blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Zeven Arubaanse dames en een Nederlandse dominee vertaalden in 1916 het Nieuwe Testament in het Papiaments

door Wim Rutgers

“Een van de belangrijkste gebeurtenissen
uit de geschiedenis van het Antilliaanse Protestantisme.”
Dr. J. Hartog: Mogen de eilanden zich verheugen

In het oude Protestantse kerkje van 1846 aan de Wilhelminastraat in Oranjestad bevindt zich een klein bijbelmuseum, waar zich een exemplaar met een donker omslag bevindt, dat ondanks zijn eenvoudige uitstraling van groot belang is voor de kerkgeschiedenis van de inmiddels tweehonderd jaar bestaande Protestantse Gemeenschap van Aruba. Het betreft de oudste en waarschijnlijk enige Arubaanse Protestantse vertaling van het complete Nieuwe Testament van de Bijbel, vervaardigd door zeven Arubaanse dames en een Nederlandse dominee.

De vertaling werd gepubliceerd in 1916 door het Nederlandsch Bijbelgenootschap en is van grote waarde als uniek exemplaar van  cultureel-religieus en historisch-taalkundig erfgoed van ruim honderd jaar geleden, maar ze heeft ook voor veel later tijd haar waarde niet verloren en haar schaduw ver vooruit geworpen tot in onze moderne tijd toe.

Fielmente traducí segun e texto original

De Nederlandse dominee G.J. Eybers was van 1908 – 1917 predikant op Aruba, waarna hij naar Curaçao vertrok. Hij vertelt over zijn initiatief om het Nieuwe Testament te vertalen met behulp van zeven vrouwelijke native speakers: “Toen ik enkele jaren geleden meer belangstelling begon te krijgen voor Papiamentu, heb ik met behulp van enkele leden van een familie van Aruba, die hun taal, hoewel ze ook andere kennen, niet minachten, een schrijfwijze gevormd, waarvan ik geloof, dat Papiamentu zulks eischt, waardoor men een beschaafde indruk ontvangt van het geschreven woord en die zooveel mogelijk in overeenstemming is met de etymologie der woorden. (Amigoe 23 oktober 1915)

De zeven Arubaanse dames waren Edith Mercelina (Shon Kichi) Croes, 18-06-1880 / 13-08-1952, zuster van Ida Croes. Susanna Geertruida van der Biest, 29-01-1875 / 07-11-1941, Ana Elisabeth van der Biest, overleden in 1933, nakomeling van vice-commandeur Jan van der Biest. Sunilda Damasa Roos, overleden 1946, haar jongere zus Mercedes was getrouwd met Frederick Beaujon, bekend als dichter, en de moeder van gezaghebber Freddy Beaujon en cultuurman Jan Beaujon. Susannah (Suus) Celestina Van der Biest-Eman, overleden in 1946,  gehuwd met J.K. Zeppenfeldt Lampe. IIda Croes, getrouwd met de leraar-dichter-schrijver H.E. Lampe, 1884-1953; ze is de moeder van Padu. Syla Octavia Lampe, 1911, moeder van  Shon A. Eman, grootmoeder van Henny en Mike Eman
Met dank aan drs. Peter Scholing (BNA)

Het was Johan Hartog: Aruba, zoals het was, zoals het werd (1953, 1980, p. 295) die niet alleen over de belangrijke vertaling schreef, maar daarbij ook – terecht – de zeven vertalers noemde die de Papiamentse versie vervaardigden, die ds. Eybers vervolgens met de originele tekst vergeleek. Daarom meldde de uitgever op het omslag: fielmente traducí segun e texto original.

Dominee G.J. Eybers

De dames stonden voor een ontzagwekkend pionierswerk, met een omvang van 535 pagina’s. Voor de vertaling werd de traditionele Nederlandse Statenvertaling (1637) gekozen, met het gevolg van tal van vertaalvraagstukken rond verschillen in tijd en cultuur, de spelling van het Papiamento van Aruba (Ds. G.J. Eybers),  afspraken over de werkverdeling, de vertaling, het corrigeren en het vinden

van een uitgever (Nederlands Bijbelgenootschap).

Spelling is kwelling

Dominee Eybers zelf stond voor de taak een geschikte spelling voor de vertaling te ontwerpen, waarover hij in oktober 1915 een aantal artikelen in de Amigoe publiceerde: ‘Iets over Papiamentu en zijn schrijfwijze’. (Amigoe 2, 9, 23 oktober, 6 november 1915) Eerst verdedigde hij  zijn initiatief door voor het Papiaments als volwaardige taal in de bres te springen, waarbij hij alle eer aan de vertaalgroep gaf.

Interessant is daarom in zijn uiteenzetting het tussenzinnetje, ‘met behulp van enkele leden van een familie van Aruba, die hun taal, hoewel ze ook andere kennen, niet minachten’. Het was kennelijk nodig het gebruik van het Papiamento te verdedigen tegen kritiek. Die kwam er dan ook al direct uitvoerig in de Amigoe, door de leraar Nederlands M.O. frater Herman Walboomers, die in felle toon het Papiaments als taal aanviel en het Nederlands verdedigde: “ik blijf ‘t onnatuurlijk vinden, dat een Nederlander in een Nederlandsche kolonie voor een andere taal propaganda maakt dan voor zijn Nederlandsche.”

De kerk aan de Baay, 1846

Felle discussie naar aanleiding van de Bijbelvertaling in 1915

De ingezonden stukken van de Frater zorgden voor een polemiek met Pater P.J. Poeisz die Frater H. Walboomers van repliek diende. Hij schrijft een uitvoerig pedagogisch verweer ten gunste van het Papiaments als onderwijs- en cultuurtaal: “Met tien woorden in vlot en vloeiend Papiamentsch gesproken zal men meer invloed oefenen op het hart, en dus op de karaktervorming van het kind, dan met honderd Hollandsche woorden, die het misschien wel begrijpt maar niet voelt.” Dan volgt een algemeen cultureel argument: “In die taal heeft de Kath. Kerk het volk opgevoed. Daarin wordt gepreekt, biecht gehoord, gebeden, gezongen, katechismus gegeven. In die taal worden dikwijls tooneel­stukken opgevoerd, boekjes geschreven. In die taal ver­schijnt elke week een Courant, die door het geheele volk gelezen wordt. Is dat alles geen cultuur?” (Amigoe 23 X 15)

Enkele spellingregels

Ds. Eybers pleitte in zijn artikelen voor een etymologische spelling vanuit de redenering: “Geef zoveel doenlijk de uitspraak door de spelling terug. M.a.w. schrijf de woorden van Hollandsche afkomst onveranderd of bijna onveranderd op z’n Hollandsch en al de woorden van Spaanse afkomst op zijn Spaansch.” Hij verschafte daarvoor in zijn uitgebreide bijdragen in de Amigoe tal van bijzonderheden. Het leidde tot een schrijfwijze als yega, bida, umilde, husticia, gaña, cachó, quarter, qua, cinque terwllle van hun Latijnsche afkomst. Aan het eind van de woorden prefereerde hij de letter ‘u’ als die woorden in ‘t Latijn ook een u hebben: “Al de tegenwoordige deelwoorden — als: haciendo — sabiendo — kan men echter met o schrijven, omdat men in de meeste gevallen de o-klank hoort.” Hij geeft regels voor afkortingen en verbindingen, als co’i loco voor cos di loco, fo’i voor for di, or’ voor ora. Ook merkt hij op: “Voor een juiste uitspraak, en ook voor ‘t begrijpen van ‘t geschreven woord zijn accenten in Papiamentu onmisbaar en men kan er niet te royaal mee zijn: cuminda – cumindá.”

REBELACION DI SAN JUAN  (CAPITULO 22) 1 Y el a mustrámi un riu di awa di bida, cla mescos qu cristal, qu tawata sáli di trono di Dios y dje Lamchi. 2 Meimei di su cáya, y na cada banda dje riu, e pálu di bida tawata, qu ta p1ári diezdos fruta, dunándo cada luna su fruta, y foyonan dje pálu tawata sirbi pa cura e pagánunan. 3 Y lo no tin maldicion nunca mas ei; ma trono di Dios y dje Lamchi lo ta ei, y su sirbidonan lo sirbi’é. 4 Y nan lo mira su cára, y su nomber lo ta scirbi riba nan frenta.

De vertaling werpt haar schaduw ver vooruit

De tweede druk van de vertaling van het Nieuwe Testament, uit 1932

Dominee Eybers neemt zodra de vertaling vordert, contact op met het Nederlandsch Bijbelgenootschap in Haarlem, met het verzoek tot een uitgave van de vertaling, waarop in 1912 positief gereageerd wordt.  De vertaling wordt – nadat  Edith Mercelina (Shon Kichi) Croes de hele tekst in het net heeft overgeschreven – opgestuurd en in 1000 exemplaren gedrukt. De vertaling blijkt een succes, want het Bijbelgenootschap meldt in 1919 dat het ‘betreurt de gedrukte oplaag niet groter genomen te hebben’. In 1932 zal daarom een ongewijzigde oplage volgen in vijfduizend exemplaren.

Ook bij de Protestantse gemeente op Bonaire bleek er grote belangstelling voor de vertaling van 1916 in een tweede oplage van 1932. (Informatie van Cor Hoogerwerf, NBG)  In 1952 verscheen er een ‘Bonairiaanse’ herdruk, in 509 pagina’s, met kleine aanpassingen, verzorgd door Ds. J.A. Fricke,  Ch (Cha) Hellmund en J.J.H. Hellmund. De Arubaanse vertaling wierp zijn schaduw ver vooruit, want in 1961 verscheen er nog weer een nieuwe oplage. Ook de Gideonsvereniging  gebruikte de vertaling van 1916 voor haar bijbelverspreidingsactiviteiten.

De stem van de vrouw

Dat er begin 20e eeuw zeven Arubaanse dames het aandurfden een zo veelomvattend werk als de Bijbelvertaling van het Nieuwe Testament te maken is uitzonderlijk. De stem van de vrouw werd immers tot in een in niet eens zo verleden niet of nauwelijks gehoord.

Johan Hartog concludeerde met een eindoordeel: “Niettegenstaande de bezwaren, welke de oude vertaling-Eybers aankleven (…) blijkt evenwel telkens weer, dat het Papiaments van deze vertaling, waarvoor de grondslag gelegd werd door enkele dames (…) dichter staat bij de landstaal, zoals die gesproken wordt, dan de dikwijls wetenschappelijk betere vertalingen, die werden vervaardigd door beroepsmensen in hun studeerkamer.” (Johan Hartog: Mogen de eilanden zich verheugen. 1969, 162) Zeven Arubaanse dames durfden het gecompliceerde werk aan. Zij waren de pioniers.

(Deze tekst is een bewerking van mijn voordracht  in de Protestantse kerk van Oranjestad, op 22 maart 2023)

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter