blog | werkgroep caraïbische letteren

Badal als kluif

door Hilde Neus

Anil Ramdas moet zeker gehoord hebben dat er een faculteit Nederlands met een afdeling literatuur komt aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname [het gaat hier om de beoogde faculteit Humaniora, die er echter niet komt – red CU]. En hij moet vast iets gedacht hebben in de strekking van: ‘Laat me die mensen daar maar eens een bot geven om op te kluiven’. Toen ik na het lezen van de roman Badal de laatste pagina omsloeg wenste ik dat de opleiding nu kon beginnen, dat de faculteit Nederlands een feit was. Dit werk is een droom voor literatuuranalisten. Zelf geeft Ramdas in een interview met Mischa Cohen van Vrij Nederland (18 mei) aan dat het geen autobiografische roman is. Toch kunnen we Ramdas’ zijn levenslat langs Badal leggen. De complexiteit van Badal, zowel als romanfiguur als literair werk als geheel, is de ultieme uitdaging voor literatuurstudenten. Dit komt door de intertekstualiteit die een brede studie vergt. Via internet zullen ze allerlei verwijzingen op het gebied van literatuur, muziek en film kunnen uitpluizen en de betekenis van die referenties meten met de roman. Wat betekent een Helman of een Naipaul voor Ramdas, welke rol speelde Rushdie in zijn bestaan en waarom noemt hij Said? De roman is a-chronologisch opgebouwd, maar als je de muziektitels in de tijd plaatst heb je al een goede aanwijzing van de voortgang in de tijd. Die muzieknummers als hoofdstuktitels, wat is de connectie? Of moeten we verder gaan en de hele songtekst bekijken? Ook kunnen we naar de intentie van de auteur kijken; in de roman heeft Ramdas zijn eigen essays aangehaald. Doet hij dat om zichzelf te profileren, samen te vatten of de argumenten in zijn betoog te onderbouwen? Uit de complexe structuur en de vele verwijzingen kunnen we concluderen dat Badal een belezen, beluisterd en bekeken persoon is. Geen voer voor de luie lezer.

In de Nederlandse (wellicht Europese) literatuur staat het individu centraal. De lezer wordt geconfronteerd met de kleinste zielenroerselen van de personages. Je bent aanvankelijk geneigd te denken dat dit ook hier het geval is. Maar in Badal zijn de persoonlijke omzwervingen van het hoofdpersonage functioneel. ‘Badal’ is tevens een politiek document vol engagement. Hij schetst subtiel de rol van Suriname als zijn geliefde en gehate ondergrond, en daarmee zijn onzekerheid over de kennis van de Westerse dominante cultuur. Hij geeft zijn onbehouwen gedrag tegenover zwarte mensen toe in zijn positie als nazaat van migranten uit India. Ramdas denkt na over de moeilijke mensheid zonder die af te serveren. Hij is het antwoord op minister Donner in Nederland die in zijn integratienota beweert dat de multiculturele samenleving dood is. Of Maxime Verhagen: ‘De angst voor buitenlanders is begrijpelijk’. Wees maar bang voor Anil Ramdas, zelf afkomstig uit een redelijk geslaagde multiculturele samenleving. Niet omdat hij een eng mannetje is, maar omdat hij haarscherp het populisme van de PVV blootlegt. Hij doet dat niet op een eenvoudige, directe manier, maar weeft zijn ideeën door de roman. En dat is iets waar we in Suriname op moeten studeren. Dit gelaagde, complexe, uitdagende en intrigerende werk is een hele kluif, zelfs voor literatuurstudenten op masters niveau. Maar beslist de moeite waard om er al het merg uit te zuigen.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter