In memoriam Edgar Cairo
Vandaag exact negen jaar geleden werd Edgar Cairo dood aangetroffen in zijn woning in Amsterdam-Oost. De grootste virtuoos van het Surinaams-Nederlands en een van de allergrootste schrijvers in het Sranantongo was heengegaan. Om hem te gedenken een van zijn mooiste gedichten, dat ik zo vrij ben op te dragen aan alle gongosaman die sinds het verschijnen van de biografie van Anton de Kom opeens vonden dat de wereld hun braaksel verdiende. Beterschap!
mekunu
den wer’ den neti‑rowyapon
fu ber’ den krin deifesi
den kenki kunbat’tei
fu tori noyaso
…span den tongo k’ba
fu tes’ a sapa
fu b’buwortu
…kari den gari k’ba
fu srepi kon na dorosei
a faya fu den du
den e bron
gongosaman
de fu bar’ urei
dyarusuman
de fu dansi
a mi nen tapu
mi nyunman‑nen
tyuri f’ den
baya
tyurun
ongerechtigheid
zij hebben hun rouwjapon van nacht aangetrokken
om hun schone gezicht van overdag te begraven
zij hebben hun navelstreng verwisseld
voor praatjes, op dit ogenblik
…hebben reeds hun gal opgeroepen
om naar buiten toe te slepen
het vuur van hun daad
ze staan in brand
de kwaadsprekers
staan op het punt hoera te roepen
zij die jaloers zijn
staan op het punt te dansen
ten koste van mijn naam
mijn rituele bijnaam
voor hen het teken van minachting
hoor
nog eens het teken van minachting