blog | werkgroep caraïbische letteren

‘Rakkas!’

door Marja Themen-Sliggers, Denzly, Xaviera, Jaïr en Jamar

Het boekje Roy kan drijven van Henna Goudzand-Nahar kwam op het juiste moment voor Jamar. Hij worstelt met zijn zwemmen. De andere kinderen van de kinderredactie hebben hun diploma’s al lang, maar Jamar had steeds geweigerd zwemles te volgen en ja, hij kan wel drijven, hoor! Drama’s maakte hij van die zwemlessen. Als jongste ging hij er gewoon van uit dat er altijd wel iemand is die hem vasthoudt en met hem speelt, dus zelf zwemmen was niet noodzakelijk. Nu heeft hij, net voor de vakantie, zijn diploma’s A en B gehaald en ziet hij er de lol van in om onafhankelijk te zijn in het water, om zelf, zonder gevaar, te kunnen spelen en zwemmen.

Roy kan drijven vertelt over Roy en Anil, die altijd samen voetballen. Ze zijn echt beste vrienden; ze hebben zelf een eigen geheime taal, maar ze zitten niet op dezelfde school. Anil gaat naar het zwembad en hij neemt zijn vriend mee. Daar merken ze dat Roy in het kinderbad moet blijven. Anil heeft al een diploma, maar Roy niet, hij moet wachten met zwemles tot hij in de vierde klas zit en met school naar het zwembad gaat om zijn diploma te halen. Dit is het grote probleem van Roy: hij vindt het oneerlijk dat de kinderen in het binnenland kunnen zwemmen zonder zwemles. Als hij eindelijk zijn eerste les krijgt, blinkt hij uit in drijven…maar kan nog niet zwemmen. Hij overschat zichzelf , hij springt van de plank in het diepe en verdrinkt bijna. Gelukkig heeft de zwemmeester goed opgelet en wordt Roy op tijd uit het water gehaald. Hij is dan bang dat hij nooit meer mag meedoen. Gelukkig, meester begrijpt dat Roy van het gebeurde heeft geleerd en dat de schrik en de angst voldoende straf zijn; hij mag gewoon meedoen. In de geheimtaal van hem en zijn vriend is dat ‘Rakkas’!

Het onderwerp, leren zwemmen, en het gevaar van water als je niet kan zwemmen is een belangrijk onderwerp voor kinderen van uiteenlopende leeftijden. Het boekje heeft veel tekst en is daardoor uitnodigend om voor te lezen, maar ik merkte dat de consequent volgehouden één-regel-zinnen je buiten adem doen raken tijdens het voorlezen, dus ging ik ten behoeve van Jamar over tot vertellen, in plaats van voorlezen. Jaïr, tweedeklasser en al een echt leesbeest vindt het boekje te gemakkelijk. Hij had het zo uit en vond het wel leuk; voor andere kinderen. Hijzelf kan veel moeilijker boeken lezen en hij heeft al twee zwemdiploma’s. Xaviera van de vijfde klas is er sowieso te groot voor, maar was het eens met mijn mening. We zien dat het boekje is geschikt voor de groep kinderen die nog moeten leren zwemmen, bij uitstek te gebruiken in de derde klas, ter voorbereiding op de zwemles in de vierde. En voor de kinderen in het binnenland is het echt leuk dat in de stad kinderen naar zwemles moeten. Ze kunnen zich trots voelen. Bovendien is de eenvoud van de tekst goed voor kinderen die het Nederlands nog niet goed beheersen.

Jammer is het van de inhoudelijke fout op pagina 15, waar de twee jongensnamen door elkaar worden gehaald; het is Roy die daar mijmert en afgunstig is, Anil kan immers al zwemmen en gaat op zondag naar het zwembad.

Het boekje is rijk geïllustreerd en de jongens van de kinderredactie waren weg van de plaat met de schoolbus, naast pagina 22. De plaat van het diepe water naast bladzijde 26 is ook suggestief, maar Jamar zocht serieus naar het gezicht van Roy, dat er niet is in deze plaat.

Henna Goudzand-Nahar: Roy kan drijven, illustraties Ginoh Soerodimedjo, Lay-out Jessica Polanen, uitgave PCOS, ISBN 978 99914 56 10 2

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter