blog | werkgroep caraïbische letteren

Carry-Ann Tjong-Ayong vierde 70ste verjaardag

Afgelopen week vierde dichter en proza-auteur Carry-Ann Tjong-Ayong haar 70ste verjaardag. Zij werd geboren in Paramaribo op 10 februari 1941, als derde kind van de chirurg en uroloog Frits Tjong-Ayong en Paulina Comvalius. In 1955 verhuisde ze naar Nederland waar zij de Rijks-HBS in Groningen voltooide. Vervolgens studeerde zij Spaans aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na haar verhuizing naar Utrecht haalde zij het doctoraal Klinische Pedagogiek aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Op 28 december 1970 trouwde ze met de grafisch ontwerper Wim Verboven. Het paar heeft twee kinderen, Isabel en Chris.

Tjong-Ayong is in Nederland landelijk bekend als activiste in maatschappij en politiek. Van 1990 tot 2001 maakte zij voor GroenLinks deel uit van de Provinciale Staten van Utrecht en van de gemeenteraad van Utrecht. Zij was hier voorzitter van de gemeentelijke commissie Algemene Zaken en Financiën en van de Utrechtse Veiligheidsprijs.

In 2000 won zij de Zami Award op het Black Magic Woman Festival met haar gedicht “De Wasvrouw”, een gedeelde eerste prijs, samen met de Surinaamse dichteres Celestine Raalte. In 2002 debuteerde zij als dichter met de gelijknamige bundel, waarin ze jeugdherinneringen uit het Suriname van de jaren veertig schildert.

Als gevolg van een hersenbloeding is Tjong-Ayong sinds november 2000 linkszijdig verlamd. Ze is nu minder maatschappelijk actief, maar haar creativiteit is toegenomen. Zij speelt theater, onder andere De Koningin van Paramaribo, houdt voordrachten, danst en zet projecten op in ontwikkelingslanden. In 2003 en 2004 was ze betrokken bij het opzetten van een crèche in het marrondorpje Masiakriki aan de Boven-Suriname. Daartoe reisde ze met rolstoel en al per korjaal naar de binnenlanden van Suriname. In 2006 begon zij met op forumtheater gebaseerde projecten in het binnenland voor HIV/AIDSpreventie . Er zijn nu groepen in Masiakriki en Semoisi.

Zij werd in 2002 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en kreeg in datzelfde jaar de hoogste Marron-onderscheiding, de Gaanman Gazon Matodja Award. In de jaren 80 kreeg zij een onderscheiding van de Sandinisten voor projecten in de stad León.

Bibliografie

2002: De wasvrouw (gedichten)
2004: Masiakriki – het lied van de rivier (reisboek)
2005: Pe Dede de Libi de; waar dood is is leven (gedichten)
2007: Miffy nanga Melanie, Sranantongo vertaling van Dick Bruna’s Nijntje en Nina. Blue Roof Productions Delft.
2007: Woebie nanga Djoekie, inberetori fu busikondre, Sranantongo vertaling van Woebie en Djoekie, Geheimen van het Oerwoud. Arnold de Hartog en Mies Strelitski. Blue Roof Productions
2009: Aitkanti. Gesprekken met acht Surinaamse stonfutu van rond de honderd jaar. Stichting Vice Versa, Utrecht.
2009: De P van Paramaribo. Kinderverhalen rond de letter P. Stichting Vice Versa, Utrecht.
2009: Tropenwarmte winterkou. gedichtenbundel.
2010: ‘Carolina en de Chinees’, verhaal in Voor mij ben je hier; verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers. Meulenhoff, Amsterdam.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter