blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Kinder- en Jeugdliteratuur

Kinderboekenfestival 2011 treft voorbereidingen in Nickerie

Leerkrachten krijgen een training over het voorlezen. De Nationale Stichting Kinderboekenfestival Suriname is bezig om de nodige voorbereidingen in het district Nickerie te treffen. Vooruitlopend op het festival, dat gehouden wordt van 30 maart tot 1 april in het district, worden leerkrachten, bibliothecaressen en andere vrijwilligers getraind in het voorlezen. Dit is erg belangrijk voor kinderen en draagt bij aan hun verdere ontwikkeling. Het nut van lezen moet bijgebracht worden aan de kinderen. Dit zegt Marylouise Chin, lid van het projectteam van het Kinderboekenfestival.

Er werd een eendaagse workshop in het trainingscentrum Margarethenburg gehouden over het prettig voorlezen aan de jeugd. De deelnemers kregen instructies en hebben ook geleerd hoe ze op een levendige manier verhalen kunnen vertellen. Na Marowijne zijn er 80 personen uit Nickerie en Coronie getraind in het voorlezen. In Marowijne zijn de leerkrachten samen met het Albert Cameron Instituut getraind.

Chin zegt dat er gekozen is voor een speciale slogan: ”Als ik weet wie ik ben en wat ik kan, denk ik na over mijn toekomstplan”. Ook is er een thema- en een festivallied in elkaar gezet om kinderen de nodige prikkels te geven. Chin merkt op dat het in de bedoeling ligt om op een later tijdstip leeswedstrijden op de diverse scholen te organiseren. Dit zal geschieden, nadat de getrainde leerkrachten hun kennis hebben overgedragen aan de schoolkinderen.

Uiteindelijk zal er een voorleeskampioen van het jaar of van het kwartaal worden uitgekozen. Op weg naar het Kinderboekenfestival komen de kampioen van de onderbouw, klasse een tot en met drie, tegen elkaar uit. Ook de kinderen uit de bovenbouw, klasse drie tot en met zes, zullen tegen elkaar uitkomen. Deze activiteiten moeten ertoe leiden dat kinderen meer gaan lezen.

[uit Starnieuws, 12 februari 2011]

Leesplezier in Marowijne

door Hugo den Boer

De afgelopen maand reisden drie weken achtereen groepen studentes van het Albert Cameron Instituut naar Albina en Moengo af om de leerlingen op de scholen enthousiast te maken voor voorlezen. In aanloop naar het kinderboekenfestival (kbf) in Albina van 28 februari tot 2 maart worden wedstrijden georganiseerd om te bepalen wie de beste voorlezers zijn. De winnaars van de verschillende scholen gaan later deze maand tegen elkaar uitkomen.

De organiserende stichting Projecten Christelijk Onderwijs Suriname (PCOS) heeft van 2011 tot 2013 het meerjarenprogramma met als thema http://www.welzijn/. Hoofddoel van het kbf is dat kinderen gestimuleerd worden tot een intensiever leesgedrag en het ervaren van leesplezier. De komende drie jaar ligt de nadruk op voorlezen, om het een duurzame plaats te geven binnen de te ontwikkelen leescultuur.

In Moengo doen vijf en in Albina drie lagere scholen mee aan het pilot voorleesproject, dat uiteindelijk een landelijk karakter moet krijgen. Vijfdejaars studente Niza Nijman van het Alber Cameron Instituut (ACI), bezig met de afronding tot hoofd kleuterleidster, geeft de training met veel plezier. “We leren de kinderen dat het niet alleen om de woorden gaat, maar ook de lichaamshouding. Bij het voorlezen moeten ze rustig staan, de tijd nemen en contact hebben met hun gehoor. En ze moeten de plaatjes laten zien die bij het verhaal horen.” Om te controleren of de kinderen het voorgelezen verhaal begrepen hebben, wordt er na de bespreking een verwerking gedaan. Dit varieerde van het maken van een tekening tot het doen van spelletjes of zelfs competitie-rennen op het schoolplein. Voor de leerlingen een aparte benadering van een voorleesles.

Project-begeleidster Leonnie van Eert constateert dat er wel weinig boeken beschikbaar zijn in het district. “Deze voorleestraining moet desondanks een stimulans zijn voor de kinderen, maar ook inspirerend voor de leerkrachten om het voorlezen op een andere manier aan hen aan te bieden. Door de creatieve verwerkingsvormen die de studentes aandragen, moeten de verhalen dichter bij de beleving van het kind gebracht worden.” Van Eert ziet de pilot niet als nieuw, maar als opfrissing voor de leerkrachten. “De leerkrachten hebben dit al op hun opleiding gehad, maar door de drukte van het werk schiet het er soms bij in om lessen creatief aan te bieden.”.

[uit De Ware Tijd, 10/02/2011]

Kinderboekenfestival 2011 enthousiast gelaunched

door Hugo den Boer

Paramaribo – “Het kinderboekenfestival (kbf) duurt het hele jaar door en is niet aan plaats gebonden.

De evenementen dit jaar in Albina, Nickerie en op het jaarbeursterrein zijn wel hoogtepunten, maar het kbf is een continue proces, waarbij ons kantoor de stand is, Suriname ons festivalterrein en de Surinaamse jeugd ons publiek”, vertelt Agnes Ritfeld, directrice van stichting Protestants Christelijk Onderwijs Suriname (PCOS) tijdens de launch van kbf 2011. Het startsein van kbf 2011 werd gegeven bij Eftee Books van Frits Terborg in de Maretraite Mall. Het driejarige thema dat dit jaar begint is ‘www.welzijn’, waarbij de drie w’s staan voor weten, willen en werken. Aan het thema is ook een slogan verbonden:‘Als ik weet wie ik ben en wat ik kan, denk ik na over mijn toekomstplan.’ Het themalied ‘Weet jij wel wie je bent en wat je kan’ werd de aanwezigen aangeleerd en werd positief ontvangen.

Als speciale gasten waren kinderen van kinderhuis Samuel aanwezig die ook een lied met rap ten gehore brachten. Ismene Krisnadath, werd gepresenteerd als schrijfster die het kbf 2011 optimaal zal ondersteunen en op alle evenementen aanwezig zal zijn. Rappa alias Robby Parabirsing gaf de kinderen op interactieve wijze uitleg over het fenomeen stripverhaal. Nadat iedereen een zelf gemaakt stripverhaal van Rappa’s had hand kreeg, legde hij uit hoe dit plaatjesverhaal te lezen. Na enkele bladzijde en een stevig opgevoerde spanning, brak hij de uitleg af en nodigde de kinderen uit om de strip zelf uit te lezen.

Vanaf 1999 is PCOS voor het dertiende jaar en actief met kbf in stad en districten als hoofddoel om de bevolking en in het bijzonder de kinderen het belang van lezen bij te brengen. Alle districten zijn inmiddels een of meerdere keren aangedaan. In aanloop naar de evenementen kunnen kinderen via hun school deelnemen aan verschillende competities zoals rappen, voorlezen, vertel, musicals, tekenen en schilderen, verhalen en gedichten schrijven. De komende jaren ligt de nadruk op voorlezen omdat het een belangrijke basis is voor de ontwikkeling van het kind, niet alleen taalvaardig, creatief,maar ook sociaal met de omgeving en creatief.

Om de kinderen van Marowijne op de hoogte te stellen van het festival wordt deze week een speciale editie van Skoro K’ranti gegeven. In deze lokale schoolkrant voor geheel Marowijne wordt naast nieuws ook alle relevante informatie over het onderwijs zoals telefoonnummers van alle scholen en hun schoolleiders, vakantiedagen en de examen en toetsdata. Het festival in Marowijne wordt van 28 februari tot 2 maart gehouden op het sportveld bij het kampement in het centrum van Albina.

[overgenomen van de Ware Tijd, 31/01/2011]

Ismene Krishnadath schrijfster Kinderboekenfestival 2011

Tijdens de launch van het Surinaamse Kinderboekenfestival 2011, op vrijdag 28 januari, bij boekhandel Eftee in de Maretraite Mall in Paramaribo, werd bekend dat Ismene Krishnadath dit jaar de schrijfster is van het festival. Dit betekent dat er op de festivals speciale aandacht zal zijn voor haar werk. Krishnadath is uitgenodigd om de drie festivals mee te maken. Deze hebben plaats in Albina (eind februari), Nickerie (eind maart) en Paramaribo (eind mei). De nieuwste publicatie (2010) van de schrijfster is het fullcolour, hardcover boek Anansi redt de Zoo. Het is een remake van het ‘Het Zoo-syndroom’. Dit verhaal was deel van de verhalenserie in het boek Nieuwe streken van Koniman Anansi, dat haar in 1993 de Staatsprijs voor Jeugdliteratuur bezorgde. Het boek (16 pagina’s) is in Suriname voor 15,- srd te koop bij de boekhandel.

.

Hoe cultureel bepaald zijn kinderboeken?

door Rian Visser

Schoolbezoek op Aruba
Ik had geluk dat ik in november, terwijl het in Nederland stormde en regende, op uitnodiging van de bibliotheek van Aruba een week naar hun tropisch eiland mocht om scholen te bezoeken.
Elke ochtend bracht een begeleider me naar vier klassen, meestal op twee verschillende basisscholen. Net als twee jaar geleden, toen ik op Curaçao en Bonaire was, merkte ik hoe cultureel bepaald zelfs mijn meest algemene boeken zijn.

Bijvoorbeeld Nippertje, een prentenboek over een jongetje dat niet kan opschieten. Ook Arubaanse kinderen herkennen zichzelf in het treuzelende kind als ik vertel: ‘Elke ochtend is Nippertje het laatste kind dat op school komt. Altijd is het schoolplein leeg en de conciërge wacht bij de deur om hem achter Nippertje op slot te doen.’ Maar hoezo één deur en hoezo op slot? In Nederland, vertelde ik de kinderen, heeft een school vaak één hoofdingang. Je komt dan in een hal of gang en daar zijn de deuren naar de klaslokalen. Die voordeur gaat vaak op slot, want het schoolplein is open. Grote ogen levert dit verhaal op. Op Aruba gaat het schoolplein vaak op slot. Elk lokaal heeft een eigen deur naar de speelplaats, die meestal open staat. Behalve als het regent, maar dan ga je niet naar school. Vaak zijn er geen glazen ramen, maar open schotjes, zodat het waait in de klas. ‘Als de bel gaat, rennen alle kinderen de school in, zonder eerst in een rij te staan,’ vertel ik verder. Weer grote ogen.

Arubaans schoolgebouw
Omdat het Nederlands een tweede taal is die alleen op school gesproken wordt, gebruik ik ook in de bovenbouw vaak boeken met veel plaatjes en weinig tekst. Hier is pier sloeg goed aan. In deze boekjes wordt een roze pier verliefd op een zwarte mier. Mier werkt hard, ze heeft zelfs vier armen. Pier is nogal lui en het duurt even voordat hij Mier versierd heeft. Omdat Pier bang is dat ze hem niet knap vindt, gaat hij in de zon liggen om bruin te worden. Uiteindelijk trouwen ze. In het laatste boekje, krijgen ze hun eerste echtelijke ruzie, omdat Mier vindt dat Pier niet wil werken. Eén juf vond het verhaal hilarisch, een dijenkletser. ‘Net als hier!’ riep ze. ‘Mannen doen niks. Dat boek is helemaal niet voor kinderen, maar voor grote mensen!’ Ik heb het in haar klas achtergelaten, zodat ze het thuis nog eens rustig kon nalezen.

Mijn Arubaanse begeleider van die dag was ook gek van Pier. Het verhaal eindigt met een gedicht dat Pier voor Mier maakt, om te laten zien dat hij een dichter is:

‘Ik hou van mooi weer, van de gele zon,
en de lucht, zo helder blauw.

Maar ik hou ook van slecht weer, als de lucht zwart is,
want zwart doet me denken aan jou!’

Boa constrictor
Op weg naar de volgende school rookten we in de auto een sigaartje. Hij had geen airco, dus het woei lekker door. ‘Hier is pier leert onze kinderen dat zwart ook mooi is,’ zei mijn begeleider. ‘Roze Pier is de blanke Nederlander en Zwarte Mier is de Arubaan.’ Zo had ik het nooit bedacht, maar ik vond het mooi. Ook mooi vond ik de Arubaanse variant van onze regenworm, die zich in een klaslokaal verscholen had: de boa constrictor, een ware plaag.

Mijn leeskoffertje daar komt aap gaat over een aap die arm is en ineens heel rijk wordt. ‘Wat doe je dan? Wat ga je kopen? Hoe ga je leven?’ vroeg ik aan de kinderen. ‘Studeren in Nederland,’ zei een meisje. ‘Een groot huis en een dure auto kopen.’ ‘De hele dag eten.’ ‘Arme mensen eten geven en een huis voor oude mensen bouwen.’
Aap koopt inderdaad een groot huis, eet zich vol, verveelt zich, gaat op zoek naar een kick en leert duiken. Duiken met een zuurstoffles kennen ze, maar ik kwam geen Arubaans kind tegen die het zelf gedaan had. Er is armoede. Op alle Arubaanse scholen werd ’s ochtends, als ik in de lerarenkamer bij de airco zat te bibberen, een mandje met lunchpakketjes gebracht voor kinderen die thuis geen brood krijgen. Toch beweerde een juf dat de kinderen thuis wel allemaal een computer en internet hebben en mijn digibordlessen zouden kunnen bekijken. Ik weet het niet, maar als dat zo is, brengt dat veel mogelijkheden met zich mee.

Uit Nederland waren Jet Boeke en ik uitgenodigd. Verder was er een grote groep Antilliaanse schrijvers en illustratoren. De bibliotheek regelde dat alle dertig scholen op het eiland bezoek kregen, en bij voorkeur zelfs alle klassen. Veel Antilliaanse kinderboekmakers hebben een klein oeuvre, maar dat is niet erg. Het gaat om performen, contact maken en enthousiasmeren, bleek in de evaluatie. Ik leerde van hen nogmaals waarom ik eigenlijk naar scholen ga: niet om mezelf en mijn boeken te promoten, maar om kinderen te inspireren en door hen geïnspireerd te worden.

Boek cadeau
Hoe ik het bezoek invul, is in elke klas anders. Ik vind het leuk om samen met de kinderen een verhaal of gedicht te maken. Over wie bedenken we een verhaal? Wat voor probleem zou onze hoofdpersoon kunnen hebben? Wat is de oplossing? Met deze drie simpele stappen ontstonden prachtige verhalen en begonnen de ogen te glimmen. De klas achterlaten met hun eigen verhaal, een juf die er spontaan opdrachten omheen bedenkt, kinderen die beseffen dat ze fantasie hebben: dát is wat ik in een klas wil achterlaten. Soms lukte dat. Met een kleine klas en aandachtige kinderen.

Maar wat doe je met vijftig kinderen die onrustig met elkaar kletsen in een snikheet lokaal, met open ramen, mijn woorden die verwaaien door een ventilator, buiten op het schoolplein een man die hard in een luidspreker brult? Ik heb ze ritmes laten klappen op versjes en mee laten toveren met Timo en het toverstokje. Als ze maar meedoen en plezier hebben met boeken.
In elke klas liet ik twee of drie boeken achter.

Net als twee jaar geleden denk ik bij thuiskomst uit de Antillen: zal ik eens wat tropischer gaan schrijven? Sjoerd Kuyper deed het met Malmok, een erg mooi boek. Maar als ik de Arubanen daarover hoor, is hij toch een Nederlander die over de Antillen schrijft. Ik denk dat ik volgend jaar nog maar eens rond moet kijken op de Antillen, maar eigenlijk wil ik eerst naar Afrika, want daar moet ik voor Averbode een verhaaltje over schrijven. De deadline is over tien dagen.

[overgenomen van de blogspot van Rian Visser]

Verhalen vol fantasie

door Kizzy Chin A Foeng

Het gebrek aan kinderboeken uit eigen land was voor Ismene Krishnadath aanleiding om in 1989 met haar eerste kinderboek op de markt te brengen: De flaporen van Amar. Het was het begin van een reeks nieuwe Surinaamse kinder- en volwassenenboeken. “De gemeenschap had behoefte aan eigen werk”, aldus Krishnadath. “Na de onafhankelijkheid kwam er een dumpsysteem op gang, waarbij oude Nederlandse boeken hier heen werden gestuurd. Er werden maar weinig Surinaamse kinderboeken geschreven.”

Ismene Krishnadath werd bijna 53 jaar geleden geboren in Paramaribo. Op haar zesde verhuisde ze naar Utrecht, in Nederland, waar haar vader geschiedenis studeerde. “Als kind schreef ik altijd al. Ik hield ervan om opstellen en brieven te schrijven.” Op haar dertiende keerde het gezin terug naar Suriname. Na de AMS succesvol te hebben afgerond, vertrok ze in 1973 nog een keer naar Nederland, nu om zelf Nederlands te gaan studeren. Maar een studie Nederlands bleek toch niets voor Krishnadath te zijn. Naar eigen zeggen heeft ze heeft te weinig affiniteit met de Nederlandse historische figuren en literatuur. Ze besloot een nieuwe studie te kiezen: pedagogiek. In 1979 rondde ze deze studie af en keerde terug naar haar geliefde vaderland, waar ze tot 1989 op verschillende lerarenopleidingen als praktijk- en pedagogiekdocente werkte.

lees verder…

Ismene Krishnadath – Toespraak bij de aanvaarding van de Henny Frans de Zielprijs

Geacht bestuur van de Trefossastichting, geachte juryleden, geachte Self Reliance-vertegenwoordigers, geachte oud-president Venetiaan en mevrouw Venetiaan, directeur Cultuur en vertegenwoordiger van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, mevrouw Wijdenbosch, familie, vrienden, collega’s en belangstellenden.

lees verder…

Vier felicitaties voor Ismene Krishnadath

Van de redactie en de kinderredactie van De Ware Tijd Literair

Op zaterdag 15 januari werd door de Henri Frans de Ziel Stichting de Henri Frans de Ziel Cultuurprijs 2011 uitgereikt. Schrijver en voorzitter van de Schrijversgroep 77, Ismene Krishnadath, was de uitverkorene voor het ‘laureaat’, zoals het zo deftig werd uitgedrukt.

lees verder…

Ismene Krishnadath wint Henri Frans de Ziel-cultuurprijs

door Sharon Crawford

In het bomvolle auditorium van Self Reliance werd Ismene Krishnadath zaterdagavond uitgeroepen tot winnaar van de Henri Frans de Ziel cultuurprijs 2011. Zij kwam hiervoor in aanmerking omdat zij langer dan tien jaren een scala aan literaire werken heeft vervaardigd en uitgegeven.

Daarnaast is Krishnadath ook actief bij verschillende literaire activiteiten. “Waar anderen of schrijven of uitgeven of voorzitten, doet Krishnadath het allemaal tegelijk op voortreffelijke wijze”, zei Johan Roozer, voorzitter van de Henri Frans de Ziel stichting, die de prijs om de twee jaar uitreikt.Volgens Roozer heeft het nationalistische gevoel van Krishnadath ook toe bijgedragen dat zij er met de prijs vandoor mocht gaan. Na de onafhankelijkheid van Suriname was Krishnadath de eerste persoon die de Surinaamse nationaliteit aanvroeg. En omdat zij de eerste was met een Surinaams paspoort in Nederland, werd het kosteloos aan haar afgegeven. “Het gevoel Surinamer te zijn omvat natuurlijk veel meer dan een paspoort, en dat toont u dagelijks in uw leven. Op grond van dit alles en hetgeen hier niet genoemd is, is het ons een waar genoegen u de prijs toe te kennen”, aldus Roozer.

Krishnadath was ingenomen met de prijs, een uit hout gesneden boek en pen in een houder. Ook een enveloppe, oorkonde en een bloemstuk werden aan de winnaar uitgereikt. Als voorzitter van Schrijversgroep ’77 nam ze met een brede lach de felicitaties van collega-schrijvers, vrienden, kennissen en familieleden in ontvangst. Warme brasa’s en bosi’s ontbraken niet.

De stichting reikt de prijs uit aan iemand die zich gedurende de afgelopen twee jaar op bijzondere wijze heeft ingezet voor de ontwikkeling van Surinaamse literatuur en daarmee ook heeft bijgedragen aan natievorming, tolerantie, maatschappelijke bewustwording en het internationaal uitdragen van de Surinaamse literatuur. Krishnadath heeft zowel kinderboeken als literatuur voor volwassenen uitgegeven.

De winnaar van de Cultuurprijs 2011 had ook een serieuze boodschap aan ’de crème de la crème schrijvers’, zoals ze die noemde. “De Henri Frans de Ziel-prijs gun ik aan elke Surinaamse schrijver omdat die op zijn eigen wijze een waardevolle bijdrage levert aan de geestelijke ontwikkeling van Suriname. En toch ben ik blij met de prijs.
Kri Kra yere mi tori; Als we af willen van het beeld van de hosselende dichter die zijn zelfgedrukte boekje op straat slijt, omdat hij dat niet aan de straatstenen kwijt kan, als we af willen van de schrijver met zijn slechte lay-out vol fouten staande producten dan zullen we ten eerste behoorlijk moeten investeren en een grote draai moeten maken in ons denken over literatuur.”
Volgens Krishnadath denken velen dat een roman de hoogste vorm van literatuur is en met Schrijversgroep ’77 tracht zij al jaren die gedachte te bestrijden.

[Bericht uit Starnieuws, 16 januari 2011]

Kaylee’s kerst gedoopt

Kralendijk — De achtjarige Kaylee de Jongh heeft afgelopen weekeinde haar eerste boek gedoopt. Kaylee’s kerst heeft ze zelf geschreven en het dopen vond plaats aan het strand. Meter is haar vriendin Camila en peter Kaylee’s vriend Tyzick. Met een schelp werd het boek symbolisch met zeewater gedoopt. Telefonia Boneriano en RBTT Bank maakten de uitgave mogelijk. Giselle Rhuggenaath deed de illustraties en grafisch ontwerp. Kaylee wil iedereen die haar geholpen heeft bedanken. Ze hoopt dat alle kinderen dit kerstverhaal leuk zullen vinden.
Kaylee’s kerst gaat over de gezellige kersttijd, zoals zij die beleeft. Ze zoekt een klein maar zeer speciaal kerstboompje uit. Deze keer heeft Kaylee een avontuurlijke en fijne kerst, samen met mama, papa, oma en haar beste vriendin. Kaylee Filomene de Jongh is op Curaçao geboren en gaat nu naar de basisschool op Bonaire, waar ze in groep 5 zit. Kaylee is erg creatief. Haar hobby’s zijn zwemmen, koken, tekenen en handenarbeid.
[van Amigoe.com, 21 december 2010]

Drie kinderboekenfestivals in Suriname in 2011

door Hugo den Boer

“Omdat we het niet voor onmogelijk houden dat 25 februari komend jaar ook tot een nationale vrije dag wordt uitgeroepen, heeft stichting Protestant Christelijk Onderwijs Suriname (PCOS) als organisator van het Kinderboekenfestival (KBF) besloten het evenement te Albina nu alvast met drie dagen uit te stellen naar 28 februari en 1 en 2 maart”, aldus medewerkster Yvonne Caprino.

De voorzorgsmaatregel is vroegtijdig genomen – net voor de concrete organisatie van het evenement deze week contouren krijgt – om het kinderboekenfestival van Albina niet tot een mogelijk organisatorische flop te laten geworden. “Het vergt een enorme voorbereiding om het kinderboekenfestival neer te zetten, ook logistiek. Er zijn veel mensen bij betrokken.” In Albina worden naast de twintig scholen in omgeving Moengo en Albina ook de bijkans twintig scholen langs de Marowijnerivier in het Tapanahony- en Lawagebied uitgenodigd. “Het is al moeilijk om het contact te leggen. Een mogelijke nationale vrije dag zou onze hele organisatie frustreren.”

Het kinderboekenfestival wordt komend jaar in Albina, Nickerie (30 maart en 1 april) en als afsluitend evenement in Paramaribo (van 23 tot 28 mei) georganiseerd. Het thema in de periode 2011 tot 2013 is ‘www: weten + willen + werken = welzijn’. De slogan voor 2011 is ‘Als ik weet wie ik ben en weet wat ik kan, ga ik werken aan mijn toekomstplan!’ In Marowijne zal in de aanloop naar het festival de nadruk liggen op het onderdeel ‘voorlezen’. De leerlingen van de lagere school en onderbouw van mulo en lbgo zullen in de les en in middaguren extra begeleid worden om deel te nemen aan de voorleescontest. Momenteel worden alle actoren zoals het districtsbestuur, scholen, volksvertegenwoordigers en lokale ondernemingen in stelling gebracht om het KBF-Albina tot een succes te maken.-.

[uit de Ware Tijd, 16/12/2010]

Schatgraven met Shervison

Op zaterdagochtend 18 december vindt op het strand van Hook’s Hut een bijzondere happening voor kinderen plaats. Auteur Charlotte Doornhein verwacht samen met taalinstituut Fundashon pa Planifikashon di Idioma (FPI) kinderen in piratenkleren op het strand. Neem vooral scheppen mee! Want … het Papiamentu kinderboek Shervison ta deskubrí un tesoro ligt verstopt in het zand … Tien boeken zijn tijdens een storm op zee overboord gevallen en aangespoeld op de kust. De wind heeft de boeken bedolven onder een berg fijne zandkorrels. Wie een boek opgraaft mag het houden. En wie weet vind je ook edelstenen of gouden munten en die mag je ook houden. Alleen voor kinderen! Zorg wel dat je op tijd bent want anders zijn alle schatten al voor je neus weggekaapt …

Het boek Shervison vindt een schat – een zonnig avontuur op Curaçao! van schrijfster Charlotte Doornhein is door Enrique Muller vertaald in het Papiamentu en wordt uitgegeven door Fundashon pa Planifikashon di Idioma (FPI). Op zaterdag 18 december is de boeklancering om 10.00 uur ‘s ochtends op het strand van Hook’s Hut onder de bezielende leiding van de piratenprinses Charlotte en piratenprins Gwendell. Alle kinderen van vijf tot twaalf jaar zijn welkom om mee op avontuur te gaan. De entree is gratis en er is limonade voor de kinderen.

Vanaf zaterdagmiddag 18 december ligt het boek Shervison ta deskubrí un tesoro – un aventura den solo di Kòrsou! ook te koop in de boekhandels Boekplus, Bruna en Mensing’s Caminada. Schrijfster Charlotte Doornhein zal die middag samen met de verhalenvertellende kerstengel Gini in de winkels aanwezig zijn om het boek te signeren en er persoonlijke boodschappen voor de kinderen in te schrijven. Het nieuwe boek is een mooi origineel kerstcadeau. Iedereen is welkom bij de signeersessies: Boekplus vanaf 3 uur, Mensing’s Caminada vanaf 4.15 uur en Bruna vanaf 5.30 uur.

Tweeduizend exemplaren van het boek Shervison ta deskubrí un tesoro zullen worden weggegeven op scholen in Curaçao. Publicatie van het boek is mogelijk dankzij de sponsors Stichting Signaal Sosial, Prins Bernhard Cultuurfonds Nederlandse Antillen en Aruba, Rotary Club of Curaçao, F. Van Lanschot Bankiers en het Nederlands Letterenfonds.

Het boek zal na de signeersessies in de boekhandels ook op andere bekende verkooppunten op Curaçao verkrijgbaar zijn. Eveneens is het Papiamentu boek in Nederland verkrijgbaar en te bestellen via de webwinkel www.books.an.

Shervison ta deskubrí un tesoro
Un aventura den solo di Kòrsou!
ISBN 978-99904-2-301-3
Prijs: ƒ13.50

Over de auteur

Charlotte Doornhein (1972) is geboren in Bunnik en groeide op in het plaatsje Groot-Ammers aan de rivier de Lek in Nederland. Als kind was ze altijd bezig met paardrijden of zat ze met haar neus in de boeken. In het nabijgelegen stadje Schoonhoven ging ze naar de middelbare school. Na haar studie organisatiepsychologie (1996) werkte ze bij adviesbureau Andersson Elffers Felix (AEF) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Sinds 2002 is Charlotte werkzaam als professioneel schrijfster.

Ze schrijft kinderboeken, korte verhalen en gedichten. ‘Bij mij draait het om het plezier dat ik aan het schrijven beleef en de energie die ik eruit haal,’ zegt ze. ‘In mijn werk komen – direct of indirect – verschillende boodschappen naar voren, zoals vrijheid, het belang van plezier hebben, achter je eigen keuzes blijven staan en je eigen weg bewandelen.’Charlotte Doornhein woont sinds najaar 2006 op Curaçao met haar man Olaf, kinderen Imre en Jurn en haar honden. Zij maakt het eiland onveilig met haar ludieke acties. Zo kunnen kinderen lekker griezelen als zij de beruchte en overheerlijke kasteelgrachtwatersoep klaarmaken uit het boek Hein Stekel en Posko. In de kinderboekenweek houdt Charlotte geheime workshops in landhuis Brakkeput Mei Mei en leert ze kinderen geheime liedjes, de bananendans of gaan ze op zoek naar verborgen schatten.

Charlotte is de bedenker van het jaarlijks terugkerend festival de Literaire Tippelzone (voor volwassenen) en de Literaire Trippelzone (voor kinderen) op Curaçao. Charlotte is redactielid van Cpost (www.cpost.nl): het kleurrijke online magazine voor de Curaçaoliefhebber. En samen met Glenda Poeder geeft ze op het eiland workshops zelfverdediging voor vrouwen.

Titels:

Hein Stekel en László (uitgeverij SWP), 2005
Hein Stekel en Posko (uitgeverij SWP), 2007
László vermist (uitgeverij SWP), 2008
Imre bouwt mee (uitgeverij Kwintessens en uitgeverij Callenbach), 2008
Shervison vindt een schat (uitgeverij Kwintessens), 2009
Shervison ta deskubrí un tesoro (stichting FPI: Papiamentu vertaling), 2010
Hein Stekel en László is uitgegeven met steun van het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) en heeft een voorwoord van de oud-burgemeester van Amsterdam, Job Cohen.
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter