Leesplezier in Marowijne
door Hugo den Boer
De afgelopen maand reisden drie weken achtereen groepen studentes van het Albert Cameron Instituut naar Albina en Moengo af om de leerlingen op de scholen enthousiast te maken voor voorlezen. In aanloop naar het kinderboekenfestival (kbf) in Albina van 28 februari tot 2 maart worden wedstrijden georganiseerd om te bepalen wie de beste voorlezers zijn. De winnaars van de verschillende scholen gaan later deze maand tegen elkaar uitkomen.
De organiserende stichting Projecten Christelijk Onderwijs Suriname (PCOS) heeft van 2011 tot 2013 het meerjarenprogramma met als thema http://www.welzijn/. Hoofddoel van het kbf is dat kinderen gestimuleerd worden tot een intensiever leesgedrag en het ervaren van leesplezier. De komende drie jaar ligt de nadruk op voorlezen, om het een duurzame plaats te geven binnen de te ontwikkelen leescultuur.
In Moengo doen vijf en in Albina drie lagere scholen mee aan het pilot voorleesproject, dat uiteindelijk een landelijk karakter moet krijgen. Vijfdejaars studente Niza Nijman van het Alber Cameron Instituut (ACI), bezig met de afronding tot hoofd kleuterleidster, geeft de training met veel plezier. “We leren de kinderen dat het niet alleen om de woorden gaat, maar ook de lichaamshouding. Bij het voorlezen moeten ze rustig staan, de tijd nemen en contact hebben met hun gehoor. En ze moeten de plaatjes laten zien die bij het verhaal horen.” Om te controleren of de kinderen het voorgelezen verhaal begrepen hebben, wordt er na de bespreking een verwerking gedaan. Dit varieerde van het maken van een tekening tot het doen van spelletjes of zelfs competitie-rennen op het schoolplein. Voor de leerlingen een aparte benadering van een voorleesles.
Project-begeleidster Leonnie van Eert constateert dat er wel weinig boeken beschikbaar zijn in het district. “Deze voorleestraining moet desondanks een stimulans zijn voor de kinderen, maar ook inspirerend voor de leerkrachten om het voorlezen op een andere manier aan hen aan te bieden. Door de creatieve verwerkingsvormen die de studentes aandragen, moeten de verhalen dichter bij de beleving van het kind gebracht worden.” Van Eert ziet de pilot niet als nieuw, maar als opfrissing voor de leerkrachten. “De leerkrachten hebben dit al op hun opleiding gehad, maar door de drukte van het werk schiet het er soms bij in om lessen creatief aan te bieden.”.
[uit De Ware Tijd, 10/02/2011]