant werd gevuld met propagandaberichten. Alleen om zijn medewerkers in die moeilijke tijd niet brodeloos te maken, bleef Morpurgo de krant uitgeven.” Toch bleef hij zijn persoonlijke integriteit behouden, “in een tijd waarin er journalisten waren die zichzelf zagen als propagandisten van een zogenaamde revolutie.”    

In de jaren tachtig en negentig droeg Morpurgo als correspondent bij aan NRC Handelsblad. “We waren daar erg blij mee, hij deed secuur en met veel details verslag van de herdemocratisering van Suriname.” Morpurgo bleef de Surinaamse pers kritisch volgen, ook na zijn vertrek als hoofdredacteur in 1996. “Leo was ingenomen met een aantal kritische columnisten van de Ware Tijd“, herinnert Buddingh’ zich van hun laatste gesprek, “al vond hij dat het hoofdredactioneel commentaar wel wat scherper kon.” Want dat was zijn missie: machthebbers prikkelen en feiten onthullen.  

Te weinig geraadpleegd

Ook Imro Themen, vaker betiteld als één van de censoren op de redactie van de Ware Tijd tijdens de militaire dictatuur, zegt enorm veel te hebben geleerd van Morpurgo. Hij ontkent overigens met klem ooit als censor te hebben gefungeerd. Vanwege een familieband met toenmalig directeur Tjon A Kiet kwam hij vanaf de jaren zeventig regelmatig over de vloer en als kunst- en cultuurrecensist [bedoeld is: recensent – red. CU] en columnist leverde hij ook bijdragen aan de krant. “Mensen houden ervan om te stigmatiseren”, benadrukt Themen. “We verliezen een heel belangrijke persoon. Hij was een eerlijk mens met veel kennis. Een man die in wezen veel te weinig is benaderd om zijn kennis en kunde met anderen te delen”, zegt Themen. Volgens hem had Morpurgo met zijn ruime ervaring en kennis een grote bijdrage kunnen leveren aan het opzetten van een mediaraad in Suriname. De perfectie in zijn werk was onnavolgbaar. “Hij maakte zelden een taalfout”, weet de vroegere columnist.  Hij zegt weleens in de clinch te zijn geraakt met de hoofdredacteur. Soms vond Morpurgo dat hij in zijn column ‘Ook een stem’ te kritisch was naar bepaalde politieke organisaties. “We hebben nooit ruzie gehad, maar er waren wel momenten waarop hij vond dat ik te scherp was.” Ook had hij een meningsverschil met Morpurgo nadat een kunstenaar zijn beklag had gedaan bij de hoofdredacteur omdat Themen hem in een recensie te zwaar had aangepakt. “Kan je een volgende keer een beetje rekening houden met die man”, zou de hoofdredacteur toen gevraagd hebben.    

[uit de Ware Tijd, 31/10/2013]

Leo Morpurgo overleden

door Ivan Cairo  

Paramaribo – Leo ‘Moppie’ Morpurgo, oud-hoofdredacteur van de Ware Tijd is dinsdagmiddag in het ziekenhuis na een kortstondig ziekbed op 89-jarige leeftijd overleden. De Ware Tijd heeft de wens van de familie aan de pers gerespecteerd om dit bericht niet vóór zes uur woensdagavond te publiceren.  

lees verder…

Bikkel & Kagie: een stukje onverwerkt verleden temmen

door Walter Lotens

De jonge Nederlandse journalist Rudie Kagie vertrekt naar Suriname op een ogenblik dat geen enkele Nederlandse krant zit te wachten op een correspondent in de West. Dat was net voor de militaire coup van 25 februari 1980 waardoor 16 sergeanten onder leiding van een zekere Desi Bouterse de macht overnamen. Vanaf toen ging de aandacht van de wereld, en zeker van Nederland, uit naar dat landje waar nooit iets gebeurde en toch zeker geen staatsgreep. Kagie krijgt een opdracht van NRC-Handelsblad en beschrijft wat er gebeurt in dat gewezen wingewest van Nederland.
Een gewezen wingewest, Suriname voor en na de staatsgreep is ook de titel van het werk dat hij in 1980 schreef op basis van zijn dagbladreportages. Het is een goed geschreven boek van een journalist – hij bedankt de linkse Surinamer Sandew Hira voor zijn speurwerk en kritische zin – die niet onsympathiek stond ten aanzien van ‘onze jongens’ die op dat ogenblik van velen het voordeel van de twijfel kregen. Zijn verhouding met de militairen krijgt echter een heel andere wending wanneer hij verneemt dat Fred Ormskerk, een oud-militair van Surinaamse origine die net terug was in het land, in zeer verdachte omstandigheden om het leven was gekomen in de grootste kazerne van Paramaribo. Op een nacht in 1980 wordt hij onzacht van zijn bed geplukt en voor ondervraging overgebracht naar de Memre Boekoe-kazerne waar hij door leden van de Nationale Militaire Raad (Desi Bouterse, Chas Mijnals, Roy Horb en Stanley Joeman) aan een zeer hardhandig kruisverhoor wordt  onderworpen. De militairen verwijten hem een handlanger te zijn van het koloniale Nederland en verbieden hem, op gevaar van erger, om nog over het geval-Ormskerk te publiceren. Na die dreigementen pakt de Nederlandse journalist zijn koffer en verlaat via een sluipweg het land.

De dood van Fred Ormskerk werd afgedaan als een ‘incident’, ook door een voorzichtig Nederland dat het voordeel van de twijfel gaf aan de militairen. Door de Surinaamse ziekenhuisarts Albert Vrede die als patholoog-anatoom optrad werd een hersenoedeem als gevolg van inwerking van stomp geweld geconstateerd. Het stoffelijk overschot werd naar Nederland overgebracht, waar het op 19 mei 1980 opnieuw werd onderzocht, nu door dr. Jan Zeldenrust. Deze constateerde onderhuidse bloeduitstortingen en diverse versplinterde ribben. Ormskerk was Nederlands staatsburger, maar het toenmalige kabinet-Van Agt reageerde zeer omzichtig. In zijn antwoord op schriftelijke vragen van PvdA-kamerleden verzweeg minister van Justitie Job De Ruiter het door Vrede geconstateerde hersenoedeem en meldde hij slechts dat door Zeldenrust de doodsoorzaak niet definitief kon worden vastgesteld omdat deze nog op het sectierapport van Vrede wachtte, dat uiteindelijk slechts een zeer summier A4’tje bleek te zijn.

Als op 8 december 1982 vijftien prominente Surinamers worden doodgeschoten in het militaire cellencomplex van Fort Zeelandia, verliest het Bouterse-regime echter heel veel krediet en vervalt het voordeel van de twijfel ten aanzien van het militaire bewind in Suriname voor Nederland. ‘Op de vlucht neergeschoten,’ luidde het officieel en weinig vindingrijk. De toedracht van de zogenaamde decembermoorden werd gedurende vijf jaar diepgaand door de Surinaamse justitie onderzocht, maar nadat de hoofdverdachte Desi Bouterse Surinaams president is geworden, werd een  amnestiewet uitgevaardigd waardoor hij en de andere verdachten waarschijnlijk verder buiten schot zullen blijven. Ook de daders van de moord op Fred Ormskerk werden nooit opgespoord.
Daarom trekt Rudie Kagie, meer dan dertig jaar na de feiten en nu werkzaam voor Vrij Nederland – volop in het Bouterse-tijdperk -, opnieuw naar Suriname om meer te vernemen over wat hij in de ondertitel van zijn boek als de eerste politieke moord van het Bouterse-regime bestempeld.
Bikkel is het journalistieke onderzoek naar de dood van Fred Ormskerk, naar de omstandigheden van zijn overlijden, maar ook naar zijn drijfveren om in het Suriname na de militaire staatsgreep op te duiken en tevens naar de persoonlijkheid van deze bikkelharde militair, die vandaar de roepnaam ‘bikkel’ kreeg.
Ormskerk wordt omschreven als ijzervreter, driftkop, bloedfanatiek, streng maar rechtvaardig, keihard voor zichzelf (en zijn negen kinderen…), Spartaans, militair in het kwadraat en bovendien uitzonderlijk sterk. Iedereen, zo merkt Kagie op, sprak met veel respect over deze volbloed militair. Na het vertrek van de TRIS (Troepenmacht in Suriname) in 1975 treedt Ormskerk in dienst van de gloednieuwe Surinaamse KrijgsMacht (SKM), maar hij vindt dat de bevelhebber, kolonel Elstak, er een potje van maakt. En hij is niet de enige. Dat vinden Bouterse en zijn kompanen ook. Elstak wordt door velen een verwaande grappenmaker genoemd. De verhouding tussen Elstak en de (onder)officieren verslechtert al snel en is zeker een van de belangrijke redenen geweest die geleid hebben tot de militaire coup van 25 februari 1980. Op dat ogenblik was Ormskerk al uit dienst. Om persoonlijke redenen vertrekt hij in 1979 – hij is dan 56 jaar – met pensioen naar zijn gezin in Nederland. Maar deze militair-in-hart-en-nieren kan niet wennen in een keurige rijtjeswoning en zijn opvoedingsmethoden worden hem door zijn vrouw ook niet in dank afgenomen. Zij noemt hem ‘totaal verslaafd’ aan het leger en zó streng voor de kinderen dat die blij waren als hij er niet was (p. 54).

In Nederland hoort de gepensioneerde militair dat er een coup heeft plaatsgevonden in Suriname. Hij is in het geheel niet verbaasd, want al sinds 1979 circuleerden er verschillende initiatieven voor een staatsgreep. Ormskerk is integendeel zeer enthousiast. Zijn ‘jongens’ hebben het toch maar voor elkaar gekregen! En is hij niet een god voor die ‘jongens’? Hij belt met Suriname in de veronderstelling dat ze hem daar goed kunnen gebruiken, maar Bouterse zit niet op hem te wachten. Volgens auteur Kagie moet er toen iets in Ormskerk geknapt zijn en wordt hij van medestander tegenstander. Als hij na een aantal geheimzinnige besprekingen met andere tegenstanders van de NMR in Nederland plotseling zijn gezin meldt dat hij er even ‘tussenuit’ moet naar Parijs, is zijn vrouw blij. Ze heeft hem niet meer levend gezien. Een paar dagen later duikt hij op in Frans-Guyana, reist via Albina naar Paramaribo en wordt gearresteerd met al zijn coupplannen in zijn bagage.

Ormskerk wordt tijdens zijn verhoor op 1 mei geslagen en zodanig mishandeld dat hij overlijdt. De volgende ochtend wordt hij dood in zijn cel aangetroffen, waarna het militaire regime van Suriname meldde dat Ormskerk was omgekomen bij een vluchtpoging. Van een feitelijke couppoging is later niets gebleken.Rudie Kagie probeert aan de hand van zeer vele gesprekken met betrokkenen, zowel in Suriname als in Nederland, de gebeurtenissen van toen te reconstrueren – waarschijnlijk wilden de militairen hun vroegere instructeur niet doden en is de hardhandige ondervraging waaraan hij onderworpen werd uit de hand gelopen. De zwart-witte militaire logica waarvan Fred Ormskerk de vertolker was, is door zijn ‘jongens’ zeer goed toegepast en heeft hem zelf – o ironie – het leven gekost.

Rudie Kagie stond voor een zeer moeilijke opdracht. Hij geeft trouwens zeer eerlijk toe dat hij zich details van dertig jaar geleden niet goed meer herinnert. En er is niet alleen de slijtage van het geheugen, maar ook de ‘blinde muren’ waartegen je in Suriname als onderzoeker voortdurend aanbotst, zeker dan als je Nederlander bent. Het zou echter zeer onheus zijn om het werk van Kagie af te doen als het zoveelste betweterige boek van de zoveelste Nederlandse journalist die zijn licht laat schijnen over Suriname. Rudie Kagie is trouwens ook zeer kritisch voor het Nederlandse beleid dat om staatsredenen het vieze potje van de affaire-Ormskerk liever niet wilde openen. “Nederland had op zijn minst bij Suriname moeten aandringen op een grondiger onderzoek dan het simpele A4’tje waarmee de zaak werd afgedaan.” (p. 199)

Bikkel is een boeiend boek en tevens een uitzonderlijk document omdat in een land als Suriname onderzoeksjournalistiek nog steeds als een vies woord beschouwd. Het is een van de weinige publicaties over de zwarte bladzijden van de recente Surinaamse geschiedenis. “De zwartste bladzijden uit de geschiedenis zijn meestal de leerzaamste,” besluit Kagie. Kan een boek als Bikkel ook nu nog een maatschappelijk effect hebben, wetende dat de zaak uit 1980 is verjaard en dat het te laat is om de vermoedelijke daders nog voor het gerecht te slepen? In Nederland stelde het Kamerlid Harry van Bommel van de Socialistische Partij naar aanleiding van het boek schriftelijke vragen over onder andere de betrokkenheid van Hardjoprajitno. In Bikkel verklaren drie getuigen dat John Hardjoprajitno, één van de zestien onderofficieren van de militaire coup, betrokken was bij de dood op Ormskerk. Paul Bhagwandas en Roy Horb, allebei intussen overleden, zouden ook betrokken geweest zijn bij het verhoor dat Ormskerk fataal werd.En in Suriname onder president Bouterse? Hoe werd daar het boek onthaald? Kagie trok in april 2013 naar Paramaribo om het boek te promoten. Er verscheen onder meer een positieve bespreking in de toonaangevende krant de Ware Tijd en de auteur werd ook geïnterviewd door Apintie-televisie en gaf diezelfde avond ook een lezing in literair café Tori Oso. Een lezing over een van die zwarte bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis waarbij de huidige president betrokken was. Zou ze indruk gemaakt hebben in het nieuwe Bouterse-tijdperk? Ik weet het niet, maar ik hoop dat het boek kringen maakt en dat het meer in Suriname dan in Nederland zal worden gelezen. “Alles gaat voorbij, behalve het verleden,” schreef de socioloog Luc Huyse in een boek over omgaan met een traumatisch verleden van geweld en burgeroorlog, zoals in Zuid-Afrika en Rwanda. “Het verleden temmen, daar gaat het steeds weer om. En, als het kan, rust brengen in het hoofd en hart van wie vandaag en morgen leeft. Maar wat voorbij lijkt, wijkt niet.” Dat gaat ook op voor Suriname, ook al probeert de huidige regering-Bouterse alle sporen van dat verleden uit te wissen.

Bikkel is de zeer lovenswaardige poging van een betrokken en zoekende einzelgänger om een stukje onverwerkt Surinaams verleden te helpen temmen en daarnaast is het ook nog een spannend boek geworden.
Rudie Kagie, Bikkel, Het verhaal van de eerste politieke moord van het Bouterse-regime, Bert Bakker, Amsterdam, 2012, 216 blz. ISBN 9789035137561

Nederlands dekolonisatieproces ambitieus beschreven

door Walter Lotens          

Op de cover van Afscheid van de koloniën worden twee geografische kaarten bij elkaar gebracht. Het zijn Indonesië en Suriname, twee voormalige Nederlandse koloniën. De eilanden die vroeger de Nederlandse Antillen heetten, staan er niet op, want daarvan heeft Nederland nog niet volledig afscheid genomen.

lees verder…

“Limbojaans”

door Asruf Muradin

Je ziet zelden zulke metamorfoses als welke Cliff Limburg heeft geëtaleerd. Cliff wordt verfoeid door echte journalisten in Suriname. Dat is niet zonder reden. In de fronttijd heeft deze radioman op alle slakken van Front zout gelegd. Hij maakte propaganda voor de NDP. Dat is beloond met een baan op het kabinet en staat op de payroll van de Surinaamse overheid. Vanaf de dag dat hij in dienst trad ziet Cliff kans om dezelfde zaken die hij vroeger afkraakte niet meer te bespreken.

lees verder…

Notaris Chitoe eist rectificatie van Parbode

Notaris Dipak Chitoe eist in kort geding via zijn raadsman Stanley Marica een correctie tegen de uitgever van Parbode, Jaap Hoogendam. Chitoe voelt zich beledigd en aangetast in zijn goede naam en eer. Parbode heeft in het septembernummer gepubliceerd dat Chitoe als kandidaat-notaris al teksten zou veranderen, wanneer deze getekend waren. Chitoe zou een van de minstens drie notarissen zijn waar vraagtekens bij geplaatst kunnen worden. “Het gaat vaak om witwassen.”

Parbode moest de septembereditie op last van de rechter uit de schappen in Suriname halen. Rechter Ingrid Lachitjaran stelde de weduwe van de vermoorde architect Harold van Ommeren en een dochter in het gelijk. Zij maakten bezwaar tegen een reportage in Parbode, waarin de onopgeloste moord in 1976 werd gereconstrueerd en mogelijke scenario’s uit de doeken werden gedaan. In deze editie was er ook een artikel opgenomen over verkoop van het monumentale pand aan de Watermolenstraat 16 aan de notaris, die het pand liet slopen. Dit is een misdrijf, waardoor Chitoe uit het ambt gezet kan worden. Deze kwestie heeft Parbode aan de kaak gesteld.

Gewraakte passage 

In Parbode wordt een niet bij naam genoemde notaris geciteerd, die geen fraaie dingen over Chitoe zegt. “Als kandidaat-notaris ging hij al de fout in. Hij veranderde na ondertekening teksten, wat een doodzonde is. Desondanks is hij uiteindelijk notaris geworden, maar je verandert de aard van het beestje niet. Van de twintig notarissen is het gros in orde, maar bij minstens drie kan je vraagtekens zetten. Het gaat vaak om witwassen. Dat wildvreemden met gigantische contante bedragen aan komen zetten. Chitoe heeft een Porsche en een BMW uit de 6-serie, dan weet je het wel. Hij is een alleseter. Ze nemen alles aan waaraan ze kunnen verdienen. Of hij geschorst is geweest of een berisping heeft gehad? Zou goed kunnen.”

Chitoe vraagt aan de rechter dat Hoogendam in de eerstvolgende editie van Parbode een correctie plaatst. Hij moet aangeven dat de uitlatingen in strijd zijn met de waarheid en werkelijkheid. Het gaat om uitingen die beledigend en onnodig krenkend zijn voor de notaris. Hij moet ook zijn verontschuldigingen aanbieden.

Er loopt ook een kort geding tegen Parbode aanhangig gemaakt door ex-minister Ramon Abrahams. In de editie van augustus was hij de aandachtstrekker met het artikel ‘De affaire Abrahams; Stelen in de politiek loont’. Deze zaak is uitgesteld naar november. Het kort geding aanhangig gemaakt door Chitoe dient op 17 oktober.

[uit Starnieuws, 5 oktober 2013]

Bedrijf dwingt Kolf-Bergraaf via oproep tot betalen

door Naomi Hoever

Paramaribo – In een oproep die vrijdag in de Ware Tijd is verschenen worden Jane Kolf-Bergraaf en Chantel Vyent door het grafisch bedrijf AeBéCé opgeroepen zich te wenden tot de financiële afdeling van het bedrijf. Kolf-Bergraaf die directeur is van Kolberg consultancy zegt dat haar naam ten onrechte door het slijk wordt gehaald.
Echter is directeur eigenaar Steve Contino een  ander mening toegedaan. “Vanaf de eerste financiële afhandeling heeft de moeder getekend. Zij correspondeert met mij. Als ik die dochter opbel krijg ik te horen; bel me moeder.” Contino heeft nog een restant bedrag van SRD 3740 te ontvangen van de Stichting voor het drukken van truitjes.
Volgens Contino maakt Kolf-Bergraaf duizenden afspraken met hem, maar komt deze nooit na. “Ik heb langer dan anderhalf jaar nagedacht of ik deze oproep zou plaatsen.” De vorige week heeft Contino voor de laatste keer contact gehad met haar. Toen kreeg hij te horen: “Ik ben in de bank, ik loop zo langs.”
Volgens Contino is Vyent in naam van haar moeder naar het bedrijf gestapt. Hij heeft eerder zaken gedaan met Kolf-Bergraaf. Toen die betaling niet los kwam heb ik gesproken met Jane. Die dochter kwam nooit aan de telefoon.” Contino vermoedt dat het een tyutya is tussen moeder en dochter.
[uit de Ware Tijd, 21/09/2013]

Rechter: maandblad Parbode uit de schappen

Paramaribo – Parbode heeft het vrijdag kortgeding verloren dat familie Van Ommeren tegen het maandblad had aangespannen. Kantonrechter mr. I.S. Changur-Lachitjaran heeft de uitgever gesommeerd de september-editie uiterlijk zaterdag 14 september om 13.00 uur uit de handel te halen. Dit meldtParbode op zijn website.

De familie Van Ommeren maakte bezwaar tegen een reportage in Parbode, waarin de onopgeloste moord op de bekende architect Harold van Ommeren in 1976 werd gereconstrueerd. Daarbij werden ‘mogelijke scenario’s’ uit de doeken gedaan, waaronder mogelijke betrokkenheid van de familie.

Met name weduwe Mangaldee van Ommeren-Poeran en dochter Helsa van Ommeren vonden het artikel beledigend en de publicatie ervan onrechtmatig omdat ze er geen toestemming voor hebben verleend.. De rechter stelde hen in het gelijk.
De uitgever en redactie stelden echter dat “zeer zorgvuldig te werk is gegaan en 43 verschillende bronnen zijn geraadpleegd, inclusief andere familieleden van de heer Van Ommeren”. Maar de rechter oordeelde dat “álle familieleden toestemming hadden moeten verlenen” voordat tot publicatie mocht worden overgegaan.
In Nederland, Curaçao en in andere landen blijft Parbode wel te koop, aangezien de rechter zich niet bevoegd achtte om een uitspraak te doen over gebieden buiten Suriname.[uit de Ware Tijd, 13/09/2013]

Ex-minister Abrahams naar rechter om artikel in Parbode

Paramaribo, 5 sep – Ex-minister Ramon Abrahams heeft via zijn raadsman Irvin Kanhai een rectificatie geëist van het Surinaamse maandblad Parbode. Abrahams is niet te spreken over het artikel ‘De affaire Abrahams. Stelen in de politiek loont‘ dat in de augustus editie van het blad verscheen. Volgens Kanhai worden in het artikel, zonder verder bewijs, beweringen gedaan en beschuldigingen geuit die schadelijk zijn voor zijn cliënt.
Na het ontslag van Ramon Abrahams als minister van Openbare Werken ging Parbode op onderzoek uit en schreef hoofdredacteur Armand Snijders hoe Abrahams zich heeft verrijkt tijdens zijn functie. Snijders zegt hierover aan Starnieuws: “Wij hebben veel anonieme bronnen gebruikt. Mensen durven niet te praten uit represaille. We kunnen onze bronnen ook niet prijsgeven. Voor ons is het een testcase hoe de rechter ermee om zal gaan. Het gaat om klokkenluiders”.
De zaak wordt op 3 oktober bij de rechter behandeld. Intussen kunt u het uitgebreide artikel hier terug lezen: De affaire Abrahams. Stelen in de politiek loont.
[Waterkant, donderdag 5 september 2013]

Dagblad de Ware Tijd wil een boek verbieden

door Jaap Hoogendam

Boekhandel Vaco en onze uitgeverij hebben een deurwaarder op bezoek gehad met een advocatenbrief waarin de Ware Tijd en hoofdredacteur Meredith Helstone ons commanderen een boek uit de handel te halen en waarin ze aankondigen naar de rechter te gaan. Zeer opmerkelijk dat een krant de vrijheid van drukpers wil aantasten. Wat is er aan de hand ?

lees verder…

Telecommunicatiemuseum in Nieuw-Amsterdam

Paramaribo – Telesur heeft vorige week een telecommunicatiemuseum in Nieuw-Amsterdam geopend. Dit museum staat pal naast het Openlucht museum, aan de overkant van het districtscommissariaat. Het museum is bedoeld om de historie van de telecommunicatie in Suriname te belichten. Telesur directeur Dirk Currie zegt dat het idee al langere tijd bestond alleen … werd nog naar een geschikte locatie gezocht. De keuze is gevallen op Commewijne omdat er een vervallen monumentaal gebouw beschikbaar was. Beluister het verslag vanuit Commewijne, hier.

[van nospang, 19 augustus 2013]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter