blog | werkgroep caraïbische letteren

Zondebokken en andere bliksemafleiders

door Aart G. Broek

Het prestigieuze Prins Bernhard Cultuurfonds (PBC) zal binnen afzienbare tijd van naam veranderen. Dit heb ik níet uit betrouwbare bron. Mijn uitspraak wordt gevoed door de krachtigste aanjager van veranderingen: schaamte, dat wil zeggen ervaringen met vernederende afwijzing en de angst voor nieuwe vernederingen.

Ook al is hij niet meer onder ons, de bedreiging voor het PBC komt van de naamgever: prins Bernhard (1911-2004). Hij oogde decennialang als een rolmodel en zodoende iemand om zich mee te associëren. Sinds biografen zich over hem en zijn gemalin – koningin c.q. prinses Juliana – buigen, is het gedaan met zijn aanzien. We weten nu wat voor een schuinsmarcheerder hij was. Niet iemand om een voorbeeld aan te nemen en om je gerenommeerde organisatie nog langer naar te vernoemen. Voor je het weet verschuift kritiek op de prins naar de organisatie, het PBC. Met een zekere vaart wordt de gedachtenis aan Bernhard zoveel mogelijk uit de Nederlandse samenleving weggepoetst. Het PBC zal daarin volgen.
Bij (dreigende) beschaming hebben wij ons altijd al bijzonder vindingrijk getoond in het opzijschuiven van het onheil. Organisaties staat een aantal mogelijkheden ter beschikking om vernederingen of de intensivering ervan te kanaliseren. Naamsverandering is een van de opties, al gaat er meestal wat meer schuil achter de noodzaak ervan dan bij het PBC. Zo maakt, bijvoorbeeld, het verdwijnen van de naam SNS Reaal in Nederland wel duidelijk. Bij die naam wil je je geld of je verzekering niet meer onderbrengen nadat het door de overheid moest worden gered van de financiële afgrond. Het voormalige bedrijf is dan ook in diverse brokken opgedeeld, elders ondergebracht en de naam is verdwenen. Zo was er ook een SNS Reaal Fonds dat ideële doelen gericht op kunst, cultuur en jongeren financieel steunde. Dat heet nu Fonds 21.

Paleis van de gouverneur en Protestantse kerk in Willemstad, Curaçao: symbolen van schaamtevol koloniaal verleden [?] / foto Aart G. Broek

MEDIA / Het beschamen – in alledaags Nederlands ‘afserveren’ of ‘dissen’ – vereist publiek. Inspanningen om schaamtevol handelen uit de publiciteit te houden, blijken nog steeds te lonen. Bernhard wist – met stevige medewerking van opeenvolgende kabinetten en regeringsvoorlichtingsdiensten – een blinkend imago op te bouwen. In feite behoorde de op- en uitbouw van het cultuurfonds onder zijn naam ook daartoe. Zijn misstappen bleven decennialang uit zicht. Dat is heden ten dage geen eenvoudige aangelegenheid gegeven de digitale (sociale) media, maar onmogelijk is het zeker niet.
Het nam de nodige jaren alvorens de sjoemelsoftware van VW-dieselauto’s in de openbaarheid kwam. Misstanden bij de verzelfstandiging van overheidsdiensten en -taken zijn in belangrijke mate tot nu toe buiten de media gebleven. Tegenspraak was er wel, zorgde voor agressie in bestuurskamers en wist het tij zelden of nooit te keren. Er bleken moedige klokkenluiders nodig om gemankeerd handelen boven tafel te krijgen.
Minstens één klokkenluider ging daaraan ten onder: Arthur Gotlieb, 50’er en senior beleidsmedewerker bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Hij luidde de noodklok over grote misstanden, werd op een zijspoor gezet binnen NZa en vernederd, waarop hij een einde aan zijn leven maakte. Dit is een prijs die de meeste mensen niet willen betalen voor het in de openbaarheid brengen van schaamtevol handelen binnen een organisatie. Het lukt dan ook nog steeds om tal van zaken onder de pet te houden.

“De Curaçaose bankdirecteur dr. Emsley D. Tromp zal zich zelf lange tijd de rol van zondebok hebben toegedicht, d.w.z. de last van falen van anderen met zich mee te dragen de woestenij in, waardoor anderen straffeloos verder konden leven.” – Openbaar Ministerie Curaçao / foto Aart G. Broek

ZONDEBOK / Wanneer (verondersteld) falen – al dan niet door klokkenluiders – toch naar buiten komt en afwijzing aanhoudt, dan verlaten organisaties zich steevast op het aanwijzen van een zondebok. ‘Er zullen koppen rollen’ zijn de gebruikelijke woorden, waarbij het meestal niet meer dan één kop betreft. Al dan niet met een gouden handdruk verdwijnt een bestuurder. In de wereld van het voetballen is het meestal de kop van de trainer (alsof geen voetballer er verder toe doet).
Inderdaad, met dergelijk handelen wordt dikwijls al flink wat kritische wind uit de zeilen genomen. In Nederland fungeerden onder anderen Rijkman Groenink (ABN AMRO), Hubert Möllenkamp (Rochdale) en Loek Hermans (Maevita) als publieke prooi. De Curaçaose bankdirecteur dr. Emsley D. Tromp zal zich zelf lange tijd de rol van zondebok hebben toegedicht, d.w.z. de last van falen van anderen met zich mee te dragen de woestenij in, waardoor anderen straffeloos verder konden leven. Hij werd beschuldigd van gesjoemel met zijn persoonlijke inkomsten(belasting). Na een langdurige procedure werd hij vrijgesproken.
Tekortkomingen in de organisatie worden met zondebokken gereduceerd tot het handelen van één man (of vrouw). Door dit bagatelliseren ogen de problemen als incidenten en zodoende weer als beheersbaar. De gedachte dat met het vertrek van een bestuurder (trainer, priester, directeur, enzovoorts) de problematiek wel opgelost zou zijn, is natuurlijk niet op voorhand gerechtvaardigd. Dat blijkt dan ook veelvuldig juist níet het geval, zo maakte de teloorgang van het Nederlandse en internationaal vermaarde Royal Imtech duidelijk. Na het afzetten van de ‘verantwoordelijke’ bestuurder en het aantreden van een nieuw aangestelde bestuursvoorzitter ging het miljardenbedrijf op het gebied van elektrotechniek, automatisering en werktuigbouw alsnog failliet.

Sinterklaas en Zwarte Pieten vormen een schaamtevolle traditie [?] / foto Aart G. Broek

GELOOFWAARDIGHEID / Een kans om zich van de schandpaal te bevrijden, is zélf de aanval inzetten, meer in het bijzonder op de geloofwaardigheid van de aanvallers. De rollen omkeren dus. Het is een praktijk die politici veelvuldig aanwenden, maar die hebben stellig niet het alleenrecht. Als wapen kunnen (ingekochte) onderzoeken, rapporten en cijfers dienen. Die zetten we in om de betrouwbaarheid van de eigen organisatie te onderstrepen en die van de aanvaller aan te tasten. Niets zo kwetsend als het op de man spelen.
                Daar feiten veelal minder overtuigen dan emoties, is het aanbevelenswaardig deze strategie te ondersteunen met handelen dat het eigen imago opvijzelt. Toen Amazon publiekelijk afkeuren over zich afriep door het ontwijken van belastingen, startte het bedrijf met een groots liefdadigheidsfonds. Het is niet de enige multinational c.q. magnaat die deze tactiek heeft toegepast. Het werkt en geeft imago nog wat extra glans. Zo hebben de mannen achter Facebook en Microsoft mogen ervaren. Charitas schermt gemankeerd handelen met grootse gebaren af van joelende criticasters.

Gevelsteen in Amsterdam: symbool van schaamtevol koloniaal verleden [?] / foto Aart G. Broek

SPIJTBETUIGING / In haar lezenswaardige uiteenzetting Is Shame Necessary? (New York, 2015) verwerkt Jennifer Jacquet de boven genoemde strategische reacties op (de dreiging van) publieke beschaming. Zij voegt er nog één aan toe.  Het is natuurlijk ook mogelijk om zich te verontschuldigen voor gemankeerd handelen. Dit brengt ongetwijfeld vragen met zich mee over de oprechtheid ervan, maar een spijtbetuiging kan wonderlijk goed uitpakken.
Jacket onthoudt ons voorbeelden. Die kunnen we zelf wel bedenken. Van Japanse topmanagers zouden we kunnen leren hoe verfijnd in het stof te bijten en opzij te stappen ten gunste van de organisatie. Duitsland weet haar schaamtevolle oorlogsverleden als geen ander land publiekelijk te dragen. Het heeft het land geen windeieren gelegd!

Schoorvoetend spant Nederland zich inmiddels in om weinig verheffend handelen onder ogen te zien en zich er voor te verontschuldigen, zoals slavernij, Zwarte Piet, grootse daden van zeehelden en het koloniale verleden. Standbeelden verdwijnen, namen veranderen. Ook in Curaçao weten politici van wanten, gezien de naamsverandering van het Peter Stuyvesant College en het verdwijnen van het vermaarde standbeeld. De oorlogen die Nederland tegen Indonesië voerde in de tweede helft van de jaren veertig van de vorige eeuw krijgen wetenschappelijke aandacht. Daarop zal ‘Nederland’ meer of minder nadrukkelijk spijt betuigen.

Standbeeld van Peter Stuyvesant in de tuin van de (voorheen) gelijknamige middelbare school voor havo/vwo op Curaçao. Foto © Victor Leent

Dergelijk handelen staat lijnrecht tegenover de reguliere neiging om ons falen als zodanig en sowieso de consequenties ervan te bagatelliseren (‘zo erg was het toch ook weer niet’).  Indachtig het verhaal van Adam en Eva weten we dat we vooral geneigd zijn om de schuld voor fouten bij anderen te leggen, buiten onszelf. Zo zou de revolte van mei ’69 feitelijk toe te schrijven zijn aan de eilandelijke politiecommissaris en gezaghebber. Zij waren de ‘slang’ en praktisch de zondebokken. De Antilliaanse en de Nederlandse regering wasten de handen in onschuld. Voor de rol van deze ‘Adam en Eva’ verwijs ik naar mijn geschiedenis van de eilandelijke politie Geboeid door macht en onmacht (Amsterdam, 2011). Schaamte blijkt een rijke voedingsbodem voor handelen én van informatie.

Deze tekst verscheen in Antilliaans Dagblad, 11 februari 2020.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter