blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Kinder- en Jeugdliteratuur

Wanneer mag seks? Grenzen van jeugdliteratuur (I)

[Tekst voor het openingscollege van de Masters opleiding Nederlands aan de Anton de Kom-universiteit, Subfaculteit Humaniora, 30 januari 2012]

door Ismene Krishnadath

Groet, (Vertegenwoordigers ADEK en vooral dr. Renata de Bies, Bouwdecaan van de Masters Opleiding Nederlands van de subfaculteit Humaniora aan de ADEK, dank u voor de uitnodiging om dit openingscollege te verzorgen. Gegroet dames en heren, studenten en overige belangstellenden)

Mag ik u allen feliciteren met de opening van deze opleiding waar lang naar is uitgekeken door veel betrokkenen in het taalveld. Het wordt hoog tijd dat we in Suriname komen tot een gestructureerd taalbeleid. Wetenschappelijke taalopleidingen zijn een must om daarbij de nodige inputs te kunnen geven.

lees verder…

Biblion en onze kinderboeken

door Els Moor

NDB-Biblion is een Nederlandse organisatie die dienstverlenend werkt voor bibliotheken. Door boeken, geselecteerd op kwaliteit en aanwinst, te leveren aan bibliotheken in ’n uitleenbare versie, voor jarenlang gebruik. De organisatie geeft zelf vakliteratuur uit, met name over leesbevordering. De doelstelling is productontwikkeling en -verbetering. Biblion denkt mee!

Medewerkers schrijven recensies over pas verschenen boeken en geven de kwaliteit aan met betrekking tot inhoud, vorm en taal, maar ook uitvoering (illustraties, lay-out en stevigheid van het boek). Biblion ontving recente Surinaamse kinderboeken en maakte daarover de gebruikelijke recensies. We geven enkele voorbeelden van die recensies alsook van de recensies in ‘dWTL’, over dezelfde boeken middels onze ‘kinderredactie’. De vraag: Hoe anders wordt er aan weerszijden van de oceaan gekeken naar Surinaamse kinderboeken?

Van Wim Veer is de tuinman en de apen, naar een oud boeddhistisch verhaal. Het is geen boekje met foto’s van dieren, zoals we van hem gewend zijn, maar met kleurige tekeningen van Ginoh Soerodimedjo. Het gaat over een koning met een erf vol fruitbomen. Hij heeft een goede tuinman, maar die moet een tijdje weg wegens familiezaken. Hij laat de apen voor de jonge boomplantjes zorgen. Dat gaat fout: ze trekken ze uit de grond om te kijken hoe groot de wortels al zijn. Als de tuinman terugkomt, zijn er geen jonge boompjes meer. Tegen de koning noemt de tuinman de apen ‘dom’. Maar de koning vindt de tuinman ‘dom’.

Marianne Schoonen, recensent van Biblion, vertelt het verhaal alleen maar na, zonder ander commentaar dan dat de tekst en de tekeningen ‘een Surinaamse inslag’ hebben. Wat is dat? Dit is geen Surinaams verhaal en dat maakt Wim Veer er zeker niet van en de illustrator al helemaal niet. De tekeningen zien er Aziatisch uit, het landschap ook. De vruchtbomen zijn bomen die wij hier ook hebben met ‘manje, bacove, advocaat en pommerak’. Die namen zijn Surinaams, ja, duidelijk voor de jonge lezers, maar verder is er niets ‘typisch Surinaams’. Kritiek heeft Schoonen op de kaft, die wel hard is, maar te dun en de bladzijden die aan elkaar plakken bij het openleggen.

Onze recensie van Marja Themen-Sliggers en haar team heeft kritiek op het feit dat de titel geen hoofdletter heeft, terwijl in het boek wel overal hoofdletters staan. De jeugdige recensenten vinden het leuk voor kinderen, dat ze in dit verhaal de apen kunnen herkennen als kwata-apen en de vruchten als hun eigen vruchten. Duidelijk wordt gezegd dat de tekeningen de boeddhistische sfeer goed weergeven en het commentaar op het verhaal is: ‘Binnen de boeddhistische filosofie is de verantwoordelijkheid van de mens een belangrijk item. Boeddha zelf zwierf over de wereld en ontmoette mensen met allerlei problemen… en werd wijs. Tuinman wist dus best wel wat de koning bedoelde!’ Hier wordt duidelijk een stukje uitleg gegeven over de achtergrond van het verhaal.

Van Susan van Dijk-Leefmans is de driedelige serie over het paard Manga. In het eerste deel krijgt het meisje Zarina, die op een boerderij woont, haar cadeau en sluit het paard vriendschap met andere dieren, vooral met Rambo, een bruine ram met een zwarte buik. In deel twee komt een mannelijk paard Manga dekken. Ze vinden elkaar leuk en Rambo wordt letterlijk ziek van jaloezie. Gelukkig weet Manga hem liefdevol te redden. In het derde deel wordt de verjaardag van Manga gevierd, nota bene mét de klas en de meester van Zarina.

T. Mortier is de recensent van Biblion. Hij of zij beweert: ‘Het verhaal van Manga is het eerste in een reeks van drie, maar doet niet uitkijken naar meer. De verhaallijn heeft weinig om het lijf en de tekst lijkt niet geredigeerd.’ Voor de tekeningen van Reginald Kartowirjo heeft de criticus geen goed woord over en de vormgeving wordt afgedaan met het woord ‘ondermaats’. Deze kritiek wordt letterlijk herhaald bij deel 2 en 3, alsof het om hetzelfde boekje gaat.

Marja en haar jonge medewerkers gaan uitgebreid in op de inhoud van de drie delen. De relatie en zelfs de vriendschap tussen verschillende dieren vinden de kinderen boeiend en ze geven voorbeelden die ze zelf meegemaakt hebben. Ook boeit de schoolmeester hen die nadat hij Zarina op een vervelende manier strafwerk heeft gegeven, toch naar het feest komt, nota bene met zijn jonge kaaiman. Ze hebben terechte kritiek op sommige tekeningen die de tekst niet helemaal dekken.

De schrijfster zelf vroegen we of de boekjes het ‘doen’ in Suriname. Dat is zeker zo. Deel 2 is zelfs al uitverkocht en kinderen op een school waar ze ermee kwam, werken met creatieve werkvormen en herkenden de verliefdheid en de jaloezie. Ze gaven voorbeelden uit eigen ervaring. Een meisje van 9 jaar belde haar zelfs thuis op om te vertellen dat ze al 5 jaar verliefd is op dezelfde jongen! Susan is het wel eens met de kritiek op de tekeningen en praat erover met haar illustrator.

Wat zien we? In deze en ook in andere recensies van Surinaamse kinderboeken door Biblion valt op dat de recensenten het verhaal niet op zijn authentieke waarde kunnen beoordelen, omdat ze de leefwereld van Surinaamse kinderen niet kennen, noch de ontwikkelingsfase waarin de Surinaamse kinder- en jeugdliteratuur zich bevindt. Met enerzijds kinderen die het Nederlands goed beheersen en lezen en anderzijds heel veel kinderen – vooral in district en binnenland – voor wie Nederlands een tweede taal is of zelfs een vreemde taal (voor de Trio bijvoorbeeld). Voor die kinderen zijn teksten moeilijk, waardoor ze behoefte hebben aan eenvoudige, herkenbare verhalen met duidelijke plaatjes. Misschien is het een goed idee om Lees je wijs!, een handboek van de Surinaamse jeugdliteratuur, naar Biblion te sturen, zodat ze beter kunnen inschatten wat de inhoudelijke kwaliteit van de boeken is. Anderzijds is het goed dat de Surinaamse schrijvers en uitgevers gewezen worden op technische onvolkomenheden van hun boeken.

Het is ook belangrijk dat Surinaamse auteurs zelf kunnen bepalen welke boeken passen in Nederlandse bibliotheken voor de Nederlandse kinderen. Min of meer universele boeken wat inhoud en taalgebruik betreft. Technisch gezien moet alles uiteraard in orde zijn!

Voor hen die hun boek een plaats willen geven in Nederlandse bibliotheken het e-mailadres van Biblion: mi@nbdbiblion.nl. Telefoon: 0031-703377733. Ook Kidztori, Surinaams opvoedkundig tijdschrift, heeft een vaste rubriek over lezen en Surinaamse kinderboeken. Bij de besprekingen wordt gebruik gemaakt van ‘Lees je wijs!’, met werkvormen en tips hoe de kinderen om kunnen gaan met literatuur.

[uit de Ware Tijd, 28/01/2012]

Prinses Ivana moet zelfbeeld Afro-Surinamers stimuleren

door Ruth Nortan

Paramaribo – Prinses Ivana, het prinsesje dat haar haren niet wilde kammen, is een sprookjesfiguur uit het debuutboek van Hilly Arduin. Het boek is niet per se geschreven voor het Afro-Surinaamse kind, maar voor elk kind. De Afro-Surinamer zal zich echter herkennen en identificeren bij het lezen van het boek, waarin onder meer het kroeshaar van de Afro-Surinamers een belangrijk thema inneemt.

Woensdag debuteerde vertelkunstenaar Hilly Arduin met haar eerste boek: Prinses Ivana het prinsesje dat haar haren niet wilde kammen. Het boek is een prachtige glossyuitvoering met illustraties van Gerold Slijngard. Arduin geeft de lezer een duidelijke boodschap mee: waardeer de schoonheid van de Afro-Surinaamse haardracht.

Het begint bij het zelfbeeld

Arduin vertelde aan de hand van een anekdote over haar kleinzoon het zelfbeeld dat bij kinderen leeft. Fundamenteel moeten wij onze kinderen een juist en positief zelfbeeld bijbrengen. Daar begint het mee. Elk kind zwart, geel, wit of bruin is een prinses. “Ik riep mijn kleinzoon en zei: “Kom, ik ga je een leuk verhaaltje vertellen over prinses Ivana. Mijn kleinzoon keek naar het plaatje en zei: ‘Prinses Ivana is geen prinses, want ze is niet wit en ze heeft geen blond haar.’”

Precies daar begint het; wat leren we onze kinderen over hoe zij zichzelf moeten zien? Met dit boek heeft Arduin de toon gezet om meer waarde te hebben voor de eigen cultuur met name de haarcultuur (kroeshaar). Elk kind kan een prinses zijn. Eddy van der Hilst was gekant tegen het idee ‘prinses’, laat dat maar voor de witmans’, zei hij. Echter werd dit tegengesproken door een opmerking uit het publiek, dat er in Afrika ook sprake van was de Ashantikoning en zijn koninkrijk met daarin prinsen en prinsessen.

Gekoppeld aan de boekpresentatie was er ook een haarshow van zus Bena, waarin verschillende zeer kunstige kapsels werden gepresenteerd aan het publiek. Adoo tetey of tompu ook wel bekend als de motjo kumba was een van de blikvangers. Ook het trouwkapsel voor kroeshaar was prachtig en kunstig gemaakt door kapster Lilian. Stanley Slijngard ‘Sombra’ wist met zijn poëzie en agers’ tori’s menigmaal het publiek aan het lachen te brengen.

“Het illustreren van dit boek heb ik als een echte uitdaging gezien. Op basis van onderzoek naar de Afrikaanse cultuur heb ik binnen korte tijd de composities gemaakt. Verschillende bezoekers lieten zich positief uit over de prachtige, kleurrijke en mooie tekeningen die herkenbaar zijn en tot de verbeelding spreken.”

[uit de Ware Tijd, 27/01/2012]

Dromen van Dieren: boek, cd, film, tekeningen

De multi-mediacreatie Dromen van Dieren, een productie van Stichting Culturele Droomwevers (op initiatief van Henry Muldrow), is voltooid. Het ABC-boek met cd omvat 26 liedjes, 26 versjes, 26 tekeningen en 52 animatiefilmpjes.

lees verder…

Qwikzite Award voor website Pelikino

Willemstad – Pelikino, het multi-linguaal familiariseringsprogramma bestemd voor kinderen van 4-8 jaar waarmee zij kunnen wennen aan een vreemde taal, heeft op donderdagavond de Qwikzite Award gewonnen tijdens de jaarlijkse uitreiking van deze prijs op Curaçao.

Oprichters Joes Wanders en Marianne Prins namen de prijs in ontvangst tijdens de jaarlijkse QwikZite nieuwjaarsborrel. De prijs, een T-shirt met ‘bling bling’-opdruk, werd uitgereikt door QwikZite-ontwerper en adviseur Rianne Hellings van Kuki & Co. De QwikZite Award is in het leven geroepen door Kuki & Co, een lokaal bedrijf dat websites ontwerpt die gemakkelijk te onderhouden zijn met het Qwikzite programma, een contentmanagementsysteem dat is ontworpen op Curaçao. Elk jaar reikt het bedrijf een prijs uit aan de beste website die met het programma is gemaakt in het voorgaande jaar. Andere genomineerden voor 2011 waren Indigo Blue Consult, ‘Journalistes Expérimentés’ van journalist Jean Mentens, Nick Mezas Yachtdesign,Flamingo Park Curaçao en MIXmarketing van social media-specialist Ria Luitjes. De QwikZite Award werd voor de zevende keer uitgereikt. De Curaçaose stichting Pelikono Pelikino won de prijs voor beste website van 2011. Het is niet de eerste prijs die de innovatieve methode ten deel valt, eerder in 2011 won Pelikino al het Europese talenlabel.

[uit Antilliaans Dagblad, 21 januari 2012]

Prinses Ivana: een kroeshaar kinderboek

Kroeshaar, volle lippen, een breed plat neusje, ronde billen; allemaal kenmerken van mensen met een Afrikaanse achtergrond. Elk creools meisje van Suriname kan je hele verhalen vertellen over de behandeling van haar kroes haar. Kom horen hoe Hilli Arduin vertelt over het ontstaan van haar nieuwste kinderboek: Prinses Ivana; het prinsesje dat haar haren niet wilde kammen. Zij, het prinsesje, had op gegeven moment genoeg van dat kammen totdat… Op deze avond mag u ook uw ervaringen over haren kammen met ons komen delen. Het wordt een verrassende avond. U kunt het boek voor 40 srd kopen op deze presentatie. Aan het eind zal Hilli uw boek signeren.

Het boek is al eerder in Nederland gepresenteerd en goed ontvangen. Schrijversgroep ’77 nodigt u uit om aanwezig te zijn en te komen genieten op deze avond.

Datum: 25 januari 2012
Aanvang: 20.00 u
Plaats: Tori Oso

[Bericht van Schrijversgroep ’77]

Slavernij luchtig gebracht

door Marijke van Mil

Jacquelina; slavin van plantage Driesveld is een stripboek, het eerste kinderboek van NiNsee (Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis) dat in samenwerking met KIT Publishers is gemaakt. Vorig jaar was het onderdeel van de tentoonstelling Kind aan de ketting dat inzicht gaf in slavernij van kinderen in het verleden en anno nu.
Het verhaal is gebaseerd op een verslag over de zaak van de vijftienjarige Surinaamse slavin Jacquelina die in 1829 ter dood werd veroordeeld vanwege het vergiftigen van haar slavenmeester.
Om het scenario hebben zich maar liefst drie vrouwen bekommerd: Aspha Bijnaar, Ineke Mok en Dineke Stam. Illustrator en vormgever Kae Solo (pseudoniem voor Karel Leidsman) heeft het boek vormgegeven en de tekeningen gemaakt.
De strip wordt ingeleid met een korte verhandeling over de slavernij in Suriname en personageprofielen van alle figuren uit het verhaal. Daar wordt terloops aan de jonge lezers uitgelegd wat de functie van futuboi, basja, huisslaven en vrije slaven is. Als de strip is afgelopen volgen twee bladzijden met nog wat achtergrondinformatie en de historische verantwoording.

Het verhaal is kort: Jacquelina is verliefd op Kwasie maar mag hem van slavenmeester Van Halm niet meer ontmoeten. Van Halm vergrijpt zich aan Jacquelina waarna voor haar de maat vol is. Ze wil Van Halm vergiftigen maar het gaat mis en ze wordt veroordeeld en ter dood gebracht.

Jacquelina’s geschiedenis wordt luchtig verteld, met weinig tekst. De in de computer getekende plaatjes spreken duidelijke taal. De personages zijn expressief en karakteristiek. Hun houding, kleding en gezichtsexpressie spreken boekdelen: Jacquelina met haar goudgele koto en grote oorringen is een opvallende hoofdpersoon met sexy lange wimpers en laag uitgesneden bloesje. Van Halm is een wellustige griezel met vette haarslierten langs zijn gezicht.
Kae Solo weet ook met typografie veel uit te drukken. Als Van Halm op een nacht Jacqulina’s hut binnenkomt, bibbert zelfs haar tekst van angst.
Er zitten grapjes in het boek verborgen; poes Krolletje en een muis hebben tussen de regels door een eigen woordeloos verhaallijntje. Als Krolletje op het eind dood ligt omdat hij ook van het gif heeft geproefd, staat de muis er triomfantelijk bij te kijken.
Er is niet eerder een stripboek over de Surinaamse slavernij verschenen. Wellicht daarom hebben drie schrijvers/onderzoekers zich er mee bemoeid. Het boek heeft immers een educatieve waarde en moet historisch kloppen, maar moet ook de doelgroep aanspreken.
We leren iets over hoe het toeging in het negentiende-eeuwse Suriname maar bovenal zijn we deelgenoot van het verhaal van Jacquelina, een slavin die in een wrede wereld haar eigen lot in handen probeert te nemen door naar een rigoureus middel te grijpen.
Ze laat zich zelfs hangend aan de galg niet de mond snoeren. Terwijl ze nog een laatste blijk van leven geeft, krijgt Van Halm een steek onder water. Ze roept; ‘Zie je wel, stroeve ouwe paai? Ik sterf nog liever!’ (p. 29).
Deze wrange, waargebeurde geschiedenis had dramatisch en realistisch verteld kunnen worden om het invoelbaar te maken. Maar de schrijfsters en illustrator hebben gekozen voor een luchtige, zelfs humorvolle stijl. Ze hebben het verhaal van Jacquelina, een vijftien jarig slavenmeisje, op een knappe manier aan de vergetelheid onttrokken.

Aspha Bijnaar, Ineke Mok & Dineke Stam (scenario en tekst). Kae Solo (illustraties en vormgeving), Jacquelina; Slavin van plantage Driesveld. Amsterdam: KIT Publishers, 2010. 32 p., ISBN 978 94 6022 109 5, € 9,95.

[uit Oso, 2011, nr. 2]

Kinderboek Kwasiba Pick-Heesbien: De Parel in Gods hand

door Ruth Nortan

Paramaribo – De Parel in Gods hand is het eerste boek van Kwasiba Pick-Heesbien. Het is een kindergedichtenboek geschikt als voorleesboek voor kinderen jonger dan drie jaar.

“Voor de oudere kinderen geldt, dat zij het boekje zelf kunnen lezen”, zegt de auteur. De gedichten zijn in de vorm van korte verhalen geschreven, waaruit de lezer informatie kan halen over sport, spel, voeding etc. De tekst is heel gemakkelijk geschreven. Daarnaast heeft de schrijfster een gedichtje in het Sranan en het Engels opgenomen alsook twee gebeden. Verder gaf zij een andere tekst aan een bekend kinderliedje.

“Schrijven is mijn talent”, dit ontdekte Pick-Heesbien toen zij ongeveer drie jaar geleden een oude klasgenoot van de mulo tegenkwam, die zich nog kon herinneren dat zij gedichten schreef. Dit werd verder versterkt, toen eerst mijn kinderen, familie, goede vrienden en uiteindelijk de bekende schrijver Gerrit Barron mijn gedichten mooi en goed vonden. Toen was ik ervan overtuigd, dat gedichten schrijven mijn talent is. Binnen een uur kan zij vlot en spontaan een gedicht schrijven. “De inspiratie voor dit specifiek boekje kwam vanuit het besef dat ik anytime voor mijn God kan verschijnen. En daarnaast ben ik mij ervan bewust, dat ik mij zal moeten verantwoorden wat ik heb gedaan met het talent dat Hij aan mij gaf”, verduidelijkt ze.

Pick-Heesbien: “Ik heb dit boek geschreven om kinderen te informeren over verschillende onderwerpen, zodat zij gemakkelijker keuzes kunnen maken.” Bij haar eigen kinderen sloegen vooral de gedichten over beroepen heel goed aan. Pick bespreekt met name de beroepen politie-agent, leerkracht, stewardess en anderen. Dit zijn de bekende beroepen, maar mijn kinderen hadden bijvoorbeeld nog nooit van een interieur-ontwerper gehoord”.

Het boekje helpt deze zaken ontsluiten. De positieve impact bleek met name bij haar oudste dochter. “Voordat ze de muloschool afrondde, wist ze zeker dat ze electro wilde studeren en dat doet ze nu ook.” Zo dienen de gedichten bijvoorbeeld als gespreksonderwerp tussen ouders en kinderen bij het naar bed brengen van de kinderen. Voorlezen tijdens bedtijd is een heel ideale bezigheid om kinderen tot rust te brengen. “Het schrijven van dit boek was een fantastische bezigheid. Ik was gedurende het proces heel enthousiast en ik zou dolgraag willen dat ieder kind zo’n boek heeft.” Het volgend boek van Heesbien-Pick gaat over getuigenissen en het derde boek van de nieuwbakken schrijfster wordt een tienerboek.

[uit de Ware Tijd, 10/01/2012]

Promotietour voor Caraibische kinderboeken

Mario Picayo is schrijver van de bestseller A Caribbean Journey from A to Y (Read and discover what happened to Z). Hij maakt momenteel een tour langs 16 eilanden om zijn boek te promoten en, in zijn rol als uitgever, kennis te maken met kinderboekenschrijvers en illustratoren. Hij zal ook praten over het succesvolle project The Lesson Box van de US Virgin Islands, waar lokale kinderboekenschrijvers en illustratoren worden gestimuleerd om te publiceren en elk jaar een boek van hen gratis wordt verstrekt op scholen. Met dit project probeert men een antwoord te geven op het gebrek aan lokale kinderboeken, de minimale faciliteiten voor schrijvers en illustratoren om te publiceren, de moeilijke distributie van boeken over de eilanden en de hoge boekprijzen. Picayo is als redacteur betrokken bij het project. Picayo is geboren op Cuba, woonde jarenlang op de US Virgin Islands en is momenteel gevestigd in New York. Op 12 januari is hij te gast bij Oonya Kempadoo in het Grenada Museum.

Leestijd, nieuw kinderprogramma via STVS

Bijlhout Media presenteert via STVS vanaf donderdag het kinderprogramma Leestijd. Elke schooldag, tegen kwart voor 7 ‘s avonds krijgen de kleintjes hun favoriete en andere nieuwe verhalen te horen.

Lezen is niet alleen leuk, mooi en spannend, maar is belangrijk in de opvoeding, zegt de programmamaker. Lezen en voorlezen stimuleert het leervermogen. Een kind leert nieuwe woorden en hun betekenis en doet kennis op over de wereld om zich heen. Lezen is dus een sleutel naar kennis en stimuleert luisteren, concentratie en fantasie. Met Leestijd wordt de leesontwikkeling van de kinderen gestimuleerd.

Opnames
De opnames van dit kinderprogramma waren in de kerstvakantie in het kindermuseum Villa Zapakara. In december zijn er audities gehouden om de juiste presentator te vinden voor Leestijd.

Uit de aanmeldingen is er uit eindelijk gekozen voor een team van presentatoren. Diego Nurse, Bea Lachhunsing, Judith Cooman-Sabajo en Sherina Alloy zullen om de beurt het programma verzorgen. De eerste aflevering van Leestijd start met Diego Nurse (foto hieronder).

 

[van Starnieuws, 4 januari 2012]

Jack, de jonge ridder / Jack, e kabayero hobensitu

Van Jennifer Gomperts is een prachtig geanimeerd verhaal voor jongere lezers on-line verschenen, dus niet in boekvorm, maar on-line op de site: http://www.dejongeridder.nl. Jack, de jonge ridder / Jack, e kabayero hobensitu maakt deel uit van Olamot.

Het verhaal is vertaald door Sharon Cicilia naar het Papiamento en zij leest het ook voor. Op 3 oktober 2011 is het life gegaan. De Nederlandse versie verscheen op 18 augustus 2011 en wordt voorgelezen door Magda van Tilburg. De Engelse versie wordt voorgelezen door Shulamit Bot.

Geld voor leesproject Commewijne

Stichting Vrienden van Commewijne krijgt geste van SRD 4.000

door Asha Bhagwat

Paramaribo – De Stichting Vrienden van Commewijne heeft onlangs een geste van SRD 4.000 ontvangen van Surindre Sardjoe-Misre ten behoeve van het leesproject ‘Commewijne Leest’. Dit geldbedrag is volgens stichtingsvoorzitter Sheilendra Girjasing van harte welkom. Hij is Sardjoe-Misre bijzonder erkentelijk voor dit gebaar. Zo heeft de stichting een overeenkomst gesloten met CCS, waarbij de stichting het op zich heeft genomen om de CCS-bus te onderhouden, te voorzien van gasoline en de chauffeur te betalen. De CCS sorteert de boeken op niveau en trekt vervolgens het district in om deze te distribueren aan de kinderen. Op dergelijke wijze wordt het leesgedrag van de leerlingen gestimuleerd.

Girjasing zegt dat het leesniveau van de kinderen eerst onder de loep wordt genomen middels een test, waarna het verstrekken van het boek plaatsvindt. Wanneer een kind 7 jaar oud is, wordt het niet automatisch een boek aangeboden voor kinderen van 7 jaar. Het leesniveau wordt eerst bekeken. Op deze wijze wordt ook gericht en begrijpend lezen voor de kinderen bewerkstelligd. Het ligt in het vooruitzicht om ook de kinderen van de verafgelegen gebieden, waaronder Rust en Werk, Johanna Margaretha, Kroonenburg en Alliance, van boeken te voorzien.
De stichting ontplooit verder tal van projecten. Zo is gedurende het jaar een samenwerking aangegaan met de Stichting Arbeidsmobilisatie (SAO) voor het uitvoeren van een communityproject. Een training in 8 beroepsgerichte vakken, waaronder, Gas-, Water- en Elektriciteitsaansluiting, Tweetaktmotorenreparatie en computerlessen, zijn afhankelijk van de keuze van de cursisten verzorgd. Dit heeft geresulteerd in het behalen van de eindstreep door 100 cursisten.

Verder verzorgt de stichting praktische Engelse lessen voor ondernemers en overige belangstellenden die in deze taal willen communiceren. Binnenkort wordt er een aanvang gemaakt met de tweede cursus. Er worden thans voorbereidingen getroffen voor het opzetten van een Sarnamihuis in het Openluchtmuseum. Het streven is erop gericht om dit over twee jaren, bij de herdenking van 140 jaar Hindostaanse Immigratie, te realiseren. Zo vindt reeds geruime tijd de verzameling van oude attributen plaatst, die indertijd door de immigranten zijn gebruikt.
Girjasing, die terugblikt op een succesvol en productief jaar, is voornemens al de projecten te continueren in het nieuwe jaar. Ook worden mogelijkheden bekeken om nieuwe projecten van de grond te krijgen. Dit jaar vond ook de launch plaats van de cd Yaad Kiya Dil. De opbrengsten hiervan zijn bestemd voor diverse projecten.

[uit Dagblad Suriname, 27/12/2011]

 
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter