Zelfstandig Curaçao is een schadelijke illusie
De onafhankelijkheid van Curaçao binnen het koninkrijk is een illusie. Die gaat ten koste van arme Curaçaoënaars, meent Jan Huurman. Maak van het eiland een gemeente overzee.
Voor toeristen is Curaçao een beetje als het Nederland van de vijftiger jaren onder een permanente zon. Ietsjes anders, maar toch vertrouwd. Trapgevels aan het water en de gulden als betaalmiddel. Maar wie wat langer op Curaçao heeft gewerkt en gewoond, ontdekt dat het een totaal andere samenleving is, met andere mores en spelregels. Geen samenleving die zich gemakkelijk laat ontdekken. Ook ik, die als Inspecteur Gezondheidszorg in alle hoeken en alle niveaus van Curaçao kwam, kon niet doordringen tot de kern. Als Europese Nederlander blijf je op dat eiland altijd een relatieve buitenstaander. Dat kan frustrerend zijn, maar ook een bron van verwondering. En dan vooral voor het onovertroffen vermogen van Curaçaose politici én burgers om te leven met illusies en illusies in leven te laten.
10 oktober 2010 had voor Curaçao een stralend nieuw startpunt moeten zijn: binnen het koninkrijk maar onafhankelijk van de andere Caribische eilanden en verlost van schuldenlast. Twee jaar later verliet de eerste minister-president van het land Curaçao, Gerrit Schotte, het politieke toneel, een gat van enige honderden miljoenen guldens in de staatskas achterlatend. De rechterbank veroordeelde Schotte vijf jaar later voor corruptie en hij verdween voor drie jaar achter de tralies. Politieke integriteit bleek een illusie.
Ruimtevliegtuig
Een reeks van onrealistische dromen volgden. Kleinere dromen, zoals die van een ruimtevliegtuig dat vanuit Curaçao voor betalende passagiers zou opstijgen en die van een megafarm voor duizend vleeskoeien. Beide geflopt in de papieren fase. Ook grotere illusies, zoals die van een betaalbaar nieuw ziekenhuis. Ja, het was nodig om het meer dan 165 jaar oude Sint Elisabeth Hospitaal te vervangen, maar wat er aan drogredeneringen en wanbesluiten voorafging aan de opening in 2019 van het nieuwe ziekenhuis, Curaçao Medical Center (CMC), tart elke fantasie. Het resultaat is een onbetaalbaar instituut, dat in korte tijd 250 miljoen gulden schuld opbouwde. Een parlementaire enquête doet inmiddels onderzoek.
Nog groter is de illusie dat de Isla-raffinaderij, stilgelegd na een brand in februari 2018 en sinds eind 2019 zonder exploitant, ooit nog eens actief zal worden. Kostbare zoektochten ten spijt, wil niemand de verzameling oud roest overnemen. Geen wonder: de wereld heeft zich vastgelegd op een overgang naar fossielvrije energie. Zonder een miljardeninvestering kan de raffinaderij niet eens voldoen aan de geldende milieunormen.
Van een andere orde, maar niet minder serieus, is de illusie dat een klein land als Curaçao voldoende checks and balances kan creëren om grote financiële krachten in toom te houden. Schandalen rond de Girobank en de verzekeraar Ennia, waar aasgieren zich meester maakten van het ondernemingskapitaal, bewijzen het tegendeel. Spaar- en pensioengeld verdampten onder het falend toezicht van raden van commissarissen en de Centrale Bank. De winst ging naar de aasgieren, het verlies van honderden miljoenen guldens is doorgeschoven naar de Rijkskas.
Een zelfstandig land zou voldoende reserves moeten hebben om kleinere en grotere rampen op te vangen. De covidpandemie bewees het tegendeel. Curaçao ging op slot, het toerisme kwam tot stilstand en een faillissement dreigde. Alleen een financiële injectie vanuit Nederland van bijna een miljard gulden (400 miljoen euro) voorkwam deze ramp. Het bedrag, een zachte lening, staat nog als schuld op de Curaçaose staatsbalans.
Zeven illusies uit het nog korte bestaan van het land Curaçao. De rekeningen van Schotte, het nieuwe ziekenhuis, Girobank en Ennia, de roestige raffinaderij en de covidpandemie staan nog open, opgeteld een miljardenlast in euro’s. Evenzovele bewijzen dat Curaçao zijn eigen broek niet kan ophouden. De overkoepelende illusie is die van een zelfstandig Curaçao, een droombeeld in de lucht gehouden door profiterende politici en de rijke bovenlaag. De werkelijkheid is een klein Caribisch eiland (minder inwoners dan Nijmegen) dat wordt beschermd door leger, kustwacht en rechtspraak in Koninkrijksverband, en financieel in leven wordt gehouden door lankmoedige leningen vanuit Europees Nederland.
Arme burgers
Prik de illusies door en aanvaard de realiteit. Die realiteit is dat het construct van het zogenaamd zelfstandige Curaçao onhoudbaar is, en bovendien niets goed brengt voor de arme burgers van Curaçao. Lik de wonden en begin opnieuw. Nu verantwoord, en dus als onderdeel van Nederland, net als Bonaire, Sint-Eustatius en Saba.
Einde verhaal? Niet echt. Want er zijn nog twee andere opties: volledige zelfstandigheid of doorgaan op de huidige voet. De eerste optie noem ik de ‘Haïti-variant’: op eigen kracht, met veel corruptie en straatarm. Niet echt populair. Keuze twee past beter bij het gebrek aan echte interesse aan Europees Nederlandse kant. Voor politici alhier is het dossier Koninkrijksrelaties een soort corvee. Iets dat aan het eind van elke formatie wordt toebedeeld. Binnenkort zal de volgende bewindspersoon aantreden. Wellicht vanuit de PVV, die bij monde van toenmalig Kamerlid Hero Brinkman de eilanden overzee in 2008 per motie betitelde als een „grotendeels corrupt boevennest” en opriep tot het verbreken van de banden met de eilanden. Mogelijk leidt die houding tot het strakker toepassen van regels en afspraken. Maar even waarschijnlijk is het dat zo’n toekomst ook een illusie is, dit keer een Europees Nederlandse illusie.
Tekst ontleend aan NRC, 30 januari 2023; foto’s Aart G. Broek