Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Leo Vroman – Zalig
en mijzelf uiteen te vegen,
los van vragen, vrij van vrezen.
De lokale wind en regen
In dat sissende geluid
druk ik mij dan anders uit.
Ik word iets anders dan alleen.
en tussen zoveel andere wolken
aan mijn afwezigheid te wennen?
daarmee langs een spiegel kolken
en mij niet herkennen?
Dichter Leo Vroman (98) overleden
Dichter Leo Vroman is vanochtend (Nederlandse tijd) overleden in zijn woonplaats Fort Worth in de Verenigde Staten. Vroman is 98 jaar geworden, maakte zijn uitgever bekend.
Vroman was een van Nederlands grootste Nederlandstalige dichters. Hij werd op 10 april 1915 in Gouda geboren en studeerde biologie in Utrecht, waar hij bevriend raakte met Kees Stip, Albert Alberts en Anton Koolhaas. In 1945 kwam Vroman in de Verenigde Staten terecht, waar hij sindsdien woonde.Vroman verwierf als gedreven hematoloog internationale faam op het terrein van bloedstollingsprocessen (het zogeheten Vroman-effect). Daarnaast manifesteerde hij zich als dichter, tekenaar, toneelschrijver en prozaïst. Na zijn debuut in 1946 publiceerde hij een gestage stroom gedichten, die tot het eind toe gekenmerkt werden door een speelse springerigheid. Vroman heeft nooit afscheid willen nemen van het rijm: het dwong hem naar woorden te zoeken die het gedicht voortstuwden in onvermoede richtingen. Het gevolg is een poëzie die zowel traditioneel als experimenteel, zowel vertrouwd en gezellig als vreemd en surrealistisch oogt.
Intimiteit
Vromans gedichten wekken zelden de indruk af en volmaakt te zijn. De lezer krijgt het gevoel over de schouder van de dichter mee te kijken. Dat is precies wat Vroman graag wilde, want poëzie was voor hem een middel om intimiteit te bewerkstelligen. In wat waarschijnlijk zijn beroemdste gedicht is geworden, ‘Voor wie dit leest’, zegt hij: ‘Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn / en door de letters heen van dit gedicht / kijken in Uw lezende gezicht’. De lezer moet het gedicht beschouwen als een lang verwachte brief: ‘vrees niet de gedachte / dat U door deze woorden werd gekust: / ik heb je zo lief.’
Leo Vroman – Nog hoeveel
Lieve Aarde vol verdriet
en moeders daarna stukgeneukt!
En al die doden ken ik niet
of met gesloten ogen hoort
van weer een volk uitgemoord,
maar al die doden ken ik niet.
leeft een Monster dat nog smult
van het bloed dat men vergiet
met mijn oud gevoel van schuld: