blog | werkgroep caraïbische letteren

Oppervlakkigheid

door Asruf Muradin

Het Internationaal Pers Instituut (IPI) heeft de journalistiek in Suriname een tik op haar vingers gegeven. Onder meer het verwijt ‘oppervlakkigheid’ kreeg ze naar het hoofd geslingerd. Dat beaam ik, gezien het nieuwsaanbod. Onder andere door het ontbreken van diepgravende stukken, heeft de oppervlakkigheid te maken met wat de mediahuizen verlangen van de journalisten. Dit houdt in dat nieuwsgaring zo weinig mogelijk moet kosten. Want er bestaat geen budget voor een achtergrondverhaal of een nieuwsverhaal. In het nieuws- en een achtergrondverhaal gaat de journalist juist dieper in op wat er is gebeurd en waarom iets is gebeurd.

Dientengevolge zie je alleen nieuws dat weinig kost. Om deze reden richten journalisten zich op goedkoop nieuws. Sla een Surinaams dagblad open en kijk naar het aanbod. Je ziet dan dat politieke propaganda, zedenmisdrijven, ongelukken, zware criminaliteit, de boventoon voeren. Dat komt neer op met weinig moeite verkregen nieuws. Of het aanbod ook aansluit op wat de lezers willen blijkt niet uit onderzoeken, want bij mijn weten zijn die niet uitgevoerd. Een ander hardnekkig misverstand is dat de media een opvoedende taak zouden hebben. De media hebben maar één taak en dat is informeren. Voor opvoedkundige taken moet je naar de onderwijsinstellingen.

Deze problematiek van oppervlakkigheid kun je niet in de schoenen schuiven van de journalisten. De oorzaak van het beperkte en oppervlakkige aanbod komt door het ontbreken van een bundeling en gebrek aan fondsen voor onderzoeksjournalistiek. Om deze reden kun je niet stellen dat Surinaamse journalisten niet in staat zijn om hoogstaande en diepgravende stukken te produceren. Ze krijgen daarvoor niet de tijd en geld. Voorts zie je dat sommige mediahuizen al vanaf de revolutie in een post-traumatisch stadium verkeren. Daardoor is er alleen maar kritiek op Bouterse en de kliek om hem heen. Dit betekent dat een journalist zonder zijn bureau te verlaten kritiek kan produceren. Zonder reorganisatie en fondsen voor kwalitatieve journalistiek, zal het oppervlakkige niveau nog lang stand houden.Ook zie je dat de Surinaamse media niet zijn ontzuild. De ontzuiling heeft te maken met het loslaten van wat politieke partijen, vakbonden of de handel vinden. In andere landen is de pers ontzuild en dat zorgt voor een objectieve kijk op zaken. Omdat er in het buitenland ook budgetten bestaan voor onderzoeksjournalistiek, door de betere organisatie, graven journalisten dieper. Surinaamse kranten en nieuwswebsites hebben het geld niet om journalisten goed te betalen voor kwalitatieve nieuwsgaring.

Alles in aanmerking nemend kun je stellen dat Surinaamse kranten en nieuwswebsites, radiostations en televisiezenders, alleen met reclame en de verkochte oplages van kranten, geen hoogwaardig nieuws kunnen brengen. De markt is ook te klein daarvoor. De spoeling is dun. Het politieke klimaat heeft dan ook weinig invloed op het nieuwsaanbod van de mediahuizen. Ze zijn behoorlijk zelfstandig en er is persvrijheid. Het probleem ligt bij de mediahuizen die zich niet organiseren voor het echte werk en ergens geld opzij leggen uit de omzet. De Surinaamse journalisten kunnen er niets aan doen. Het is immers alleen baron Münchhausen gelukt zichzelf bij de haren uit het moeras te trekken, suggereerde de Nederlandse journalist Hendrik Jan Schoo eens.

[van Facebook]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter