blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Talen

Hein Eersel: De literaire taalkeuze in de Surinaamse meertaligheid

Vooraf
Ik wil vanavond niet proberen een sociolinguïstische beschrijving te geven van onze Surinaamse veeltaligheid. Studenten Nederlands van het IOL hebben vaak scripties over dat onderwerp geschreven, elders vindt u ook publicaties daarover en ik heb zelf ook het een en ander daarover gepubliceerd. Wat ik vanavond wil doen, is wat punten en aantekeningen aan onze schrijvers en dichters voorhouden over de mogelijkheden die onze meertaligheid hun biedt om hun taalproducten creatief te verrijken. De lijn is: literatuur, taalkeuze, de Surinaamse taalrealiteit en de Surinaamse schrijver/dichter in die realiteit

1. Literatuur
is iets maken, iets doen met TAAL. Dat is werken met woorden en de rangschikking daarvan, met klanken en betekenissen, en bij orale literatuur, eventueel met het lichaam erbij (gebaren, ogen, stem, de body language). Waarom ben je op die manier met taal bezig? Moeilijk te beantwoorden vraag. Omdat je het persoonlijk prettig vindt je zo te uiten? Om gewoon iets moois met taalmiddelen te maken? Je hoopt dan dat ook anderen het mooi zullen vinden. Om anderen iets te laten voelen van wat jou beroert, in je omgeving, in de natuur, of om een boodschap te geven aan anderen? Wil je misschien je medemens iets leren, hem een al of niet verzonnen verhaal vertellen, het verleden weer in leven roepen? Het kan allemaal. Het resultaat van je werk is een taalproduct.
Maar wat van dit alles noemen we literatuur? Makkelijk te beantwoorden vraag. Samen maken wij uit wat we literatuur vinden en wat niet. De opvattingen en smaken kunnen hierin heel erg verschillen. Toch geloof ik dat er op den duur een soort algemene opvatting ontstaat over literaire waarde van deze taalproducten. Dus wat daarvan wel en wat geen literatuur is. Maar die opvatting is historisch, cultureel en regionaal bepaald. Het gevolg: heel veel variatie in opvattingen over literaturen in de wereld. Er zijn vele literaturen. Het komt wel voor dat sommige werken wereldwijd gewaardeerd worden, ongeacht de taal en cultuur van herkomst. Maar dit betekent niet dat de schrijvers daarvan zich bewust tot de hele wereld gericht hebben, meestal is het tegendeel waar. Door authentiek zichzelf te zijn komt het universele in hun werk naar boven. De boeken van de beroemde Russische schrijver Tolstoi en anderen zijn universeel, terwijl ze door en door Russisch zijn. En ik ben ervan overtuigd dat sommige gedichten van Trefossa universeel zijn, juist omdat hij door en door in zijn eigen Surinaamse wezen gegraven heeft, tot in zijn ‘ koko ‘, en daarvoor op authentieke wijze zijn eigen Sranan taalmiddelen heeft gebruikt.

Hoe dan ook, we kunnen de Surinaamse literatuur onderscheiden van bv de Nederlandse of de Chinese. Het is niet vanzelfsprekend dat bijvoorbeeld de Nederlander Mulisch in China dezelfde literaire waardering krijgt als die hij in Nederland heeft. Kort: het kan voorkomen dat wat men in Nederland literair de hemel in prijst, in Suriname waardeloos wordt gevonden en omgekeerd, en dit nota bene terwijl wij elkaars taal menen te verstaan. Hoe wordt het, wanneer eerst vertaald moet worden?
Het komt me voor, dat een schrijver schrijft om in de eerste plaats in zijn eigen taal- en cultuurgemeenschap gelezen te worden. Rappa schrijft niet om in de eerste plaats, al of niet in vertaling, in Tibet, Afghanistan of Armenië gelezen te worden. Dat doet Mulisch ook niet. Of een Surinaamse schrijver/dichter het Europese Nederland mede rekent tot zijn taal- en cultuurgemeenschap, is een vraag die hij/zij alleen kan beantwoorden. Maar zijn literaire taalkeuze kan daardoor ernstig beïnvloed worden. Hij zal waarschijnlijk concessies moeten doen aan zijn Europese lezers.

Meningsverschillen over literatuur zullen blijven bestaan en, merkwaardig, dat geruzie over wat wel of geen literatuur is, levert soms smakelijke taalproducten op, dus eigenlijk weer….. literatuur.

2. Taalkeuze
Wat valt er te kiezen in taal? Heel veel. Soms geven we een taal één naam, maar de taalgebruiker heeft daarin de keuze tussen regionale varianten, sociale varianten (elite, standen) en varianten die samenhangen met de leeftijd en dus de normale taalverandering in de tijd verraden. En dan heb je natuurlijk je persoonlijke, individuele variant. Soms kunnen regionale varianten zo verschillen, dat men ze als aparte talen gaat beschouwen. Politiek en nationalisme kunnen een rol spelen bij de indeling in afzonderlijke talen van wat eigenlijk regionale varianten zijn ( bv Noors, Zweeds en Deens; Urdu en Hindi). In een meertalig land wordt er ook een aantal niet aan elkaar verwante talen gesproken.
De Surinamer leeft in een meertalige gemeenschap. Hij kan zelf ook meertalig zijn, actief en/of passief. In ieder geval is er voor hem de keuze tussen de verschillende talen en binnen die talen is er keuzemogelijkheid tussen de verschillende genoemde varianten. De Surinaamse schrijver kan ook taalkeuzes maken uit oude of min of meer verouderde taal, die hij kent uit (kerk)liederen, odo en uitdrukkingen. (Ter vergelijking: Elis Juliana van Curacao, Luise Bennett van Jamaica en Edward Brathwaite van Barbados). Het een en ander vereist natuurlijk studie en onderzoek. Het valt niet uit de hemel in je literaire schoot.

In het dagelijkse Surinaamse taalverkeer hoor je de verschillende talen, er worden keuzes gemaakt uit varianten en er wordt overgegaan van de ene taal of taalvariant naar de andere (de zgn. codewisseling). Ik geloof niet, dat wij er ons bewust van zijn dat we soms in meerdere talen tegelijk met elkaar praten. Dat is de Surinaamse taalrealiteit. Daarin leeft de Surinaamse schrijver/dichter. Deze taalrealiteit levert de schrijver/dichter de middelen om vrij, creatief en eerlijk bezig te zijn met zijn taal, om in taal authentiek uitdrukking te geven aan wat hem beroert. De taalkeuzes die hij maakt hangen samen met de ‘taalkleur’ die hij aan zijn product wenst te geven, met de echtheid van zijn personages, met zijn bedoelingen enz.

3. De Surinaamse taalrealiteit
De tv. Je ziet een Indiase film. Taal ? Hindi? Urdu? Soms met Engelse ondertiteling. Er zijn ook shows uit India te zien in het Hindi met veel Engelse woorden en zinnen tussendoor. Dus codewisseling. Op een andere tv-zender een programma onder de titel Luku Dosu. Taal? Aukaans? Saramakaans? Of een mix van beide? Als je Sranan kent, kan je het een en ander een beetje verstaan. Dan een ander tv-station. Een advertentie gebracht door bekende komieken. Taal? Sranan. Soms met Nederlands ertussen, of Sranan in de uitspraakvariant van een Hindostaan, Chinees of Javaan. Het is grappig bedoeld. Nieuwsberichten. Meestal in het
Nederlands dwz de Surinaams-Nederlandse variëteit of in de uit Nederland afkomstige nieuwsuitzending, de Noordzee-variëteit.
Welke talen hoor je nog meer op de Surinaamse tv? Chinees. Maar welke Chinese taal? Mandarijn of een andere? Interessant is daarbij dat er meestal ondertiteling is in Chinese karakters. Op kanaal 28 kan je ook films uit Indonesië bekijken. Taal? Bahasa of Javaans? En dan, zonder ondertiteling, tv in het Engels (Brits, Caraïbisch, Amerikaans en Afrikaans(Nigeriaans)), en sport, Spaans of Braziliaanse Portugees. Officiële mededelingen van de Regering worden in de meeste van onze nationale talen gegeven. In de voorbereiding tot de verkiezingen van 25 mei 2010 was dat interessant, vooral als je luisterde naar de nieuwe woorden die gebruikt werden in de talen waar er geen woorden waren voor de bedoelde begrippen. Een stukje onbewuste taalplanning dus. De Surinaamse radiostations geven nog veel en veel meer te horen. De taalrealiteit van de tv en radio is gewoon vanzelfsprekend voor ons. We hebben er geen problemen mee. Het dagelijkse mondelinge taalgebruik op straat, op de werkplaats, op, of beter, onder de markt, in de winkels, overal waar mensen bijelkaar komen….wat hoor je daar? Alle Surinaamse talen, in alle variëteiten en varianten plus veel kodewisseling. Dat is de taalrealiteit, waarin Surinamers met elkaar communiceren. Dat levert ook taalverandering op. Maar dat is normaal. We merken het niet eens op.
In het dagelijkse geschreven taalgebruik, ik bedoel de dagbladen, vind je meestal een vorm van Nederlands dichtbij het standaard Noordzee-Nederlands. Ik durf het Surinaamse dagblad-Nederlands nog geen Surinaams-Nederlands te noemen, ofschoon je veel daarin kunt onderstrepen, als je je onderwerpt aan de regels van het Groene Boekje, Van Dale en de Algemeen Nederlandse Spraakkunst (ANS). In taaltips in De Ware Tijd doet de Nederlandse Taalunie haar best om Surinaamse journalisten en schrijvers op het rechte taalpad te krijgen. We moeten deze ‘taalautoriteiten’ niet volgen als we het Nederlands van Suriname als één van onze nationale talen beschouwen. We zullen door standaardisatie daarvan zelf de normen voor het juiste taalgebruik moeten vaststellen en ons daarna gedisciplineerd daaraan houden. Trouwens dat moeten we voor alle Surinaamse talen doen. Gelukkig, naar mijn mening, zijn er rubrieken, waar men bewust andere wegen bewandelt.
In de verschillende soorten advertenties valt veel van de werkelijke Surinaamse taalrealiteit te ontdekken. In godsdienstige bijeenkomsten spelen de min of meer sacrale talen van Suriname hun specifieke rol.

De Surinamer weet of voelt aan welke rollen de verschillende talen spelen in zijn meertalige gemeenschap. De talen hebben hierin bepaalde functies. Van kinds af leert hij de regels die de taalkeuze bepalen. Doorbreken van die regels kan irritatie, schrik, verbazing of blijde herkenning veroorzaken. Zo kan een verkeerde taalkeuze of een ongepaste codewisseling het prestige aantasten dat iemand zich had toegeëigend, of de intimiteitsgrens overschrijden.

In deze Surinaamse taalrealiteit kan de Surinaamse schrijver/dichter de bouw- en slijpstenen vinden om zijn kunstwerk in taal te maken. Zijn meertaligheid en die van zijn gemeenschap zijn daarbij geen handicap. Integendeel, zij vormen een rijke, onuitputtelijke goudmijn voor zijn literaire taalkeuze (taal, taalvariant, codewisseling). Hij moet alleen liefdevol en met zorg omgaan met die meertaligheid. Maar hij/zij zal ook hard moeten werken en soms diep moeten graven om precies de juiste bouwstenen te vinden. Hij/zij moet ook zijn/haar taal scherp slijpen om precies te zeggen wat in zijn/haar ziel op woorden wacht. Trefossa waarschuwt hem/haar in zijn ‘Wan tru puwema’ en ‘Wan enkri gadomomenti…’ voor wat hem/haar te wachten staat.

[Toespraak op het festival Wan tru puwema, Schrijversgroep ’77, Tori Oso, Paramaribo,29 oktober 2010. De lezing staat ook in 3 delen op You Tube. Dit zijn de links:
Deel 1: klik hier

Deel 2: klik hier
Deel 3: klik hier

Literaire conferentie in Suriname

Wan tru puwema na wan skreki sani/Taal en leven is een conferentie en festival (confest) dat van 1-5 november 2010 in Suriname wordt gehouden. Met het conferentiegedeelte wil de organisator, Schrijversgroep ’77, de intellectuele en artistiek/literaire ideeënuitwisseling tussen schrijvers uit Suriname, Nederland, Aruba, België (Vlaanderen), Zuid-Afrika en Curaçao (onder wie Roy Evers, foto links) over het fenomeen meertaligheid bevorderen.

De bedoeling van het festivaldeel is meer bewustzijn te kweken bij het publiek voor de wijze waarop met het fenomeen meertaligheid omgegaan wordt in literatuur. De publieksgroepen waarop men zich zal richten zijn: scholieren/studenten in stad en binnenland en het algemeen publiek in Paramaribo.

Met de publicatie die zal voortkomen uit het confest zal ook geprobeerd worden in de landen van de gastauteurs aandacht te vragen voor meertaligheid. Ter voorbereiding op het confest is op 27 oktober een lezing over meertaligheid in Suriname met als inleiders Hein Eersel en Eddy van der Hilst.

Op 1 november worden de schrijvers ontvangen door Stanley Sidoel, directeur Cultuur, waarna zij vertrekken naar het conferentiecentrum te Berg en Dal (Brokopondo). In Brokopondo zullen ook dorpen en scholen worden bezocht. Op drie november zijn de conferentiegangers terug in Paramaribo. In de avonduren is er een programma over de taal van beeld en muziek te Boxel. Op 4 en 5 november zijn er scholenbezoeken en publieksavonden.

Het Sarnámihuis blijft behouden

[Bericht van het bestuur van het Sarnámi Instituut Nederland, Den Haag]

Vandaag hebben wij goed nieuws ontvangen. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag wil het Sarnamihuis behouden. Uiteraard heeft de gemeenteraard de laatste stem in deze, maar hiermee is de kans zeer groot geworden dat het Sarnamihuis behouden blijft in het kunstzinnige en culturele Haagse landschap.

lees verder…

Topberaad over Nederlands, wereldtaal

De Nederlandse Taalunie houdt op 20 november een topberaad met vertegenwoordigers van alle landen waar het Nederlands belangrijk is. De stad Brugge treedt op als gastheer voor dit beraad, dat als motto heeft: ‘Nederlands, wereldtaal’. De Taalunie organiseert de top ter gelegenheid van haar dertigjarig bestaan.

lees verder…

Tori Oso-avond over meertaligheid

Haast elke Surinamer is meertalig. Met het Nederlands heeft iedereen te maken in officiële situaties, daarnaast spreekt zowat iedereen Sranan en verschillende cultuurgroepen hebben een eigen moedertaal. Hoe hanteren we de verschillende talen? Hoe beïnvloeden de talen elkaar? Wat is de status van de verschillende talen en moeten we daar tevreden mee zijn? Welke richting moet het Surinaams taalbeleid op? Deze vragen kunt u met deskundigen en taalkunstenaars komen bespreken op woensdag 27 oktober 2010 in Tori Oso. O.a. Eddy van der Hilst en Hein Eersel, Srananexperts, zullen een inleiding verzorgen. Taalkunstenaars worden opgeroepen om de Surinaamse veeltaligheid te tonen op deze avond.

Info: 520513/ 8912005

Taalunie bindt jongeren met taalartiesten

Jonge taalliefhebbers krijgen de kans om samen met een bekende artiest op de planken te staan in Brugge tijdens het feest ter gelegenheid van dertig jaar Nederlandse Taalunie. Een wedstrijd hiervoor is van start gegaan.

lees verder…

Impressie Almeers Dictee 2010

door Eneryvibes

Het pittige Almeers Dictee van dit jaar is van de hand van schrijver/dichter Quito Nicolaas. Voor het schrijven van het Almeers Dictee moet je wel een taal-sadist zijn.Vanavond kwam dit meerdere malen naar voren. Sadistisch in de zin dat je deelnemers laat zwoegen bij het schrijven van het dictee. Lekker scherp en pinnig zou ik het willen betitelen. In ieder geval voor een enkeling. Een geslaagde avond en een geslaagd dictee die een droomtoekomst schetst van Almere.

Ook dit jaar hebben deelnemers in teamverband aan deelgenomen, zoals onder andere City Mall Almere, Welzijnsstichting De Schoor, gemeente Almere, ROC Flevoland, de Nieuwe Bibliotheek. 85 Almeerders gingen de uitdaging aan.

De burgemeester Annemarie Jorritsma las zoals andere jaren het dictee voortreffelijk voor. Op humoristische wijze gaf zij een eigen draai aan de examensfeer. Hierna zwoegden de correctoren bij het nakijken van de gemaakte dictees. Na een gezellige bespreking van het dictee onder leiding van Quinten Faust Rijnja was het uiteindelijk tijd voor de uitslag.

In totaal waren er 2.308 fouten gemaakt, waarvan een gemiddelde van 27. Dus het viel reuze mee. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 48 jaar. De jongste had 17 lentes en de oudste 83 jaren achter de rug.

Winnende teams:
3e plaats werd Welzijnsstichting De Schoor met 130 fouten
2e plaats werd De Nieuwe Bibliotheek team 2 met 123 fouten
Winnaar werd De Nieuwe Bibliotheek team 1 met 123 fouten

Vanuit het jongeren front waren er 3 deelnemers onder 20 jaar. Daar valt wel een verbeterslag in te maken. De aanmoedigingsprijs ging dan ook naar Sam Assemberg met 23 fouten.

De individuele winnaars waren:
3e plaats Nick Smit en Vera Harreliet met 11 fouten
2e plaats Jeroen van Heemskerken met 9 fouten
Winnaar werd Pim van Dam met 8 fouten

Negatief advies subsidie einde Sarnámihuis

De Hindostaanse gemeenschap in Den Haag is in rep en roer. De subsidie aan het Sarnámihuis wordt gestopt, waardoor het misschien moet sluiten. Dat meldt het Algemeen Dagblad vandaag. Het Sarnámihuis vormt een herinneringshuis van de migratie van Hindostanen van India naar Suriname en vervolgens naar Nederland. Dat idee is uitgebreid naar de interesses en leefwerelden van de tweede generatie Hindostaanse Nederlanders.

Voorzitter Amar Soekhlal is verbijsterd en boos. „Op basis van netto achttien minuten gesprek heeft de adviescommissie geconcludeerd dat we niet goed functioneren en dat we onze 90.000 euro subsidie moeten verliezen. Dan is het over en uit’’ zegt hij tegen de krant.

PvdA-raadslid Ray Ramnewash maakt zich zorgen over het mogelijk verdwijnen van het cultuurcentrum. „Het is een voor Nederland uniek instituut,’’ zegt hij in een reactie aan het Algemeen Dagblad. „Nergens in Nederland wordt demigratiegeschiedenis van Hindostanen in beeld gebracht.

Het bestuur van het Sarnámihuis heeft tot 17 september de tijd om de kritiek op hun organisatie te weerleggen en te pleiten voor behoud van het kleinschalige museum.

Quito Nicolaas schrijft Almeers Dictee 2010

door Odeke de Jong

De titel en het thema zijn nog geheim, want veel wil de Almeerse schrijver en dichter Quito Nicolaas nog niet kwijt over zijn tekst voor het Almeers Dictee 2010.

,,Wel kan ik zeggen dat het moeilijk wordt. Iedere zin heeft ongeveer vijf moeilijke woorden”, aldus Nicolaas. ,,Het gaat bovendien over de actualiteit van Almere. Ik heb een flink aantal kranten doorgenomen.”

Met een synoniemenwoordenboek naast zich, ging hij aan de slag. ,,Ik heb het synoniemenboek gebruikt als ik er echt niet uit kwam. Het zijn geen onbekende woorden geworden, hoor.”

De truc is de dictee-deelnemer te ontregelen, zegt de schrijver. ,,Dat is het allermoeilijkst, je vormt lastige zinsconstructies die de deelnemer in de war brengen.”

Hij heeft de tekst nog niet op iemand uitgetest. ,,Het is strikt geheim. De tekst ligt nu bij een commissie die zich bezighoudt met het dictee.”

Nicolaas hoopt bij het dictee aanwezig te kunnen zijn, maar zijn drukke agenda kan roet in het eten gooien. Voor zijn schrijfwerk zit hij namelijk vaak in het buitenland. ,,Ik ben zeer benieuwd hoe er wordt gescoord, ik hoop beter dan vorig jaar.”

De Almeerder werd in maart benaderd door de bibliotheek. ,,Het gaat om vijf lange regels, dat lijkt makkelijk. Alleen ben je als schrijver van literair werk gewend om juist korte zinnen te gebruiken. Ik moest heel erg mijn best doen.”

Oud schrift

Steeds meer leken gaan in oude documenten op zoek naar hun voorouders, maar botsen hierbij op verouderd schrift en taalgebruik en in onbruik geraakte grammaticaregels. Oud Schrift. Lezen, begrijpen, overzetten van Paul Kempeneers biedt een eerste hulp bij het lezen van zulke oude teksten.

Eerst toont het hoe de oude schrijfwijze van de letters kan afwijken van de huidige en belicht het de typische kenmerken van de vroegere Nederlandse spelling. Ook aparte leestekens, de wijze van afkorten en het weergeven van getallen worden toegelicht. Vervolgens past de auteur dit alles toe op oefenteksten in oplopende moeilijkheidsgraad en worden uitgebreide historische documenten die exemplarisch zijn voor verschillende genres behandeld. Veel voorkomende afkortingen staan in een apart hoofdstuk, samen met een eenvoudig glossarium met oude Nederlandse woorden, Latijnse formules en verlatiniseerde Nederlandse namen.

Over de auteur(s):
Paul Kempeneers, doctor in de Germaanse filologie, is lid van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Hij publiceerde veelvuldig onder meer over de plaatsnamen van gemeenten.

ISBN: 9789044119848
Aantal pagina’s: 108
Prijs: € 14,90
Uitgever : Garant Uitgevers nv

Laclé over Papiamento

Op woensdag 4 augustus vindt er een – lekker laat aangekondigde – lezing plaats op het Arubahuis in Den Haag. De titel: Papiamento, lengua crioyo di Aruba, Boneiro y Corsou: Investigacion basa riba evidencia pa preserva patrimonio cultural Arubiano; Papiaments, creoolse taal van Aruba, Bonaire en Curaçao: Een onderzoek op basis van feiten ter bescherming van Arubaans erfgoed. De lezing wordt gegeven in het Nederlands door drs. Mirto Laclé.

Datum: woensdag 4 augustus 2010
Plaats: Arubahuis (Kabinet van de Gevolmachtigde Minister)
R.J.Schimmelpennincklaan 1
Den Haag
Tijd: 15.00 u – 17.30 u

Kledingvoorschrift: wilde Indianenkleding
Aanmelding mag bij dhr. Sidney E. Kock 070-3566215
Of via email s.kock@arubahuis.nl

Internationaal schrijversevenement in Suriname

Van 1-5 november 2010 is Suriname het toneel van een internationaal schrijversevenement. Het heeft zowel trekken van een conferentie als van een festival, vandaar dat de organisatoren het aanduiden met de samentrekking ‘confest’. De titel van het confest is: Wan tru puwema na wan skreki sani: taal en leven.

Ingewijden zullen in het Sranandeel onmiddelijk de eerste zin van een gedicht van Trefossa (H.F. de Ziel) herkennen. Voor deze titel is gekozen om de kracht van de woorden en omdat meertaligheid het thema is van het confest. Schrijvers uit Aruba, Nederland, België, India en Zuid-Afrika zullen samen met schrijvers uit Suriname discussiëren, nadenken, praten en schrijven over dit onderwerp. Deelnemende auteurs uit Nederland zijn Clark Accord, Karin Amatmoekrim, Usha Marhé en Raj Mohan.

De eerste drie dagen confereren de schrijvers in Brokopondo en op Boxel. Op 4 en 5 november wordt het publiek uitgenodigd voor presentaties en debatten. De schrijvers zullen ook scholen bezoeken. Dit alles moet uitmonden in een publicatie over meertaligheid, die in maart 2011 wordt gepubliceerd.

‘Wan tru puwema’ wordt georganiseerd door Schrijversgroep ’77 in samenwerking met particulieren en partnerorganisaties in het buitenland (Vereniging Ons Suriname, Werkgroep Caraïbische Letteren, Aruba Heritage Foundation, Writers In Exchange en Afrikaanse Skrywersgroep) en met financiële ondersteuning van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, de Taalunie, het Fonds voor de Letteren, Staatsolie Maatschappij N.V. en andere instellingen. Ook het Directoraat Cultuur heeft ondersteuning toegezegd.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter