blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: poëzie

Leo Vroman – Zalig

Zalig om straks as te wezen
en mijzelf uiteen te vegen,
los van vragen, vrij van vrezen.
De lokale wind en regen
waaien vredig door mij heen.
In dat sissende geluid
druk ik mij dan anders uit.
Ik word iets anders dan alleen.
Maar hoe leer ik zoek te raken
en tussen zoveel andere wolken
aan mijn afwezigheid te wennen?
Zal ik eerst slierten van mij maken,
daarmee langs een spiegel kolken
en mij niet herkennen?
[uit Die vleugels, Amsterdam: Querido, 2013]

‘Poëzie is een mysterie’

door Jerry Dewnarain

Iedereen weet wat film of muziek is. Maar wat poëzie is, dat is kennelijk moeilijk. Afgebroken regels met veel wit eromheen? Het hoeft niet per se te rijmen. Een bijzondere vorm van taalgebruik? Ook niet, er zijn ook dichters die heel gewone spreektaal schrijven zoals in de moderne Surinaamse poëzie.

read on…

Shrinivási – Iets en zijn waarom

Zie je

alles ontvalt je
de details ben je vergeten.
De boom laat
elke dag
een blad los.
Rondom de stam
versteent de grond.
Alles ontgaat je
De kinderen zeggen:
dat weten wij allang…
Je kunt het niet overdenken.
Een lach verraadt
iets en zijn waarom.
Maar verder kom je niet.
Je bent het gelijk weer kwijt.
En je vertelt
van vroeger
en verzwijgt
de boom in bloei
waaraan de vruchten
tot takkenbrekens toe
hingen te lonken.
En nu
zo laat in het seizoen
tegen de mond van
een nieuw gebeuren
tasten de handen
naar het eerste wonder.
[uit Shrinivási, Hecht en sterk, Haarlem: In de Knipscheer, 2012]

Coco Rais – There, for the grace of God …

Gedichten voor Boeli van Leeuwen
Op 17 mei 2013 verschenen op Caraïbisch uitzicht voor het eerst gedichten die geïnspireerd waren op Boeli van Leeuwen, van de hand van Helen Lashley en Coco Rais. Later zijn er nog twee hommages bij gekomen. Shrinivási en Hans Vaders schreven er elk één .
Coco Rais voegt daar nu een gedicht aan toe. Aanzetten tot dit gedicht werden al eerder geschreven, maar deze versie ontstond recent. Zijn herinneringen aan gesprekken met Van Leeuwen en de lezing van diens werk blijven leven voor Rais. De dichter laat zien hoe het mede – lijden, het tegelijkertijd lijden ontstaat. En ook hoe de ‘hij’ zijn werk doet ‘tot hij kan gaan’. Tot het moment van zelfstandigheid is aangebroken. Alhoewel deze  versregel in het licht van het overlijden van Van Leeuwen ook anders gelezen kan worden. In de derde strofe wordt duidelijk dat de schrijverBoeli van Leeuwen zijn mensen voor altijd laat bestaan.
(kdg)
  
Van onder
zijn heel grote hoed
ziet hij
zijn mensen aan.
Hoe daar
zo velen van
onderste boven gaan.
Hij volgt
ze op de voet
en brengt ze
steeds opnieuw
tot staan.
Houdt ze
heel voorzichtig
bij de hand
tot hij kan gaan.
Of zij nu
vallen of staan,
vanuit
zijn woorden
kijken zij
ons aan.
(30-01-2014)

Seymour Birth Centenary Activities

Preserving our literary heritage
by Petamber Persaud
On Monday January 13, 2014, the National Library staged the unveiling of a plaque on the former residence of Arthur James Seymour (AJS) at lot 23 North Road, Bourda. The event was witnessed by family members – Seymour’s second daughter, Joan Seymour; Seymour’s niece, Dr Jacqueline de Weever; close friends including Dr Ian McDonald, the present owner of the property, media houses and staff members of the National Library. (The unveiling followed the ‘See More Poetry’ performance on Sunday January 12, 2014, marking Seymour’s birth centenary.)
 
It was an overcast morning with intermittent drizzle being shooed away by ‘the cool Trade Winds’. The clouds over Guyana were like ‘little curled feathers on the back of the sky [T]hen frisky lambs that gambol and bowl along [s]hephered by the brave Trade Wind’. Many of the persons witnessing the unveiling knew the house and its surroundings intimately as captured in the following poems/odes by AJS – ‘The House’ and ‘To the Family House Awaiting Repair’:
 
 
The House
I have a room
Where several sages
Sleep in their serried shelves
And await my conversation
Here
I-fashion images
Carving and fitting words
Polishing syllables
Shaping new rhythms
To grace new meanings
Distilling experience
Hammering metal
In my spirit’s workshop
To the Family House Awaiting Repair
Oh, the long narrow home heavy with living
An age of memories people the walls
Around your naked frame.
Warm shell of love and crowding children
Where young girls in uniform
Hats worn like horse guards
Speech full of the school diction
And the cool Trade Winds carry echoes…
The scent of roses in the slim garden
Growing in the four-hour overhead sun
Smell of bread from the oven
Everything mingling in the wind
Image of the dedicated student..
Impatient for games and parties but slow for school
So many came here – tea visiting professors
Exam students, poets, novelists, sculptors,
A Chief Justice – a future Prime Minister…
And little children to the Kindergarten
Wrestling their way into the hall of learning
Chattering, tormenting the wild cherry-tree
That always yields its fruit.
O, crowd your long years of memories
Into a prayer for their future
For all who lived and loved and studied here
To fill out those poems, to add life and colour to those words, to find out more about the rich and rewarding lives of ‘all who lived and loved and studied’ at that house and to know more about the life and work of Seymour it would be useful to read the following four of five of his autobiographies:
‘Growing up in Guyana’
‘Pilgrim Memories’
‘Family Impromptu’
‘Thirty Years a Civil Servant’
The plaque was another way of preserving our literary heritage and I suspect the National Library will again in the near future continue and extend similar gestures to other literary shrines across the country.
Responses to this author telephone (592) 226-0065 or email: oraltradition2002@yahoo.com
What’s happening:
• ‘An Introduction to Guyanese Literature’ is now available from the author at the above contacts, Austin’s Book Service (telephone # 226-7350) and at the National Library (telephone #226-2690).
[from Guyana Chronicle Online]

Celestine Raalte – Puwema

Mi sdon ini a son e brenki
mi awarakoko fingalinga
m’e frifi en t’a kba m’o weri
en na mi fingalingafinga

den frafra geri krerekrere
nanga bogobogo anga lanpu
e gro leki trutru tru konpe
na sey a frustu broko skotu

bifo mi opo mi gorogoro
f’ bar’ tak’dyaktikakalaka
e koyri lek’ ba kownu a prasi

pakanifowru e strey lon
nanga a kayakayakaka
f’ swar’ a dyakti kakalaka

[verschenen als ‘Klankgedicht’ op de blogspot van de Schrijversvakschool Paramaribo]

 
 
 

 

Leo Vroman – Nog hoeveel

Lieve Aarde vol verdriet

om kinderhoofdjes ingedeukt
en moeders daarna stukgeneukt!
En al die doden ken ik niet
behalve hoe mijn hoofd nog ziet
of met gesloten ogen hoort
van weer een volk uitgemoord,
maar al die doden ken ik niet.
In een schijnheilig kleed gehuld
leeft een Monster dat nog smult
van het bloed dat men vergiet
en ik blijf altijd nog vervuld
met mijn oud gevoel van schuld:
al die doden ben ik niet
[uit Die vleugels, Amsterdam: Querido, 2013]

Bernardo Ashetu – Triwili

Gehaaide Pappenheimer.

En dan was er dat fijn rood

poppetje gecreëerd op de

grasvelden van Zürich.

Een glimmend vliegtuig bracht

haar naar Buenos Aires weg

terwijl hij worstelde met z’n

eeuwig mes en z’n rekkende

droom van gouden bergen.

[uit een titelloze, ongepubliceerd gebleven bundel]

Bernardo Ashetu – Awine

Intel
van mijn mobiele s.
Zoals ik nu zit
noemt men mij boertig.
Daarom neem ik de l

uit de lawine weg.

[uit de ongepubliceerde bundel Falélis] 
 

Nieuwe blogspot Giselle Ecury

Giselle Ecury is een nieuwe blogspot begonnen, Giselle’s Blogspot.

read on…

Bernardo Ashetu – ‘t Lampje

Er brandde één
verschrikkelijk lampje
tot diep in de nacht.
Verbazend veel
suikergoed bracht ik mee
voor m’n kleine zoon.
Z’n ontwaken was
helder groen en mijn
adem afschuw’lijke pijn.
[Dit gedicht is één van de gedichten die door René Samson op muziek zijn gezet, een compositie die bij de lustrumviering van de Werkgroep Caraïbische Letteren op 6 december a.s. in wereldpremière gaat.]

Miklos Pöcs – Gedicht

vier – uur – ‘s ochtends – te – vroeg
zo vier uur ‘s ochtends
ben ik in het niet-zijn
ik ben
maar ik ben nog niet
in het niet-zijn
is het beter slapen
maar daar ben ik nog niet

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter