blog | werkgroep caraïbische letteren

Tante Bettina vertelt over joodse roots

“Ik ben trots op mijn tante Bettina, want ze was een dja dja uma”, zegt schrijfster Michal Nobach-Bergen. Zij hield 19 februari in boekhandel Vaco in Paramaribo een signeersessie voor haar tweede boek, Tante Bettina vertelt, een geromantiseerd verhaal dat op ware feiten gebaseerd is. Het heeft twee jaren geduurd voordat de schrijfster het boek afkreeg. “Het is geen dik boek, maar ik moest veel onderzoek doen, interviews en archieffoto’s zoeken.”

.

Tante Bettina stelde in de Tweede Wereldoorlog haar grote huis open voor acht joden. “Maar de jaloerse buren gunde haar het niet en verklapten het geheim van de acht joden. Betina werd toen opgepakt.”De schrijfster vindt het zeker belangrijk dat Suriname weet dat deze vrouw in het verzet gezeten heeft en heeft gewerkt voor haar land als een dja dja uma. De schrijfster heeft tien jaren na de oorlog bij haar tante Bettina gewoond. Bettina stierf in 1982 aan kanker in Amsterdam. Nobach-Bergen schrijft al tien jaren lang. Haar eerste boek publiceerde zij in het Duits: Die himmlischen Zeiten des Nils Nobach (De zalige tijden van Nils Nobach). Haar derde boek getiteld Genade in beweging komt over twee maanden uit. De schrijfster laat alvast weten dat in dit boek veel over haar eigen leven te lezen zal zijn.

Al de boeken van Noach-Bergen hebben een joods-Messiaanse basis en een Hebreeuwse context. “Eigenlijk hebben wij ook joodse roots, niet alleen slavenroots. Er wordt heel weinig over de joodse roots in Suriname geschreven”, vertelt de schrijfster, die blijkbaar nog nooit gehoord heeft van de studies van Robert Cohen en Wieke Vink. ‘Tante Bettina vertelt is een boek voor iedereen en niet hoogdravend geschreven”, voegt ze er tot slot aan toe.

[gebaseerd op een bericht in de Ware Tijd, 24/02/2011]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter