blog | werkgroep caraïbische letteren

Bea Vianen: De poëzie van het enjambement

door Jerry Dewnarain

De bundel Liggend stilstaan bij blijvende momenten (1975) van Bea Vianen staat voornamelijk in het teken van de persoonlijke jeugdherinnering aan een roomse opvoeding, van gevoelens van eenzaamheid en het zoeken naar contact. De titel van deze dichtbundel heeft twee contradicties. Wat zijn de blijvende momenten in Vianens leven, waarbij ze stil wil staan en nog wel liggend?

Vianen Liggend stilstaan

De titel van deze bundel is mooi bedacht. Dit toont aan dat Bea Vianens taalgebruik zeer beeldend is. In drie delen vertelt ze in het kort haar eigen levensgeschiedenis. De herinneringen aan het r.k.-internaat en de strenge regels daar zijn niet van de vrolijkste. Vervolgens is er haar verblijf en haar beschrijving van een relatie in Nederland:
Ik moet wel heel erg ver
zijn gegaan door met angsten
mijn verblijf in Holland goed te praten
Tenslotte is er de terugkeer naar haar geboorteland Suriname.

Haar gedichten in deze bundel zijn praatpoëzie zonder opsmuk. Deze poëzie van ‘het enjambement’ lijkt soms op proza in versvorm gegoten. Waar liggen de grenzen van de versregels in gedichten als Het Conflict?

Het conflict
De afstand tussen mij en
de dingen die mij iets deden heeft
op mij altijd een geweldige indruk gemaakt.
Zo had ik, wanneer ik met mijn gezicht naar
de Wilhelminastraat de ballons zag dansen aan
een stok, een veel grotere voldoening dan
wanneer ik ze tussen mijn eigen handen had.

De twee zinnen lijken willekeurig over negen versregels verdeeld. De vertolkte gevoelens zijn persoonlijk. In korte taferelen geeft Bea Vianen haar gedachten en opinies over onderwerpen die ver afstaan van de politiek en het nationalisme dat in de poëzie van dat moment hoogtij viert. In vergelijking met Cautal, de eerste poëziebundel van Vianen, is deze tweede bundel (1975) meer prozaïsch dan poëtisch, zowel in beschreven onderwerpen met gedachten over alledaagsheden als in stijl van dichten. Bea Vianens poëzie ligt trouwens in het algemeen in het verlengde van haar proza. De slotregel uit Cautal:

Snijd mij dan aarde, snijd mij
Ik leef

zouden zo uit het romandebuut Sarnami, hai kunnen zijn: het vertrek van Sita, de hoofdfiguur uit Suriname. Hiermee eindigt het boek maar in principe is het ook een nieuw begin, de tijd krijgt een extra dimensie, die van de herhaling. De kleine Ata is de nieuwe Sita, in feite zijn er talloze Ata’s en Sita’s. ‘Een kind wordt geboren, groeit op om later littekens te herkennen, die er al waren, nog voordat het bestond. Het staat er niet stil, stelt zich vragen, verzet zich met ongeloof, wrok, haat. Dat is niet het einde. Er bestaat zoiets als een paspoort dat je niet zelf hebt getekend. Er is een bestemming die je niet zelf hebt bepaald.

Vianen, Bea, Liggend stilstaan bij blijvende momenten. Amsterdam: Uitgave Querido, 1974. p. 11 en 31. ISBN: 9021413876.
Vianen, Bea, 1988. Sarnami, hai. In de Knipscheer, Haarlem, derde verbeterde druk november, 1988, uitgebreid met een Nawoord door Jos de Roo, pagina 93. ISBN 9789062652891

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter