blog | werkgroep caraïbische letteren

Papiamentu en Sranantongo eisen nieuwe status

door Quito Nicolaas

Op 14 april jl. werd een motie (kamerstuk 32213-38)in de Tweede kamer aangenomen om zowel de Nederlandse – alsook de Papiamentse en Engelse taal als officiële talen in het Koninkrijk te erkennen. Ik kan me die jubelende stemming voor de geest halen bij het aanvaarden van zo’n motie. Het is bijna een halve eeuw geleden dat Papiamento eindelijk als een dominante taal kon worden beschouwd. Aan het begin van de twintigste eeuw zagen we dat het Spaans en later het Nederlands in afwisselende periodes als de dominante taal op de eilanden gold. In die periode zagen we zowel op Aruba als op Curacao dat behalve kranten ook tijdschriften in het Spaans verschenen. Het is daarna altijd een strijd geweest tussen het dominante Nederlands en de niet-dominante taal Papiamento. Echter vanaf eindjaren zestig werd het Nederlands stapsgewijs door het Papiamento ingehaald en sinds de jaren ’70 vervangen door de laatste. Op de Bovenwindse eilanden is de voertaal altijd het Engels geweest.

Wat de motie betreft zijn de parlementaire handelingen nog niet voorhanden, zodat naar de beweegreden(en) van de indieners van de motie en de beraadslagingen hieromtrent gekeken kunnen worden. Wat wel valt op te merken over deze motie is dat het in principe alleen geldt voor de vijf eilanden van de Nederlandse Antillen.
Immers er wordt van Papiamentu en de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen gesproken. Is Aruba hierbij opnieuw uitgesloten of dient aan de strekking van de motie een ruime interpretatie gegeven te worden? Het Papiamento dat op Aruba wordt gesproken is op een etymologische basis gestoeld, terwijl dat van Bonaire en Curacao op een fonologische basis steunt. In dat opzicht is de fonologische variant een afgeleide van datgene op Aruba wordt gehanteerd. Wellicht hebben de indieners van de motie er niet bij stil gestaan en daarbij zijn ontgaan dat men over drie erkende talen binnen het Koninkrijk heeft.

De inhoud van de motie is in zeer algemene termen verwoord, zodat de wetgevers van die landen ruim baan wordt geboden om met afzonderlijke, meer specifiek gerichte regelingen te komen. In principe is het een goede zaak, daar Nederland nu eindelijk duidelijkheid verschaft betreffende de toekomst van deze Caribische eilanden. In politiek opzicht zou dit betekenen dat de eerste steen is gelegd om op termijn het gehele Koninkrijk te vervangen door een Gemenebest-relatie met de zes eilanden, inclusief Aruba. De eindeloze discussie of het Papiamento(u) wel of niet als instructietaal in het middelbaar onderwijs wordt gehanteerd of als eindexamenvak zijn definitief voorbij. Voor schoolbesturen en tegenstanders van invoering van het Papiamento dit ten spijt. En wat betekent de uitwerking van deze regeling hier in Nederland? Projecten als onderwijs in eigen taal en cultuur zijn sinds 2001 afgebouwd. In elk geval betekent dat o.a. info-folders vanuit de lokale overheid, in de toekomst naast het Arabisch, Engels of Spaans ook in het Papiameno(u)moet verschijnen.

Met de verdergaande integratie van Nederland in het grotere Europa, is er voldoende reden geweest om het Nederlands in de grondwet op te nemen. Ook naar de eventuele geopolitieke bedreigingen voor de eilandstaten, is dit een bescherming van de eigen identiteit. Door de officiële talen in de Grondwet te incorporeren ontstaat voor zowel Nederland als de BES-eilanden een grondwettelijke norm, waarvan niet afgeweken kan worden. Alleen moet dit nog in het Statuut van het Koninkrijk voor Aruba, Bonaire, Curacao en St. Maarten verankerd worden. Als minderheidstaal moest het Papiamento(u) en het Engels voor de BES-eilanden; Bonaire, Saba en St. Eustatius beschermd worden. Een grote toename van het personenverkeer vanuit Nederland naar de eilanden, vergt om deze bescherming in het Statuut en de Grondwet. Dit om te voorkomen dat de taalsituatie op Aruba en de Antillen zodanig verandert en het Papiamento opnieuw verdrongen wordt tot een niet-dominante taal. In het verleden werd het idee van een taalunie geopperd, wellicht een alternatief voor de toekomst indien toch blijkt dat de landen uit elkaar gaan of de regeling weinig soelaas biedt.

Na dit pleidooi moet ik nog hierop wijzen dat de motie in feite de Koninkrijksregering verzoekt om te bevorderen dat in het Statuut voor het Koninkrijk de erkenning van de Nederlandse, de Papiamentse- en de Engelse taal zal worden geregeld. Het is een verzoek het Papiaments en het Engels naast het Nederlands en het Fries in de grondwet op te nemen, om eveneens die twee talen in het Statuut te incorporeren. De drie Benedenwindse eilanden: Aruba, Bonaire en Curacao en St. Maarten moeten de koppen bij elkaar steken en – met respect voor de positie van Aruba – gezamenlijk optreden. Moet de nieuwe regering die na de verkiezingen in juni zal aantreden of Aruba en de overige eilanden het initiatief nemen? Eerder hecht ik meer waarde dat door instelling van een Koninkrijkswerkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van Aruba, Curacao, St. Maarten, de BES-eilanden en Nederland verdere invulling hieraan moet worden gegeven. Bestaande Papiamento-organisaties moeten actief betrokken worden en als procesbewaker optreden. In elk geval zijn de Tweede Kamerleden Leerdam en van Gent en de heren Sulvaran en Atacho gehouden om te waken dat de motie wordt uitgevoerd.

Nu gaan er in Suriname ook stemmen op om de Nederlandse taal te vervangen door hetzij het Spaans of het Engels. Elk land en volk dat zichzelf respecteert moet de eigen creoolse taal herwaarderen, niet nu maar al in het verleden. Echter je moet je afvragen of een dergelijk idee gesteund wordt door de Surinaamse gemeenschap. Wellicht dat de huidige generatie er anders over denkt, maar dan zou je een herleving van het Sranantongo in de Surinaamse literatuur moeten stimuleren. Uiteraard verwelkom ik het Sranantongo in het parlement en de rechtszaal, maar dan moet het een voltooid historisch groeiproces zijn. Indien van het Nederlands als officiële taal wordt afgestapt, impliceert deze keuze ook dat het Spaanse of Engelse rechtssysteem en handelsregisterwetgeving wordt geïntroduceerd. In Suriname evenals in Indonesië diende het Nederlands destijds als een bindmiddel tussen de verschillende taalgroepen.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter