blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Talen

Clichétaal – deze woorden durft u nooit meer te gebruiken

Voor de grote cliché-special van de Volkskrant selecteerde de redactie op het gebied van Mode, Uitgaan, Muziek, Kunst en Literatuur de woorden en zinsneden die zo cliché zijn dat u ze na het lezen van deze lijstjes nooit meer durft te gebruiken.

lees verder…

Papiaments: ‘Blijven ontwikkelen en inzetten als onderwijstaal’

Dat schrijft Jamila Baaziz van het Caribisch Netwerk. Zij sprak onder meer met een van de aanwezigen tijdens het symposium, georganiseerd door Splika en de Sectie Papiaments van Levende Talen. Hoofdvraag van het symposium: “Wat is nu de positie van het Papiaments in Nederland en in Europa?” De taal is een van de vier erkende talen in het Koninkrijk, samen met Nederlands, Fries en Engels. Het Fries is echter beschermd via het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Een dergelijke bescherming is voor het Papiaments nog niet tot stand gekomen. Om deze stap te maken kan Splika wel de kennis gebruiken van de voorvechters van het Fries.

Een andere stap naar Europese erkenning, ligt volgens rechtshistoricus Bastiaan van der Velden, spreker tijdens het symposium, in de verankering van Papiaments in wetgeving. De taal is volgens hem nog niet voldoende juridisch vastgelegd in lokale en nationale wetgeving. Dat bescherming nodig is, zo blijkt tijdens het symposium, is duidelijk te zien op Bonaire. Dat zegt Gerladine Dammers van Akademia Papiamentu uit Bonaire, een van de hoofdsprekers van het congres. Sinds de inlijving van het eiland bij Nederland als bijzondere gemeente op 10-10-10, gaat het steeds minder goed met het Papiaments. Volgens Dammers wordt Nederlands in het dagelijks leven en op scholen belangrijker, waardoor Papiaments in de verdrukking komt. “Ook een gebrek aan voldoende leermiddelen, Nederlandse onderwijsinspecteurs die het Papiamentstalige onderwijs niet kunnen beoordelen en geld om lesmateriaal verder te ontwikkelen speelt hierbij een rol”, aldus Dammers.

Splika zet zich onder meer in voor de Antilliaanse cultuur, de officiële erkenning van het Papiaments en het gebruik van deze taal als instructietaal in het onderwijs. De stichting is sinds kort ook lid van het Europese Bureau voor Kleine Talen.
[uit Amigoe, 31 maart 2014]

De toekomst van het Papiaments

Curaçao – “Papiaments is een deel van mijn identiteit,” zegt socioloog Johan Oldenboom over het belang van deze taal voor hem. “We moeten er trots op zijn”, stelt hij tegenover Caribisch Netwerk tijdens een symposium over de positie van het Papiaments in Nederland en Europa. Hoe het Papiaments kan overleven is daar een van de centrale vragen.
Papiaments
Het gaat goed en slecht met het Papiaments. De positieve kant is dat de taal bij veel mensen in het hart zit en als één van de vier talen van het Koninkrijk ook officieel erkend is. Het negatieve is dat het Papiaments in Europa nog geen erkende minderheidstaal is en de taal op Bonaire zelfs in de verdrukking raakt. En dat terwijl het Papiaments voor veel Antillianen juist de logische basistaal is voor een goede toekomst.
Blijven ontwikkelen
Een van de conclusies van het symposium in Den Haag, georganiseerd door SPLIKA, is daarom dat de taal zich moet blijven ontwikkelen. Het goed beheersen van het Papiaments -de moedertaal voor de meeste mensen uit Bonaire, Curaçao en Aruba – is cruciaal om andere talen en vakken op school te kunnen begrijpen. En dat vergroot de kansen op verdere ontwikkeling en perspectief.
Bonaire
Met het Papiaments op Bonaire gaat het sinds 10-10-’10 echter steeds minder goed, constateert Gerladine Dammers van Akademia Papiamentu uit Bonaire. Dit komt doordat het Nederlands steeds belangrijker wordt op school en ook in het dagelijks leven. Het Papiaments raakt hierdoor een beetje in de verdrukking. Ook een gebrek aan voldoende leermiddelen, Nederlandse onderwijsinspecteurs die het Papiamentstalige onderwijs niet kunnen beoordelen en geld om lesmateriaal verder te ontwikkelen speelt hierbij een rol, aldus Dammers.
Juridisch
De positie van het Papiaments loopt daarnaast gevaar doordat de taal nog niet voldoende juridisch is vastgelegd in lokale en nationale wetgeving. Rechtshistoricus Bastiaan van der Velden raadt daarom aan om het Papiaments steviger te verankeren in wetten. Dat maakt het makkelijker om vervolgens erkend te worden in bijvoorbeeld Europa.
Fries
De stap naar Europa kan vergemakkelijkt worden als organisaties als SPLIKA de kennis gebruiken van de voorvechters van het Fries. Daarom is SPLIKA sinds kort ook lid van het Europees Bureau voor Kleine Talen. De Friezen zijn de Antillianen al voorgegaan in hun strijd om brede erkenning en helpen graag om dit pad voor het Papiaments te vereenvoudigen.
Binnen handbereik
Met een beetje hulp, inzet om juridische stappen te nemen voor wetgeving en in het onderwijs aan te blijven dringen op het belang van het Papiaments, is de stap om extra Europese fondsen te krijgen voor de ontwikkeling van de taal daarom op termijn binnen handbereik. “En dat is belangrijk, want het Papiaments verbindt ons met elkaar, of je nou op een van de eilanden geboren bent of in Nederland”, aldus Oldenboom.
[van versgeperst.com, 29-03-2014]

Surinaamse schuttingtaal

door Klaas de Groot

Op zondag is het stil in de straten van klassiek Paramaribo. Wel zijn er veel fietsers te zien. Wie wil fietsen kan een fiets huren op de Grote Combéweg 13A, tegenover  een ingang van de Palmentuin. Daar, op één terrein, is de verzamelplek voor stagiaires  met lang blond haar guesthouse Zus & Zo,  en een fietsverhuurbedrijf. Het terras van het guesthouse is een geliefkoosde skypeplek. Luid en duidelijk is te horen dat de vaders en moeders in Nederland op de hoogte gebracht worden van het wel en wee van hun dochters.

lees verder…

Standaardisering van het Sranantongo

Verrassend grote opkomst Moedertaaldag – Sranan bakadina

door Ludwich van Mulier  

Amsterdam. De lente van 2014 maakte op de Moedertaalmiddag korte metten met de zachte winter. Het zonnige weer bracht veel Surinamers op de been op zondag 2 maart. Ruim meer dan honderd aanwezigen brachten met gepeperde folklore ode aan de Surinaamse taal “Het Sranantongo”. De spreektaal was Sranantongo.

lees verder…

Campagneposter VVD wekt grote afschuw op

’De politiek moet dienstbaar zijn, de VVD bespeelt de onderbuik’

door Marjolein Kooyman

Rotterdam – Een campagneposter van de VVD in Rotterdam wekt in heel Nederland grote verontwaardiging en afkeer op. De posters met de tekst ‘In Rotterdam spreken we Nederlands’ hangen sinds gisteren op verschillende plekken in de stad.

lees verder…

Taaltraject voor openbare basisscholen op Curaçao

Afgelopen februari heeft onderwijsadviesbureau Sardes de unieke kans gehad om een schoolbegeleidingstraject uit te voeren op twintig scholen van de Dienst Openbaar Onderwijs (D.O.S.) op Curaçao. Twee trainers zijn naar Curaçao afgereisd om samen met de schooldirecteuren en taalspecialisten de Taal100-aanpak te implementeren. Met succes: de weerstand die er aanvankelijk was om aan iets nieuws te beginnen, heeft plaatsgemaakt voor groot enthousiasme. De taalspecialisten op de scholen zijn dan ook hard aan het werk om ook hun collega’s te enthousiasmeren.

Taal100 is een werkwijze waarmee schoolteams gezamenlijk hun didactiek perfectioneren op een specifiek taaldomein. Op Curaçao was dit taaldomein begrijpend lezen en luisteren. Wat het Taal100-traject aantrekkelijk maakt voor het onderwijs op Curaçao is onder meer het universele karakter van lees- en luisterstrategieën. Deze strategieën worden in alle talen toegepast en zijn daarom belangrijke handvatten voor het meertalige onderwijs op Curaçao.

Sardes heeft het Taal100-traject zoveel mogelijk op maat kunnen aanbieden: waar mogelijk werd gewerkt met teksten in Papiamentu en Nederlands en is ingezoomd op de specifieke problematiek van de scholen (zoals gebrek aan geschikt materiaal).

Iedere middag werden de deelnemers getraind en iedere ochtend werden de trainers van Sardes warm ontvangen op de basisscholen om lessen te observeren, leerkrachten te coachen en om een goed beeld te krijgen van de dagelijkse praktijk op de openbare scholen van Curaçao, zodat de trainingen nog meer op maat konden worden gemaakt.

Meer informatie over Taal100? Ga naar www.taal100.nl of www.sardes.nl

Meeting: de status van het Papiamentu in Nederland

In de nieuwe staatskundige structuur van Nederland die op 10-10-10 tot stand is gekomen, heeft Nederland de verantwoordelijkheid gekregen voor twee nieuwe regionale talen. Naast het Fries zijn het Engels en Papiamentu, talen die worden gesproken op de BES-eilanden, aan te merken als in Nederland gesproken regionale talen die bijzondere aandacht vragen. Waar het Fries in Nederland is beschermd door middel van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden, is een dergelijke bescherming voor deze talen nog niet tot stand gekomen.
De Stichting SPLIKA en de Sectie Papiaments van Levende Talen organiseren op 28 maart een expert-meeting over de status van het Papiamentu in Nederland. Tijdens deze middag zal de heer Onno Falkena, voorzitter van het Europeesk Buro foar Lytse Talen een vergelijking maken tussen de positie van het Papiamentu en het Fries. Mevrouw  Gerladine Dammers, voorzitter van de op Bonaire gevestigde Akademia Papiamentu bespreekt de actuele taalsituatie op het eiland, met speciale aandacht voor het onderwijs. Mr. Bastiaan D. van der Velden bespreekt de mogelijkheden om het Papiamentu als een onder het Handvest beschermde taal erkend te krijgen.

Deze bijeenkomst zal op 28 maart 2014 van 13.30 tot 16.30 plaats vinden in het Huis van Europa  (Korte Vijverberg 5/6, 2513 AB, Den Haag). Aanmelding graag uiterlijk 25 maart 2014 via info@splika.nl

De Nederlandse taal lijkt stervende op Curaçao

door Helga Mensing

Hoe gaan we verder?
Ik moet helaas constateren dat steeds minder mensen en vooral jonge mensen, bij steeds minder gelegenheden de Nederlandse taal bezigen. En het Nederlands dat gesproken wordt is vaak gebrekkig, terwijl het geschreven Nederlands vol spelfouten zit.

lees verder…

Begrip Marron discriminerend? Raakt kant noch wal!

door Bert Eersteling  

De heer Monhansingh heeft in het artikel met als kop,’Begrip Marron discriminerend, het zijn jagers’, op GFC Nieuws [zie bericht hieronder – red. CU] onomwonden gesteld dat de 6 stammen die in het Surinaamse binnenland voorkomen uit gevluchte slaven van één en dezelfde stam in West-Afrika gevormd zijn. Deze stelling raakt kant noch wal en verdient mijns inziens het predikaat van wilde verkeerde leer. Dat de trans-Atlantische slavenhandel zich merendeel vanuit West-Afrikaanse landen heeft voltrokken, is in diverse literatuur en archiefmaterialen alom bekend. Overigens is deze route economisch bekeken voor de slavenhandelaren voordeliger. In de diverse West-Afrikaanse landen kwamen en komen nog steeds per land verschillende stammen voor, die elk een eigen taal spreken. Het is waar dat enkele stammen, leden van andere stammen hebben verkocht aan de slavenhandelaar.  

Maar de blanken hebben zelf met eigen legers Afrikaanse dorpen geplunderd en bewoners van die plaatsen gevangen genomen en getransporteerd naar de Amerika’s. Als er voldoende slaven volgens de twee methoden verzameld waren in een factorij, kon de verscheping plaatsvinden. De diverse etniciteiten werden willekeurig in de schepen geplaatst. Er werd niet gekeken naar de etnische komaf. Het zou mijns inziens onstrategisch zijn zijdens de slavenhandelaar om de verscheping op etnische basis uit te voeren. In de geschiedenis is bekend dat de slaven moeilijk met elkaar konden communiceren gedurende de oversteek van de Atlantische oceaan. Vele taferelen over de overtocht zijn vastgelegd in boeken en films. Een zeer belangrijke factorij van waaruit slaven vervoerd zijn door met name de Hollander naar de Amerika’s, is St. Georges del Mina. De Asantahene van het Koninklijke huis der Ashanti stam, heeft zich schuldig gemaakt aan het verruilen van gevangenen voor voedsel, spiegels etc. Maar zoals ik eerder gesteld heb, hebben de slavenhandelaren zelf Afrikanen gevangen genomen en getransporteerd naar de Amerika’s. Zo is ook bekend dat leden van het Koninklijke huis der Ashantie ook in de nieuwe wereld beland zijn.  

In Suriname aangekomen, na eerst enkele andere havens te hebben aangedaan, waar ook slaven verkocht werden aan de plantage-eigenaren, werden de rest van de slaven verkocht aan diverse plantage-eigenaren. Deze eigenaren kwamen van Commewijnerivier, de Cotticarivier, de Surinamerivier, de Saramaccarivier. Deze kocht de slaven naar hun eigen keus. Vanwege het systeem dat gehanteerd werd bij de verkoop, was het vrij onmogelijk dat eventuele stamgenoten of familieleden die Suriname bereikten op dezelfde plantage konden belanden. Eerder heb ik gewezen op de manier van transport vanuit de factorijen in West-Afrika.  

De vlucht naar de bossen

De slaven die naar de bossen gevlucht zijn komen van diverse plantages van de Cotticarivier tot de Coppenamerivier. Een stam bestaat uit diverse clan of lo. De clan of lo is de verzamelnaam van gevluchte slaven die van dezelfde plantage afkomstig zijn. Zij noemde zich zelf naar de plantage van afkomst of naar de plantage-eigenaar. Een voorbeeld ter illustratie. De mensen van het dorp Langatabiki aan de Marowijnerivier komen van de plantages Hazard en Entros. Deze mensen noemen zich zelf, tot vandaag ,de Asaiti-nengre (Hazard)en de Antosi  (Entros) nengre.   De mensen van het dorp Kajana aan de Granrio, noemen zich zelf de Kadosi-nengre, naar de plantage eigenaar Cardoso.  

De mensen van het dorp Dan aan de Boven-Surinamerivier noemen zich zelf de Nasi-nengre, afgeleid van de Portugees -Joodse plantage eigenaar Samuel Nassy van Jodensavanna.   De talen die gesproken worden namelijk het Aucaans, het Paramaccaans, het Kwinti, het Aloekoe, het Matawai en het Saramaccaans, zijn gevormd uit het Engels, Nederlands, diverse Afrikaanse talen en het Portugees. Het Saramaccaans heeft veel meer Portugese woorden, terwijl de overige talen meer Engels en Nederlandse woorden naast de diverse Afrikaanse woorden bevatten.  

Het Aucaans en het Saramaccaans worden gezien als de twee meest gesproken talen. Het Aloekoe, het Paramaccaans zijn meer dialecten van het Aucaans, terwijl het Matawai als dialect van het Saramaccaans gezien kan worden.   In de geschiedenis wordt ook gezegd en dat is het meest aannemelijke in de Surinaamse context, dat het woord marrons afgeleid is van het Spaanse woord Ci-Marron. Dit betekent wild vee, paard. Dit wild vee, paard kwamen voor op de bergen van Hispanola. Deze bracht veel schade aan de plantage op het eiland Hispaniola (Haïti en Dominicaanse republiek). Deze term werd gebruikt door de plantage-eigenaren tegen de gevluchte slaven, die steeds terugkwamen om andere slaven te bevrijden en het noodzakelijke (bijl, tjap, geweer en houwers) mee te nemen. Kennelijk raakten de plantage-eigenaren gefrustreerd van deze actie van de gevluchte slaven en uit hun frustratie hebben ze deze denigrerende naam gegeven aan deze moedige mensen.   Hopelijk heb ik met deze korte samenvattende uitleg de verkeerde leer weerlegd.  Dit is overigens met een positieve intentie.  

[uit GFC Nieuws, 24 februari 2014]

Begrip Marrons discriminerend, het zijn jagers

door Robbie Mohansingh
Het begrip Marrons dat in Suriname sinds kort worden gehanteerd is een discriminerend begrip. Het begrip is afkomstig uit de Britse heerschappij, te weten: Marronage; het in opstand komen tegen en het vluchten uit.
Eigenlijk is de gemeenschap in Suriname die Marrons worden genoemd, uit West- Afrika. Het zou dus beter passen om het begrip West-Afrikaan te gebruiken. In Afrika komt de slavernij van oudsher voor, bepaalde stammen onderwierpen andere stammen om werkzaamheden uit te voeren voor de overheersende stam. Pas eeuwen later namen de Europeanen dit over om hun overzees kapitaal veilig te stellen.
In Amerika (de Nieuwe Wereld) bijvoorbeeld zijn de oorspronkelijke bewoners Indianen. Als er een nationale herdenkingsdag moet zijn dan is het de dag dat Indianen hun woon- en leefgebied hebben verloren. Alle andere dagen kunnen worden afgeschaft). Indianen waren echter niet bestand tegen ziekten die werden overgebracht door de Europeanen. Vandaar dat West- Afrikanen werden ingezet op de plantages.
Na de afschaffing van de slavernij werden contractarbeiders verworven. West -Afrikanen zijn eigenlijk van oudsher jagers en zijn geen landbouwers, terwijl de cultuur van de contractarbeiders al verder was ontwikkeld en dat naast jagen ook landbouw werd toegepast. Vergelijkbaar met de Aboriginals uit Australië, die ook jagers zijn.
Het belangrijkste verschil tussen contractarbeiders uit Indonesië en India met West -Afrikanen is dat laatstgenoemden door hun eigen volk werden verkocht aan Europeanen. Eigenlijk moeten de stammen die medeplichtig zijn hieraan worden gedagvaard voor een VN-tribunaal en schadevergoeding betalen aan de West -Afrikanen in Suriname. Terwijl contractarbeiders met mooie verhalen werden overgehaald om op de plantages te werken. De bewering dat de Marrongemeenschap uit verschillende stammen bestaat is in het geheel niet waar.
Tegenwoordig is het mogelijk door DNA -testen uit te voeren, vast te stellen waar iemand oorspronkelijk vandaan komt. West- Afrikanen uit Suriname kunnen dan hun voorouders opzoeken en eventueel kiezen om terug te keren.
Dus eigenlijk is het begrip Marron discriminerend, het zijn jagers afkomstig uit West- Afrika. Dit zit nog steeds in hun genen. Vandaar dat zij nog steeds jagen, maar nu op bezittingen van andere bewoners. Het zijn geen criminelen, maar zij weten het niet anders. Dit kan alleen worden doorbroken door hun met hun voorouders in contact te brengen. Bijkomend voordeel is dat zij dan hun originele naam kunnen hanteren in plaats van de naam dat door de Europeanen is gegeven. Door het begrip Marrons te vervangen in West- Afrikaan zou al een stap voorwaarts worden gezet naar de waarheid.
[van GFC Nieuws, 23 februari 2014]

Sranantongo Bakadina

Eren van en pronken met het Surinaams

Een programma rond het Surinaams in verband met Internationale Moedertaaldag met o.a. presentatie boek en cd van Flos Rustveld Wan gro-ede kon gi Maria, een vertaling van Slaaf kindje slaaf geschreven door Dolf Verroen.

lees verder…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter