blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Journalistiek & Nieuwe media

Persvrijheid Suriname vrij goed

door Eliézer Pross en Ruth Williame

Washington DC – Persvrijheid in Suriname staat op een vrij hoog niveau. Het land bezet momenteel de veertigste plaats op de wereldranglijst voor persvrijheid, samen met landen als Spanje en Frankrijk in Europa en Belize en Dominica in de regio. De status van de pers in Suriname is nu ‘vrij’, in vergelijking met het jaar 2000, toen het land de status van ‘gedeeltelijk vrij’ genoot.

De cijfers zijn gisteren officieel gelanceerd in de Verenigde Staten, waar Dag van de persvrijheid een week lang wordt gevierd. De publicatie is gedaan door de VN-organisatie voor internationale samenwerking inzake opvoeding, wetenschap en cultuur, de Unesco. Finland staat het hoogst genoteerd, terwijl St. Lucia het hoogst genoteerde Caribisch land is. Suriname staat op de negende plaats in de regio en is ongeveer twee procent vooruitgegaan in de afgelopen vijf jaren, met een totaalscore van 23 punten. Nederland staat op de veertiende plaats en de Verenigde Staten staat zeventiende. Er zijn in totaal 196 landen op de lijst, waarvan 68 met vrije pers (35 procent), 65 gedeeltelijk vrij (33 procent) en 33 (32 procent) waar er geen persvrijheid is. Noord-Korea staat het laagst genoteerd.

Karin Karlekar, de hoofdredacteur van het rapport over persvrijheid 2011, zegt dat de situatie in Suriname vrij stabiel is gebleven in vergelijking met de afgelopen jaren. “Suriname is vrij stabiel gebleven, met dezelfde issues die de afgelopen jaren hebben gespeeld. Het enige is dat er wel wat zelfcensuur wordt geconstateerd binnen de media, wat te maken heeft met de verkiezing van Desi Bouterse tot president en negatieve ervaringen met hem in het verleden. Maar de status van persvrijheid in Suriname is ‘vrij’ op de ranglijst, dus het is redelijk goed”, zei Karlekar in gesprek met de Ware Tijd.

Overigens verschillen de ‘ratings’ per organisatie die de meting verricht. Suriname scoort ‘voldoende’ op de World Press Freedom Index van Reporters Without Borders (RWB).
Dat is een non-gouvernementele organisatie die waakt over de persvrijheid in de wereld. Bij de discussie die gisteren in de Amerikaanse ambassade van Suriname werd gevoerd tussen ambassademedewerkers en journalisten, bracht ambassadefunctionaris Susan Ross de jaarlijkse gegevens uit 2010 van RWB aan. De score van vorig jaar brengt Suriname op een 35ste plaats wereldwijd tegenover een 42ste plaats in 2009. Daarmee doet het land het alleszins beter dan buurlanden Guyana (59ste) en Brazilië (58ste). Van Frans-Guyana heeft RWB geen cijfers. Volgens hun cijfers doen in het Caribisch gebied slechts drie landen het beter: Jamaica (25ste), Costa Rica (29ste) en Trinidad & Tobago (30ste).

Het is de eerste keer in de twintigjarige geschiedenis van Wereld Persvrijheidsdag dat de Verenigde Staten als gastland optreedt voor de viering, onder auspiciën van de Unesco en de Verenigde Naties. Er worden zes dagen lang diverse conferenties gehouden in Washington DC en New York van 1 tot 6 mei. 150 journalisten zijn gesponsord door diverse organisaties om mee te doen aan deze toer. In totaal zijn er ongeveer 400 verslaggevers die aanwezig zullen zijn om de diverse activiteiten in Washington en New York bij te wonen.

[uit de Ware Tijd, 03/05/2011]

[Zie ook het commentaar van Nita Ramcharan, klik hier]

Twitter en media tonen ‘lijk’ van Bin Laden

door Ward Wijndelts

Direct na de bekendmaking van Bin Ladens dood werd een nepfoto uit november 2010 van Bin Ladens ‘lijk’ op internet verspreid.

Verschillende grote media in binnen- en buitenland toonden de foto alsof die authentiek was. NBC legt mooi uit welke Reuters-foto als uitgangspunt diende.

 

[NRC, 2 mei 2011]

Noraly Beyer geridderd

Noraly Beyer, journalist, actrice en bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren, heeft is bij de jaarlijkse lintjesregen ter gelegenheid van Koninginnedag benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De Werkgroep Caraïbische Letteren feliciteert haar van harte met haar Ridderschap en hoopt nog lang van haar actieve inzet te mogen profiteren.

Andere bekende Surinamers en Antillianen die met een lintje werden bedacht zijn: Alvy Derks-Tai A Pin (mede-oprichter van ouderenorganisatie Fos’ten), Philomena Essed (antropologe), Joan Ferrier (directeur E-Quality), Roland Ignacio (vakbondsman), Luciën Lafour (architect), Roos Leerdam-Bulo (echtgenote van John Leerdam), Merytha Leetz-Clijn (elf jaar voorzitter van de Women’s Conference of Churches) en Clarence Seedorf (voetballer). Vincent Henar, leider van Fra Fra Sound, ontving al eerder dit jaar een lintje.

Journalist Cliff Djamin overleden

Cliff Djamin, adjunct-hoofdredacteur van het avondblad De West, is zondagavond in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo overleden. “Hij werd zaterdag onwel aan het werk. Toen is hij meteen vervoerd naar het ziekenhuis”, zegt collega Louis Alfaisi desgevraagd aan Starnieuws.

“De redactie is geschokt over de plotselinge dood van Cliff Djamin. Dit is zo onverwachts gekomen. Niemand had dit kunnen vermoeden”, zegt Alfaisi. Djamin is in de jaren tachtig als journalist begonnen. Daarna was hij enige tijd persvoorlichter van de Amerikaanse ambassade.

Hij besloot opnieuw de journalistiek in te gaan. Nadat hij eerst bij Garuda weer begon, was hij korte tijd bij de Ware Tijd. Enkele maanden geleden werd hij bij De West aangesteld als adjunct-hoofdredacteur. Djamin werd zaterdag met spoed opgenomen op de ‘Intensive Care’ van AZP.

[bewerkt naar Starnieuws, 24 april 2011]

From Cayenne to Paramaribo

12/3. Friday. In the morning we first went to the “Archives de la Ville de Cayenne”. Asking for information about La Condamine we were kindly given a Travail écrit supplémentaire by M. Kristen Sarge (rechercheur), entitled Charles de La Condamine (1701-1774) et les Guyanes: Ses derniers jours dans le Nouveau Monde. Then they told us there was another book to be found in a nearby building “Bibliothèque Franconie”. This appeared to be a little booklet with beautiful drawings (aquarelles) about the voyage, entitled: En descendant la Rivière des Amazones. I hope the booklet can still be purchased.

lees verder…

Internet in het regenwoud

door Charles Chang

In het inheemse dorp Kwamalasamutu begon Amazone Conservation Team (ACT) in 1999 haar eerste projecten. Na het opzetten van een leerschool voor sjamanen, een traditionele kliniek en hospitaal, voerde ACT het landkaartenproject uit. Met de instelling van inheemse parkguards, drie jaar geleden, was het laatste grote project een feit. En internet in het regenwoud.De groep parkguards bestaat uit vijf mannen en een vrouw. Na verschillende trainingen leren ze nu werken met de computer voor een betere uitvoering van hun werk. In het kantoor langs de rivier is de stemming rustig. Alleen het gekraak en de stemmen uit de radiozender verbreken de stilte. Twee parkguards, Neitan (30) en Sheina (36), wachten op overste Tedde om de computerkamer te openen. Na zes maanden weten ze iets meer dan alleen het basisgebruik van de computer, een laptop. Diep in het regenwoud gaat computer leren moeizaam om verschillende redenen. “Als de computer in onze taal was, zou dat veel vlugger gaan”, geeft Neitan toe. “Nu leren de kinderen Nederlands schrijven op school, maar toen ik op school zat, leerde ik alleen schrijven in het Trio”, zegt Sheina die ook om dezelfde reden als Neitan de school vroeg had verlaten. Overste Tedde, die inmiddels de kantoordeur heeft opengedaan, weet ook niet meer Nederlands dan zijn twee collega’s. Hij maakt alles aan wat nodig is om de computer op te starten. Dat wil zeggen: de converter, laptop en modem. Zonnepanelen laden de batterijen op en de converter zet de 12V stroom om in 110V. Een satellietschotel maakt internetverbinding mogelijk voor de modem.   “Een zwaardere batterij zou beter zijn, zegt Tedde. “Na enkele uren zijn deze kleine al leeg en moeten ze weer opgeladen worden. Als het regenweer is, duurt dat lang.” Hij laat zien wat de parkguards doen op de laptop: gegevens opslaan, verslagen maken, onderzoeksresultaten bewaren, maar ook boodschappenlijsten opmaken en versturen naar ACT. Tedde: “Met de computer gaat dat sneller, nu hoeft het niet meer schriftelijk of via de zender.”Geen van de parkguards verstaat een woord Engels, de e-mails worden dan ook als korte berichten in het Sranantongo en Nederlands verstuurd. Om met één laptop alle parkguards te trainen neemt ook veel tijd in beslag. “Het zou beter zijn als we nog een laptop hadden”, zegt Napoti, een andere parkguard die binnenloopt. “Als één bezig is te leren op de laptop, zijn de anderen het al vergeten.”

Peace Corps

De parkguards zijn er voor bescherming van de natuur, monitoring van het milieu en voedselveiligheid in het dorp. De informatie wordt aan ACT doorgegeven, die dan verdere acties onderneemt. In opdracht van de granman assisteren de parkguards bij eventuele calamiteiten. Om ze het gebruik van de computer te leren, heeft ACT een beroep gedaan op Dan Fullerton, een vrijwilliger van het Peace Corps. Daarvoor hadden de inheemse parkguards al een training gehad in de stad. Voor de lange Amerikaan een zware job om de Trio’s in het Engels uit te leggen. “Een van de uitdagingen was het taalprobleem”, zegt Fullerton die als eerste stap een patroon maakte van het toetsenbord met de functies van de toetsen in het Sranan en Trio. “Dat geeft ook de zekerheid dat ze verder mee door kunnen wanneer volgend jaar mijn opdracht is volbracht.”

Op 4 februari ontving ACT het eerste e-mail bericht uit Kwamalasamutu: Eeinta, kure manan (Goedemorgen). Computer yu seni mi baka. Mi seni yu januari 2011 papira. If yu wani aksi wan sani, mi taki nanga yu tra wiki. Tedde. Karin Lachmising, PR officer van ACT: “Op kantoor werden we allemaal verrast met de eerste e-mail! Vroeger moesten we foto’s maken van de teksten in hun logboek, om die later op kantoor te verwerken. Nu hoeft dat niet meer. De verbinding en het gebruik van de computer geeft de parkguards een betere status, in plaats van steeds hun logboek op schrift bij te houden. De bedoeling van ACT is ook om de mensen de tools te geven zodat ze later zelf hun kennis kunnen vergroten.”

Pen pal

Fullerton die vorig jaar het Sranan Tongo leerde, gedurende zijn eerste drie maanden in Suriname, leert nu het Trio van de indianen. De computerles voor de parkguards (Words en Exel) geschiedt vijf dagen in de week volgens de normale schooluren. Na zijn laatste reis naar de stad, enkele weken geleden, kwam Fullerton met goed nieuws terug: in zijn bagage ligt een tweede laptop. “Een donatie van familieleden! Dit zal mijn productiviteit verdubbelen!”

De Trio’s computerles geven, was tot dusver een belonende ervaring geweest, zegt Fullerton. “De parkguards hebben laten zien dat ze een sterk verlangen hebben om te leren en ze zien ook in dat deze technologie hun zal helpen om het werk efficiënter uit te voeren.”

In zijn vrije tijd was Fullerton een stuk verder gegaan met de internetverbinding. Hij maakte contact met inheemse kinderen van een indianenreservaat in South Dakota. Hierdoor zijn er pen pal correspondenties ontstaan met kinderen van de zesde klas in Kwamalasamutu. De teksten worden dan door hem vertaald. “Het is geweldig om te zien hoe inheemse kinderen, die vierduizend mijlen van elkaar leven, toch informaties met elkaar kunnen delen over hun familie, school en dorp.”

[uit de Ware Tijd, 12 april 2011]

Kijken naar domme meisjes

De één geniet met volle teugen en de andere krijgt plaatsvervangende schaamte. Kortom, de meningen over het Nederlandse RTL-5-televisieprogramma Echte meisjes in de Jungle zijn verdeeld. Er zijn telkens twee meisjes uitgekozen uit de realityseries/programma’s De Gouden Kooi, Take Me Out, Gooische Meisjes en Benelux’ Next Topmodel, die tegen elkaar moeten strijden in de jungle van Suriname. Sommige uitspraken en opmerkingen zijn zo dom, dat we ons moeten afvragen of het echt is of gespeeld. Zijn deze echte meisjes nou echt zo dom of hebben ze de geniale opmerkingen ingestudeerd? Toch kijken er gemiddeld 770.000 personen naar.

Journalist Perry Woolford niet langer gewenst bij SRS

De Engelstalige journalist Perry Woolford heeft te horen gekregen dat zijn diensten niet langer gewenst zijn bij de Stichting Radio omroep Suriname (SRS). Woolford is aangezegd thuis te blijven.

Dit werd hem eind vorige week meegedeeld door Gerolf Vliet, gedelegeerd lid van de Raad van Toezicht bij het omroepbedrijf. Vliet is in die hoedanigheid ook belast met de voorlopige leiding van de SRS. Vliet zegt dat er bij de ordening van de SRS geen ruimte is voor een Engelstalige journalist. “Woolford spreekt geen Nederlands en ook zijn Engels is vooral grammaticaal niet wat het wezen moet”, zegt Vliet.
“Wij hebben hem niet ontslagen, maar hem meegedeeld dat zijn contract niet wordt verlengd. We gaan de man ook niet brodeloos maken, maar samen met hem uitkijken naar een andere baan waar zijn diensten wel nodig zijn”, zegt Vliet.

Woolford is het niet eens met deze gang van zaken. Hij wil nu niet volledig openheid geven van zaken maar zegt dat er veel meer aan de hand is dan wat Vliet zegt: “In wiens opdracht gebeurt dit? Als ze zeggen dat ze uitkijken naar een andere baan voor mij, zou dat dan niet in overleg met mij moeten gebeuren? Ik heb van Vliet begrepen dat hij gesprekken voert met een ander particulier radiostation om mij in dienst te nemen. Dat betekent toch dat als ik van de overheid weg ga, ik met ontslag gestuurd word? Ik dacht dat er sprake was van een fusie met de Surinaamse Televisie Stichting (STVS). Daar is eerst geprobeerd mij te accommoderen. Ik denk eerder dat het hier gaat om favoritisme en discriminatie.”

Woolford is Guyanees van geboorte en staat sinds 1 maart 2007 op de betaalrol van de SRS. Hij is in de media de eerste Caricom-staatsburger die in Suriname werkt volgens het zogenoemde ‘free skilled workers’ principe binnen de Caricom. Hij is in het bezit van het ‘free skilled’ certificaat, dat wordt uitgereikt door het ministerie van Arbeid Technologische ontwikkeling en Milieu (ATM). Woolford verzorgde bij de SRS de Engelstalige programma’s ‘Capital News’, ‘Nightline’, en ‘Knowing Caricom’. In deze programma’s legde Woolford het accent vooral op nieuws en actualiteiten in de Caricom en Suriname. In ‘Nightline’ waren steeds gasten uit de Caricom aanwezig. OAS-vertegenwoordiger Dwight Bramble was een van de vaste gasten in dit programma.

Vliet zegt dat de Engelstalige programma’s niet die impact hebben op de programmering en de gemeenschap zoals gewenst is bij de SRS. Dat Woolford geen Nederlands spreekt is volgens hem een groot probleem. “Als ik in Guyana mijn diensten aanbied, gaan ze mij toch ook eerst vragen of ik Engels spreek?”, zegt Vliet. Van het ministerie van ATM heeft Vliet begrepen dat Woolford niet zomaar ontslagen kan worden. In zijn contract is geen einddatum opgenomen. “We zouden dan opnieuw een datum moeten vaststellen. Wij gaan kijken en hem helpen ergens anders te gaan werken en zijn bezig te praten met Sky-radio”, zegt Vliet. Woolford zegt in elk geval dit alles niet over zich te laten komen en zal als het moet deze zaak juridisch aanvechten.

[van Starnieuws, 5 april 2011]

De eerste neger

door A.IJ. van den Berg

Rembrandt maakte al een schilderij waarop twee donkere mannen stonden die duidelijk niet uit Nederland kwamen. Maar voor de jaren ’70, toen de massa-emigratie uit Suriname op gang kwam, was een zwarte huidskleur zeldzaam hier.

De auteur van het boek [De eerste neger van Rudie Kagie] kon zich nog herinneren wie de eerste neger was die zag; en daarmee wat dit deed. Ik nu juist niet, vanwege allerhande klasgenootjes die er altijd al waren.

Vrij Nederland-journalist Rudie Kagie tekende verhalen op van mannen die meestal voor de oorlog in Nederland belandden — al maakte hij ook een portret van de prostituee Zwarte Lola.

Het nadeel van die aanpak is dat de verhalen telkens overlappen. Veel manieren waren er niet om van Suriname of de Antillen naar Nederland te komen. Interessant is dan nog wel dat zo velen dit als verstekeling probeerden. En dat ze zich gauw lieten ontdekken, een eind op zee, opdat de kapitein ze maar zou gedogen; en aan het werk zou zetten als tijdelijk bemanningslid. Er stond nu eenmaal een boete op de aanwezigheid van blinde passagiers.

En eenmaal in Nederland viel de ontvangst niet tegen. Iedereen met een greintje muzikaal talent vond makkelijk werk in de in orkestjes en bandjes, in die dagen dat muziek in restaurants en uitgaansgelegenheden nog niet uit doosjes kwam.

Discriminatie was doorgaans iets van heel veel later.

Kagie schreef het voorwoord bij deze tweede versie van De eerste neger in 2006, op de dag dat het woord ‘Negerzoen’ van de verpakkingen verdween. Een grootbakker reageerde zo op de internationale trend dat het woord ‘neger’ bij velen negatieve connotaties had gekregen.

En Kagie tipt dit soort zaken nog net aan in dit boek, maar doet dit niet systematisch, laat staan uitputtend. Want, over een tijd zal neger wel weer een geuzennaam zijn. Dit alleen al maakt het makkelijker om kleurenblind te zijn.

Door dat er de geur van toeval aan het boek kleeft, blijft het allemaal wat journalistiek, en repetitief.

Rudie Kagie, De eerste neger
283 pagina’s
Mets en Schilt, 2006

[van Boeklog]

Het gevaar van succes: vals verlangen

Succes hebben als Surinamer in Nederland wordt nog steeds gezien als een prestatie. Maar er schuilen ook gevaren in het succes. Carlo Strijk kan erover meepraten. Na een dieptepunt in zijn leven is hij weer opgekrabbeld. Jarenlang boekte Strijk het ene succes na het andere. Hij was bekend in de Nederlandse televisiewereld, totdat vier jaar geleden plotseling halfzijdig verlamd raakte. Door een zwaar herseninfarct kwam hij in een rolstoel terecht. Het dieptepunt bleek ook een keerpunt. Hij loopt en praat weer en is actief. “Ik heb keihard geknokt sinds 2007 om te revalideren en door te gaan.” Op 1 april komt zijn boek uit: Vals Verlangen. Daarin beschrijft hij die periode en de zoektocht naar zijn identiteit. “Ik moest een weg bewandelen om tot een keerpunt te komen. Ik wist: het moet anders.”

Lees hier verder bij de Wereldomroep

Boekpresentatie Mumbai Massala

Stichting Sapna Foundation organiseert op donderdag 10 maart 2011 de presentatie van het boek Mumbai Massala. Dit is een reisverslag van Janice Aliar over haar vrijwilligerswerk met straatkinderen in India. U bent van harte welkom om aanwezig te zijn bij deze boekpresentatie. En uiteraard is er dan ook de mogelijkheid om het boek te kopen. De opbrengst van de boekverkoop gaat naar een project van stichting Sapna Foundation. Deze stichting zal een gezondheidskliniek opzetten voor Dalits in Bihar (India). Tijdens de boekpresentatie zal de auteur niet alleen vertellen over haar boek, maar ook over stichting Sapna Foundation en het gezondheidsproject in Bihar.

lees verder…

Nieuwe krant voor Marrons en toeristen

Jungletoerisme, polygamie, grondrechten. Het zijn zomaar wat thema’s waarover je kunt lezen in de Marronkrant. Deze nieuwe krant, die in Nederland wordt uitgegeven, is bedoeld voor Marrons, maar ook voor andere Surinamers en Nederlanders die het Surinaamse binnenland willen bezoeken. Het eerste nummer is pas verschenen, voorlopig alleen in het Nederlands.

Directeur Robert Misiedjan noemt de Nederlandse krant het begin. Maar er wonen ook Marrons in Frans Guyana, Frankrijk en Amerika. Dus op termijn hoopt hij een meertalige krant te maken. Nu heeft de krant een oplage van 10.000 exemplaren in Nederland. Misiedjan hoopt ook op dat gebied uit te breiden. De directeur heeft het over een verdubbeling. Die andere 10.000 worden dan in Suriname verspreid.

Broodnodig
Veel kranten in Nederland hebben het moeilijk. Het heeft Misiedjan niet van zijn initiatief weerhouden. Hij is ervan overtuigd dat de Marronkrant broodnodig is. Onder meer omdat kinderen op de basisschool in het binnenland geen krant lezen.

Maar Misiedjan noemt ook als reden dat Marrons elkaar vroeger op de hoogte hielden via mond-tot-mondoverlevering. Dat gebeurt nu minder. En bovendien maakt het feit dat er nu zes vertegenwoordigers van de Marrons in het kabinet Bouterse zitten, dat er behoefte is aan goede berichtgeving over Marrons.

[RNW]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter