blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Journalistiek & Nieuwe media

Surinoemer 7

Op woensdag 11 november 2009 is het zevende nummer verschenen van de Surinoemer, met interviews met duizendpoot Alida Neslo en Roberto Tjon A Meeuw die met zijn gezin drie maanden bij het Rotterdamse kunstenaarsinitiatief B.a.d te gast was. Verder bijdragen van Karin Lachmising, Karel Doing en de centerfold van Risk Hazekamp.

Voor de lezers in Suriname liggen gratis Surinoemer-exemplaren bij het Instituut voor de Opleiding van Leraren, NAKS, de Nola Hatterman Art Academy, Tori Oso, de Academie voor Hoger Kunst en Cultuur Onderwijs en bij boekhandel Varekamp. Lezers van elders kunnen de digitale versie van de laatste editie als pdf-bestand (5,8Mb) van de Surinoemer website downloaden, klik hier

Cosmic Award voor Noraly Beyer

Noraly Beyer – lid van de Werkgroep Caraïbische Letteren – ontvangt donderdag 5 november de Cosmic Award uit handen van de Amsterdamse burgemeester Job Cohen. De uitreiking vindt plaats midden in de elfde editie van MC’s theaterfestival voor nieuwe toneelschrijvers en theatermakers: Hollandse Nieuwe 11.

Noraly Beyer krijgt de onderscheiding voor haar inzet en haar rol als boegbeeld binnen de Nederlandse samenleving waarin zij fungeert als voorbeeld en pleitbezorger voor diversiteit in de media. Op Curaçao geboren uit Surinaamse ouders, heeft ze een aantal jaren in Suriname gewerkt bij de nieuwsdienst van de Surinaamse televisie. In Nederland werkte ze bij de NOS en de Wereldomroep als journalist en nieuwslezer. Tussendoor speelde zij in diverse toneelstukken. Sinds haar terugtreden als nieuwslezeres verzorgt zij veelvuldig presentaties bij tal van manifestaties.

De Cosmic Award is een tweejaarlijks terugkerende prijs waarmee uitdrukking wordt gegeven aan de waardering van MC voor een kunstenaar van niet-Nederlandse afkomst die zich binnen de Nederlandse samenleving via zijn werk op uitzonderlijke wijze profileert en zijn achtergrond laat meespelen in zijn werk.

De Werkgroep Caraïbische Letteren feliciteert Noraly Beyer van harte met haar Award!

Tropeninstituut schenkt 2100 foto’s aan Wikipedia

Een opmerkelijk gebaar: het Koninklijk Instituut voor de Tropen heeft circa 2100 foto’s ter beschikking gesteld aan de open source on line-encyclopedie Wikipedia. Ongetwijfeld is Wikipedia de meest geraadpleegde encyclopedie van dit moment, simpelweg omdat de meeste mensen die informatie nazoeken, eerst het internet raadplegen en daar steeds vaker als een van de eerste hits terecht komen bij Wikipedia. De schenking van het KIT betreft historische en moderne foto’s, vele over marronculturen, maar ook over geschiedenis in het algemeen, inheemsen, hindostanen, javanen, migranten, families, individuen, tal van culturele voorwerpen enz. enz. Er zijn foto’s uit de vroege 20ste eeuw en opnamen van belangrijke historische documenten. Alle zijn voorzien van adequate toelichtingen. Omdat de foto’s zijn overgebracht naar Wikimedia Commons zijn ze geplaatst in het publieke domein. Dat betekent dat een ieder die dat wil, op welke plaats ook ter wereld geheel gratis de afbeeldingen kan downloaden voor eigen gebruik, voor powerpointpresentaties, afdrukken in werkstukken, boeken en tijdschriften enz. enz. Je zou dus kunnen zeggen dat beeldmateriaal dat toebehoort aan geen enkele particulier nu is teruggegeven aan de wereldgemeenschap. Een prachtig gebaar!

De Nederlandse editie van Wikiepdia kent nu (17 september, 15.35 uur) 558.686 artikelen, de Engelstalige meer dan 3 miljoen: 3.035.993 om precies te zijn. Er is ook een versie in het Papiamentu (644 artikelen) en een in het Sranan (723 artikelen).

Mogelijk gaat de schenking ook fungeren als smaakmaker voor de grote tentoonstelling over de marrons die dit najaar in het KIT opent. Dat is verder prima. De vraag is nu welke instelling het voorbeeld van het KIT zal volgen. Bij bijvoorbeeld het KITLV is Leiden bevindt zich ook een grote iconografische collectie. Doet het goede voorbeeld goed volgen?

Wie de foto’s wil bekijken kan hier terecht

In memoriam: Rudi de Bruin, mijn vader (13 september 1929 – 14 juli 1984)

door Claudett de Bruin

‘Nafu, nafu, kondreman na ala sey, unu doro baka nanga yu eygi programa, Piki Piki Pley.’[1]

Zo begon mijn vader zijn dagelijks advertentieprogramma op de radio. Op zijn eigen humoristische wijze bracht hij in foutloos Sranan advertentieboodschappen die hij lardeerde met Sarnami, Javaans, Hakka, Saramaccaans en Aucaans en af en toe een Inheemse taal waarvan ik altijd heb vermoed dat hij die ter plekke verzon; kortom alle talen die we in Suriname spreken. Hij had een speciale liefde en interesse voor het Sranan, maar was ook uitmuntend in het Engels en Spaans, hij sprak goed Frans en Papiamentu. Zijn kennis van het Nederlands noem ik natuurlijk ten overvloede. Sommige familieleden verklaarde hem voor gek omdat hij zijn dochters boven de wieg verhaaltjes van Annie M.G. Schmidt voorlas. Hij was een man die zijn talenten uitbuitte, ze geen rust gunde en ze volledig gebruikte. Van zijn talenknobbel vooral liet hij niets onbenut: ik zie nog zo de schriften voor me die hij gebruikte voor zijn Chinese les in Kong Ngie Tong Sang. Het was niet makkelijk: a Sneysi ben dangra en![2]

lees verder…

Winti in het Japans & Googlebooks zegeningen voor Suriname

door Tjebbe van Tijen

Gisteren pas zag ik door georganiseerd toeval deze blog en kruiste mijn digitaal bootje de vaarroutes van Henna Goudzand en Michiel van Kempen en dat niet voor de eerste keer. Henna leerde ik als lerares Nederlands in Paramaribo kennen tijdens het avondklokbewind van de sergeanten en Michiel als bibliograaf, jaren later in Amsterdam. Michiel heeft samen met Kees van Doorne de inventaris van publicaties over Suriname in de Universiteitscollecties van Amsterdam helpen bezorgen. Maar liefst 7.956 publicaties zijn door Michiel en Kees beschreven. (*)

lees verder…

Surinaams jeugdjournaal wint Unicefprijs

Het Surinaamse 10 minuten Jeugdjournaal heeft de Unicef 2009 ICDB prijs gewonnen voor de regio Amerika en het Caribisch gebied. “Een hele eer”, zegt Henna Draaibaar, producent van het jeugdjournaal in de Waterkant. Ze hoopt met het korte journaal steeds meer kinderen een stem te geven. Nu Suriname de regioprijs in handen heeft, mag ze door naar de wereldcompetitie van jeugdjournaals. “Maar het is nu al een beloning voor alle inzet die het team getoond heeft”, zegt Draaibaar. Op 10 november komen alle regiofinalisten naar New York, waar de finale wordt gehouden.

Licht verteerbaar

Het is de tweede keer dat het Surinaamse 10 Minuten Jeugdjournaal de regioprijs van het Caribisch gebied wint. Het speciale kinderjeugdjournaal maakt het nieuws van alledag toegankelijk voor kinderen. De onderwerpen zijn licht verteerbaar en ingewikkelde zaken worden helder uitgelegd.

Ook op Curaçao en Aruba

Ook mogen kinderen vaak commentaar leveren. Het is een manier van nieuws brengen die in steeds meer landen aanslaat. Zo hebben Curaçaose en Arubaanse kinderen sinds kort ook een eigen jeugdjournaal. Kinderen uit Amsterdam en omstreken kunnen het Surinaamse jeugdjournaal bekijken op AT5.

[Bron: MTNL-redactie, Margaux Tjoen]

Oer Digitaal Vrouwenblad

Er is een nieuw vrouwentijdschrift verschenen, dat wil zeggen op het internet beschikbaar gekomen onder de titel Oer Digitaal Vrouwenblad (of de eigenlijke titel dan Oer is en Digitaal Vrouwenblad de ondertitel is niet helemaal duidelijk). Uitgever en hoofdredacteur is Henna Goudzand Nahar, webmaster is Hellen Gill. Elkaar ontmoeten via de elektronische snelweg is het uitgangspunt, zoals in het voorwoord te lezen staat: ‘Het ligt in de bedoeling dat in Oer Digitaal Vrouwenblad vrouwen mét en vrouwen zónder geschiedenis van migratie elkaar kunnen ontmoeten om elkaar te leren kennen en informatie te delen. Tot de doelgroep van Oer Digitaal Vrouwenblad behoren emancipatorisch, cultureel, maatschappelijk en filosofisch geïnteresseerde vrouwen, met of zonder kinderen. Mannen die willen participeren of gewoon ook lezer willen zijn, heten we van harte welkom.’

In het eerste nummer staan bijdragen van Henna Goudzand Nahar, Mounira Rahou, Hester Carvalho, Joanna Werners, Nadine ’t Zand, Mercedes Zandwijken, Tom Beetz, Priscilla Tosari en anderen. Een beetje onhandig is dat via de Inhoudsopgave niet direct naar een bijdrage kan worden doorgeklikt, je moet dus echt zoeken waar een tekst staat. Het drukken op het Startknopje onder aan de openingspagina leidt er alleen maar toe dat je weer op dezelfde openingspagina belandt. Maar dat zullen wel kinderziektes zijn.

Het blad zal viermaal per jaar verschijnen aan het begin van elk seizoen en de eerste kennismakingsnummers zijn gratis.
Door hier te klikken komt u op de website van het blad terecht.

De mulatten-Sinterklaas is niet meer: In memoriam Ronny Rens

door Michiel van Kempen

 

Soms kan een eiland niet klein genoeg zijn. Ik ben op Curaçao, slenter wat door Punda en besluit de dorst te lessen op een terrasje aan het Wilhelminapark waar het personeel wel heel erg makamba is, en de klandizie eigenlijk ook, maar het zit daar niet slecht in de schaduw en ik heb geen zin om lang te zoeken naar een andere plek waar ze een koud glas schenken. En dan is daar opeens het zo bekende vriendelijke hoofd met de spierwitte haren: Ronny Rens. Hartelijk als altijd. Niets van de ongemakkelijkheid die je wel eens kunt hebben met vrienden die je lang niet gezien hebt: waar waren we ook alweer gebleven? Hij is blij mij aan een tafeltje te ontdekken. Omdat hij niet geweldig ter been is, laat hij het inkopen van cadeautjes voor de kinderen en kleinkindern graag aan zijn vrouw over. Hij overwintert op het eiland waar hij na de coup van 1980 in Suriname naartoe trok om er hoofdredacteur van de Amigoe te worden. Hij was in Suriname directeur geweest van de Stichting Radio Omroep Suriname (SRS), hij was directeur van het Cultureel Centrum Suriname geweest en had gewerkt bij de Surinaamse Televisie Stichting STVS en als voorlichter op de Amerikaanse Ambassade. Hij was bij jan en alleman bekend om zijn sportverslaggeving, maar voor zijn scherpe politieke commentaren konden de militaire jongens die na 1980 de macht grepen geen waardering opbrengen. Met achterlating van heel zijn hebben en houden trok hij naar Curaçao. Wat de tol was geweest die hij voor dat onrustige leven moest betalen, realiseerde hij zich pas goed toen hij ruim vijftien later met pensioen ging en zich in Amsterdam vestigde: hem wachtte geen rijkelijk beloonde oude dag.

Ronny Rens overleed aan een hartstilstand in de nacht van vrijdag 5 op zaterdag 6 juni omstreeks twee uur, zittend voor de TV, thuis in Amsterdam, naar ik mag hopen kijkend naar zijn geliefde sport: American football. Hij was net 76 geworden. Ik heb zijn actieve loopbaan als journalist alleen maar van afstand gevolgd, en hem pas persoonlijk leren kennen na zijn pensionering. Ik laat dus anderen maar oordelen over zijn journalistieke kwaliteiten. Maar er is een herinnering aan Ronny die me zo vlijmscherp voor de geest staat, dat die nooit zal worden uitgewist.

Ronny kwam op bezoek bij me in de Ardennen. Mijn zoontje zal toen iets van vier jaar geweest zijn, hij had de man nog nooit gezien. Ronny stapt uit de auto en mijn zoontje – anders toch altijd de kat uit de boom kijkend –vliegt hem in de armen. Wie had hij gezien? Een mulatten-Sinterklaas maar dan zonder baard? Ik weet het niet. Wel geloof ik stellig dat een kinderintuïtie niet kan bedriegen. We hebben allemaal onze rarigheden en Ronny Rens ongetwijfeld ook, maar dat met hem een goed mens is heengegaan zal wel niemand willen bestrijden.

Kranten gedigitaliseerd

De Koninklijke Bibliotheek (KB) gaat een groot aantal dagbladen uit Suriname en de Nederlandse Antillen digitaliseren. De oudste krant, die zo via internet toegankelijk wordt gemaakt, is van 1792.

Dit project maakt onderdeel uit van de Databank Digitale Dagbladen, waarbij zo’n 25 miljard woorden (!) door de KB worden gescand.

Drie jaar geleden meldde VPRO Geschiedenis dat de KB was begonnen aan een enorm digitalisatieproject: de Databank Digitale Dagbladen. Hiervoor worden acht miljoen pagina’s gescand van Nederlandse kranten vanaf 1618, ofwel 25 miljard woorden. Het wordt de grootste operatie wereldwijd ooit op dit gebied. Zoals de KB meldt: ‘Dagbladen zijn een waardevolle bron voor onderzoek naar het functioneren van de samenleving, de politiek en de economie van een land. Ook geven kranten een goed beeld van de ontwikkelingen door de tijd op het gebied van kunst, literatuur, wetenschap en taal. De kwetsbaarheid van het materiaal en de enorme hoeveelheden papier waren tot nu toe de belangrijkste beperkingen bij het gebruiken van kranten als onderzoeksobject. Massadigitalisering biedt hiervoor een oplossing.’In dit project worden nu ook 32 Surinaamse en drie Antilliaanse kranten gescand. ‘In Suriname is een groot aanbod van kranten met een relatieve veelheid aan titels, zonder interrupties’, meldt de KB hierover. In 1774 verscheen de eerste krant in Suriname: De Weeklyksche Woensdaagsche Surinaamsche Courant van de Nederlander Jacob Beeldsnijder Matroos. Vanaf 1785 kwamen er meer bladen, zoals De Surinaamsche Nieuwsvertelder (1785-1793) en De Surinaamsche Courant (1790-1795).


Over de geschiedenis van de Antilliaanse geschreven pers meldt de KB dat vooral Curaçao een dominante rol speelt. ‘De koloniale Antilliaanse pers kent vijf talen: Nederlands, Engels, Spaans, Papiamentu en Frans. De pers is kleinschalig, weinig personen verrichten veel taken voor een veelal klein lezerspubliek. De kranten zijn veelal dunne bladen die slechts wekelijks of twee keer per week verschijnen. Op Sint-Eustatius verschijnt van 1790-1794 de St. Eustatius Gazette. In 1812 wordt The Curaçao Gazette opgericht, een weekblad dat vanaf 1816 De Curaçaosche Courant heet en dat tot vandaag de dag verschijnt.

De door de KB geselecteerde Antiliaanse kranten staan hier.http://geschiedenis.vpro.nl/artikelen/41893917/

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter