Hans Faverey – Staande op een luchtbel
Staande op een luchtbel
open ik beide armen
en omhels wat zich
voordoet: verre-gaande afwezigheid.
Als ik de grond raak
en de reiger opvliegt,voel ik mijn
knieën knikken.
open ik beide armen
en omhels wat zich
voordoet: verre-gaande afwezigheid.
Als ik de grond raak
en de reiger opvliegt,voel ik mijn
knieën knikken.
Wist ik een wens
toen de ster viel
en scherpgras de
kiel schuurde?
[uit: Hans Faverey, Gedichten 1962-1990 (2010)]