blog | werkgroep caraïbische letteren

Niemand gelukkig met besluit Krijgsraad

door Edgar Mampier  

Géén van de talloze reacties op het besluit van de Krijgsraad gister om de bal terug te spelen naar het Openbaar Ministerie (OM) heeft mijn teleurstelling van direct na die uitspraak kunnen weerleggen, zowel vriend als vijand, in het binnenland zowel als in het buitenland, zijn eenduidig in hun oordeel: de Krijgsraad had een beslissing moeten nemen: ófwel het OM niet ontvankelijk verklaren, óf het OM niet niet ontvankelijk verklaren.

Binnenland

Irvin Kanhai, raadsman van hoofdverdachte Desi Bouterse, vindt het besluit van de Krijgsraad “een nietszeggende, slechte beslissing”. Volgens hem komt het besluit neer op een instructie die is gegeven aan het OM om te gaan onderzoeken of met de Amnestiewet inmenging in het strafproces heeft plaatsgevonden. Wat het OM moet doen en hoe, is voor Kanhai nog totaal duister. Advocaat Frank Truideman van de decembermoordenverdachten is geschokt en teleurgesteld over het besluit van de Krijgsraad om de strafzaak te schorsen. Ze hadden een niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie verwacht. “Met deze uitspraak zijn we nergens. Hierop hadden we niet geanticipeerd. We zijn gekomen voor een uitspraak ‘niet ontvankelijk of niet niet ontvankelijk’. Niets anders. Ik ben teleurgesteld”, zei Truideman. Nu gaan de raadslieden zich beraden of ze in hoger beroep gaan tegen het besluit van de Krijgsraad.

Ook de niet dan moddergevende spuit 11, medeverantwoordelijk NDP-lid bij de indiening van de amnestiewet Melvin Bouva, heeft zijn mening geventileerd. Hij vindt dat de Krijgsraad vrijdag na toetsing de amnestiewet had moeten uitvoeren, waardoor het proces zou zijn gestopt. Uiteraard is volgens hem het Nieuw Front de hoofdverantwoordelijke bij het ontstaan van de crisis waarin de rechtsstaat zich nu bevindt, omdat het NF in 20 jaar tijd geen kans heeft gezien een Constitutioneel Hof in het leven te roepen, zoals de grondwet dat beveelt. Volgens Bouva kan het geen inmenging zijn als het hoogste college van staat op basis van haar grondwettelijke bevoegdheid (artikel 72 lid f) een wet goedkeurt. Er ontbreekt een memorie van toelichting, waardoor volgens Bouva het moeilijk is om artikel 131 van de grondwet te interpreteren. In lid 3 van dit artikel staat “Elke inmenging inzake de opsporing en de vervolging in zaken bij de rechter aanhangig, is verboden.” Volgens Bouva wordt in artikel 131 lid 3 ‘feitelijke inmenging’ bedoeld ‘die buiten de regels van de grondwet of wet zou kunnen plaatsvinden’.

Ook jurist Jennifer van Dijk-Silos had verwacht dat de rechtbank auditeur-militair Roy Elgin niet ontvankelijk zou verklaren met als gevolg dat de al bijkans vijf jaren durende strafzaak direct zou eindigen. “Ik was er even stil van en daarna verbaasd, toen ik het besluit hoorde”, zegt ze. “Het tribunaal had een oordeel moeten vellen of de Amnestiewet toepasbaar was of niet. Het valt niet te rijmen”, zegt Van Dijk-Silos, “dat de Krijgsraad de wet wel toetst aan internationale verdragen, maar het wat betreft de Grondwet laat afweten en heeft gedemonstreerd geen ballen te hebben. De zaak is teruggekaatst naar het Openbaar Ministerie, die naar haar oordeel al een conclusie heeft gegeven over de materie.” “Je moet guts hebben om beslissingen te nemen waarbij grote delen van de samenleving op je nek zullen springen. Maar je moet het naar eer en geweten doen”, zegt Van Dijk-Silos. Ze heeft in zoverre gelijk dat ze zelf de guts heeft gehad onvoorwaardelijk de kant van de hoofdverdachte in het 8-december-proces te kiezen, daarbij niet belemmerd door menselijk inzicht en juridische kennis.

Buitenland

De Internationale Commissie van Juristen (ICJ) verklaart bij monde van waarnemer Jeff Handmaker bezorgd te zijn over de beslissing van de krijgsraad om het 8-december-proces op te schorten. Nu wordt het aan de auditeur militair overgelaten om antwoord te geven op de vraag of inmenging heeft plaatsgevonden in het proces dat bij de rechter in behandeling is. De ICJ zegt in een verklaring bezorgd te zijn over de beslissing van de krijgsraad, die de verantwoordelijkheid van zich afgeschoven heeft. Het Openbaar Ministerie moet zich nu uitlaten over deze kwestie. De krijgsraad heeft – zegt Handmaker in tegenstelling tot het door Bouva beweerde – geen oordeel geveld of de amnestiewet in strijd is met de grondwet. Dit leidt volgens Handmaker tot grote onzekerheid. Hij wijst erop dat volgens de grondwet en het internationaal recht de slachtoffers recht hebben op een eerlijke openbare behandeling van hun klacht, binnen een redelijk termijn. Er zijn aanwijzingen volgens Handmaker dat dit niet zal gebeuren. De moorden zijn ruim dertig jaar geleden gepleegd. Het proces is op 30 november 2007 begonnen. De ICJ roept nu een hogere rechtbank op om de beslissing van de krijgsraad te herzien en een besluit te nemen over de grondwettigheid van de amnestiewet.

Michail Wladimiroff verklaarde tijdens een uiteenzetting vrijdag bij de Vereniging Ons Suriname in Amsterdam: “Twee keer hoger beroep en dan is het gedaan voor Bouterse”, Hij was gisteren gastspreker bij de Vereniging Ons Suriname. Van daaruit werd de rechtszaak in Suriname via live Twitter-berichten van journalist Pieter van Maele gevolgd. De specialist in internationaal strafrecht voorspelt dat de auditeur-militair en de verdachten in appel gaan tegen toetsing van de Amnestiewet door de krijgsraad. Het Hof van Justitie zal dan drie rechters samenstellen die over het hoger beroep zullen beslissen. “Ik verwacht dat het hof op wat komma’s en punten na, mee zal gaan met de krijgsraad. En dus zal het proces daarna voortgang vinden.” Vervolgens komt de zaak weer bij de krijgsraad die dan een uitspraak zal doen. Tegen deze uitspraak kunnen het Openbaar Ministerie en/of de verdachten in hoger beroep. “Maar dit alles kan misschien jaren duren. Tegen die tijd is Bouterse misschien ook geen president. En dan worden zaken makkelijker.”  

Jurist Geert Jan Knoops, deskundige internationaal recht, laat via Radio Nederland Wereldomroep (RNW) weten de beslissing van de krijgsraad om het 8-december-proces op te schorten “redelijk verrassend” te vinden. Dat was volgens hem niet nodig, omdat de krijgsraad zelf de bevoegdheid had om nu de beslissing te nemen door te gaan. Knoops begrijpt niet goed waarom de Krijgsraad de bal nu weer bij het OM heeft gelegd. “Er lag al een voorstel van het OM.” Als het OM straks met het advies komt om het proces te stoppen vanwege de amnestiewet, dan kan de krijgsraad alsnog beslissen door te gaan. “Men had nu de knoop kunnen doorhakken.” De rechters hebben een merkwaardige redenering gevolgd, vindt Knoops. De grondwet bepaalt dat in lopende strafzaken inmenging niet is toegestaan. “Daaruit volgt de juridische consequentie dat het niet relevant is wat er met de amnestiewet gebeurt.” Volgens de hoogleraar strafrecht had het proces eerst afgemaakt moeten worden, waarna eventueel later pas de gevolgen van de amnestie bekeken hadden moeten worden. De rol van de auditeur militair, die nu moet toetsen of de amnestiewet binnen de grondwet past, kan weinig meer doen. “Hij is niet bevoegd een constitutioneel hof op te zetten.” En verder heeft hij al een voorstel gedaan, namelijk dat er zo’n hof moet komen. “De militaire krijgsraad had dat wel of niet kunnen overnemen. Deze uitspraak lijkt op twee gedachten te hinken.”

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter