blog | werkgroep caraïbische letteren

In memoriam Alfred Landvreugd (1940-2012)

door Jan van Bentum

Alfred Leonard Otto Landvreugd, geboren te Paramaribo,7 mei 1940
Gestorven te Driebergen-Rijsenburg, 29 juli 2012
Oogarts op Curaçao, in Doetinchem en in Amsterdam
Twintigers waren we toen we elkaar leerden kennen.
We hadden dezelfde ambitie: een dochter van de heer en mevrouw van der Veen te huwen.
Mij lukte dat het eerst. Alfred had maar één handicap: hij was hervormd en onze schoonvader had er grote moeite mee dat zijn dochter hervormd werd. Toch was hij daar heel welkom en bracht een ander soort plezier en dynamiek op gang.
Renske en Alfred gingen trouwen en ik voelde me vereerd de ceremoniemeester te mogen zijn. Zo maakte ik van dichtbij mee hoe een duurzame en gelukkige verbintenis tot stand kwam, een relatie die uit zou groeien tot een dynastie van amazones.
Hoogtepunten voor Alfred en uiteraard voor Renske waren de geboortes en doopdiensten van hun dochters. Vier op een rij, Amber, Mailin, Orpa en Sanne. Anneke en ik waren bij al die plechtigheden, zelfs bij de doopdienst van Orpa op Curaçao, waar Alfred toen oogarts was. Gedenkwaardig was de doopdienst van Sanne in Doetinchem. Onze kinderen gingen tussen Alfreds kinderen instaan en Renske en Alfred werden gelukgewenst met de doop van Sanne en het groot aantal nakomelingen, wel acht. Alfred was macho genoeg om breeduit te glunderen en niemand tegen te spreken.
Toch was het geen vanzelfsprekendheid dat gezinsleven zijn passie zou worden. Slechts in zijn eerste levensfase kende hij dat, in het paradijselijke Paramaribo, waar je altijd buiten kon spelen, er vruchten in overvloed waren, veel mensen langs kwamen en dat alles onder de bescherming van zijn moeder.
Pas veel later, toen wij niet meer werkten, dicht bij elkaar woonden en elkaar vaak zagen kwamen de verhalen los. Over de verwijdering met zijn vader, over de ziekte van zijn moeder en het uiteenvallen van het gezin, zijn verblijf in veel kosthuizen en internaten, hoe hij zich vaak vernederd voelde en eenzaam was. Hij ontwikkelde een sterk besef van rechtvaardigheid, dat hem altijd is bijgebleven.
Een wonder dat hij het gymnasium haalde zonder te doubleren. Maar er waren dan ook vriendjes, die hem vaak meenamen naar huis en dat deed hem goed.
De verhalen over zijn studententijd waren onuitputtelijk. Hij genoot met volle teugen van de feesten en dankzij de steun en strengheid van oudere medestudenten, wist hij de weg naar colleges en examens terug te vinden en binnen redelijke tijd zijn opleiding als oogarts af te ronden.
Zijn focus op zijn gezin met al het geluk dat dat met zich meebracht, maakte Alfred ook kwetsbaar: hij was bovenmate bezorgd over alles wat zich in zijn uitbreidende gezin voordeed. Over ziektes, relaties, werk en het welzijn van zijn kinderen en kleinkinderen kon hij zich heel ongerust maken. Hij had alles voor ze over: opvang in zijn woning, huisvesting in zijn tweede huis, zijn auto, opvang voor Sunshine. Zelfs tijdens onze laatste vakantie in Wenen maakte hij zich zorgen of de pas aangeschafte auto van zijn dochter wel goed was nagekeken. Of de V-snaar wel goed was.
Toch kon hij voluit genieten van het nieuwe leven in de familie, van Dakini, van Thijmen en van Sytse.
Zijn belangstelling voor familieleden, vrienden en zijn patiënten was groot en oprecht. Hij leefde mee met het wel en wee van anderen. Vroeg hoe het ging, luisterde en wist altijd een bemoedigend woord te vinden. Een aimabele man, zei mijn zuster.
Maar hij kon ook heel boos zijn als hij onrecht voelde, hem of anderen aangedaan. Hij was dan koppig en niet bereid zijn mening te herzien.
Hij genoot van uitgaan. Van bezoek aan musea, waar hij overigens altijd oude bekenden tegenkwam. Ik herken ze aan hun oren, liet hij ons geloven. Van de zeetocht met Rietje en Roelof naar het Caribische gebied. Van onze stedentrips of van de fietstocht naar Doorn met de drie lekke banden.
Hij leek toch zo gezond, zo energiek? Hij tenniste fanatiek, volgde vol emotie de sport op de tv? Dat wilde hij graag de buitenwereld doen geloven. De kleine kring wist dat toen hij tien jaar geleden opeens een insult kreeg, zijn gezondheid niet goed was, dat hij een ernstig hartgebrek had, waar hij kennelijk mee had leren te leven. Afgelopen winter werd zijn gezondheid verder gesloopt door een dubbele longontsteking en een longembolie.
Hij leek zich te herstellen en we besloten met zijn vieren weer een stadsbezoek af te leggen. Het werd Wenen. Het leek allemaal goed te gaan met het recept van tweemaal daags een museum en een kerk. En we hebben veel gezien en gepraat. Hij genoot van de impressionistische schilderijen, van de voorbije pracht en praal van de vorsten. Slechts één avond voelde hij zich niet goed. Hij was bang dat hij weer in zou storten net als de afgelopen winter.
Maar hij herstelde na een dag rust en ging weer op pad.
Hoogtepunt van ons bezoek was zaterdagavond de uitvoering van het Requiem van Mozart in de historische Kaiserskirche. We zaten vooraan en de dreiging van de paukenslagen als aankondiging van onheil en de liefelijke gedeelten die paradijselijke vergezichten en eeuwige rust verbeelden, golfden over ons heen.
Een week later in de zaterdagnacht overleed Alfred in zijn slaap. Hij had het gras nog gemaaid, was op de fiets naar het dorp gegaan, maar bekende aan Renske dat hij moe was, heel moe, dat zijn lichaam niet meer functioneerde. Hij wilde geen dokter raadplegen, geen alarm slaan, geen kinderen. Hij bleef daarbij: geen opname, geen fatale operatie ondergaan, niet afhankelijk, niet invalide worden.
Hij heeft geleefd zoals hij wilde: intens, genietend en zorgend.
Hij stierf zoals hij wilde, zonder ziekbed, zonder overlast.
Zo willen wij Alfred gedenken en respect betonen.

8 comments to “In memoriam Alfred Landvreugd (1940-2012)”

  • Wat een mooie dood: “Hij bleef daarbij: geen opname, geen fatale operatie ondergaan, niet afhankelijk, niet invalide worden.”
    Een vader die je je zou wensen, wat een sterke man!

  • Thanks for sharing this remarkable biography about this remarkable man. Best wishes to his family also!

  • Zonder dit blog had ik nooit geweten dat dokter Landvreugd is overleden. Hij was de laatste werkelijk persoonlijke oogarts die ik heb gehad. Iemand van wie rust uitstraalde, die je niets opdrong, ook al kon hij dringende adviezen geven.
    Ik herinner me hoe ik in paniek bij hem kwam, met een gescheurd hoornvlies. Na zijn behandeling ging ik naar huis met een glimlach, in de wetenschap dat mijn oog snel zou herstellen.

    • Wat fijn om dit bericht over mijn vader te lezen, over zijn toewijding als oogarts

  • Ben op zoek naar Erika landvreugd, wie kan mijn helpen haar te vinden.
    Ben haar uit het oog verloren.

    • Dag, Erika (mijn tante) was het zusje van Alfred (mijn vader). Ze is helaas al jaren gelden nog voor Alfred overleden, in 2004.

  • Om familieredenen ging ik op zoek naar het adres van Alfred en ging ik zijn naam googelen. Ik lees dan tot mijn verbijstering dat Alfred reeds bijna 9 jaar geleden is overleden. Ik ben diep verdrietig.
    Alfred was onze getuige bij ons huwelijk in 2003, als neef van wijlen mijn echtgenoot Armand Engelbrecht. Tijdens onze huwelijks-dinerrondvaart door de Amsterdamse grachten heeft Alfred een geweldige toespraak voor ons gehouden. Met zulke mooie woorden. Mijn man was ziek toen wij trouwden en dat verwoordde hij zo mooi : dat wij zo dapper waren om voor elkaar te kiezen en hij daardoor diepe bewondering voor ons had. Mijn man stierf in 2004. Ik wilde kontakt met Alfred en Renske houden, maar kreeg een brief van hem dat hij dit om priveredenen niet wilde. Nu ik lees dat hij hartpatiënt was, begrijp ik na al die jaren waarom. Het was te confronterend . Renske als je dit leest: weet dat ik altijd met warme gevoelens aan jou aan Alfred terugdenk. Ik ben heel blij jullie te hebben mogen kennen. Dat Alfred ruste in vrede. Hij was een mooie man. Helena Engelbrecht-Fornara

  • Alfred was mijn zwager, ik ben een zusje van Renske. Hieronder mijn ode aan Alfred tijdens de uitvaart.

    Alfred verscheen in mijn leven als de spannende vriend van mijn zus Renske. Spannend, want hij kwam uit een ander land. Dertien of veertien was ik, en dan zijn spannende dingen extra belangrijk.
    Alfreds komst in huize Van der Veen was niet alleen spannend, maar ook een verrijking.
    Want Alfred bleek ook heel aardig en vrolijk. Niet dat uitbundige, maar een ingetogen vrolijkheid, alsof hij binnenpretjes had. Alfred was al gauw kind aan huis, en ik beschouwde hem als lid van ons gezin, om Alfred als persoon en omdat ik geen broers had. En Alfred was oprecht in je geïnteresseerd en leefde met je mee.
    En Alfred woonde in een studentenhuis, en ik vond het o zo interessant om met Rens mee te gaan naar Oudegracht 345, met zijn vrolijke chaos en interessante bewoners.
    Alfred was gul. Van zijn bescheiden beurs nam hij bijvoorbeeld Rens en mij mee naar Dokter Zhivago. Ik zie ons drieën nog een traantje wegpinkend uit de bioscoop komen.
    Dat Alfred veel bij ons over de vloer kwam had invloed op ons Hollandse gezin met zijn Friese wortels. Gedaan was het met de rijst met boter en suiker en een snufje kaneel. Wat Alfred dacht toen hij het gerecht voor zijn neus kreeg weten we niet, maar hij introduceerde de pittige variant, met vlees en groente. Mijn vader was aan zijn eer verplicht niet publiekelijk te zwichten maar vond het eigenlijk prima.
    Muziek: ik zie Rens en Alfred nog binnenkomen bij ons thuis, Rens in haar verpleegstersuniform, Alfred in zijn beige regenjas. Altijd met nieuwe grammofoonplaten. Zo leerde ik, opgegroeid met vroom en klassiek, fan van Cliff Richard, andere genres kennen: Los Machucambos, Nat King Cole, Erroll Garner.
    Tafelvoetbal: het spel dat ze voor een prikje op de markt hadden gekocht, waaraan één mannetje ontbrak. Wat hadden we een plezier.
    Ik werd volwassen, Alfred en Rens trouwden, kregen kinderen, gingen weg, kwamen terug, maar de band en de betrokkenheid bleef.
    Babysitten op de Van Tuyllkade. Alfreds verhalen over het verloshuis aan de Amsterdamsestraatweg, waar hij stage liep. Alfred was een goed verhalenverteller. Alfred die voor de baby zorgde en afwisselend met zijn neus in de studieboeken zat, luiers verschoonde en de fles gaf.
    Op de Jamaicadreef in Utrecht was ik kind aan huis. Ik zie ons nog met zijn drieën bij ijzige kou de rode Deux Chevaux in de was zetten, en de gezellige avond daarna.
    Doetinchem: de verjaardagen waar iedereen welkom was, barbecueën in de tuin in de zitkuil, die je toen moest hebben.
    En altijd was Alfred geïnteresseerd, zorgzaam, betrokken, op een niet nadrukkelijke manier. Leefde met ons allemaal mee bij lief en leed. Attent. Bescheiden.
    Zóveel herinneringen, zoveel warmte, dat zal me altijd bijblijven.
    Alfred Landvreugd, meer dan vijftig jaar lang mijn lieve zwager. Meer dan vijftig jaar hoorde hij bij ons gezin. Wat zullen we Alfred missen.
    Dieuwke van der Veen (Djoke voor de familie)

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter