blog | werkgroep caraïbische letteren

Woordenboek van het Surinaams-Nederlands & een eigen Surinaamse taalautoriteit

Inmiddels is al ruim een jaar geleden het Woordenboek van de Surinaamse Bijdrage aan het Nederlands (WSBN) verschenen, samengesteld door Dr. Renata de Bies en uitgegeven door de Anton de Kom Universtiteit van Suriname met financiële steun van de Nederlandse Taalunie. Een prachtige aanzet tot een volwassen Woordenboek van het Surinaams-Nederlands, maar uiteraard schreeuwend om aanvulling met z’n slechts ruim 5.000 lemmata. En méér nog: roepend om (taal-)autoriteit.

Niet zo lang nadien zijn er in het Surinaamse dagblad de Ware Tijd een aantal enthousiaste recensies verschenen zoals die van Ismene Krishnadath, Joan Rellum en Astrid Roemer, die niet alleen recht doen aan dit initiatief, maar die ook de noodzaak van verdere uitbouw aantonen. Als gebruiker van dit woordenboek heb ik toen ook mijn bijval betoond op mijn Volkskrantblog van 12 juni 2008 onder de titel “Nederland heeft z’n Van Dale, Suriname z’n De Bies!”

Naar aanleiding van het verschijnen van dit WSBN (door Instituut Opleiding Leraren [IOL]-leerlingen ook wel Het mini-lidwoordenboek genoemd), en enkele maanden later van De Spelling van het Sranan – Hoe en waarom zo
van Eddy van der Hilst, heeft ook Hein Eersel zich in de discussie gemengd met zijn artikel “Orde in ons taalgebruik” in de Ware Tijd van 30 augustus 2008. Vervolgens tijdens een door de Henry Frans de Ziel Stichting belegde discussieavond op 21 april 2009 in Theater Unique over het initiatief voor een eigen Surinaamse taalautoriteit, heeft Eersel zich opnieuw een groot voorstander betoond van taalordening.

Daar hekelde Eersel vooral de betrokkenheid van Suriname bij de Nederlandse Taalunie. Hij ziet dit als een grote fout van de Surinaamse regering. “Er wordt veel te weinig rekening gehouden met de eigenheid van het Surinaams-Nederlands in de Taalunie.” In de laatste editie van Het Groene Boekje, de officiële publicatie van de Nederlandse Taalunie, zijn 500 Surinaamse woorden opgenomen om Suriname meer in de unie te betrekken. Eersel vindt dit ruim onvoldoende en haalt aan dat er geen bevoegde Surinaamse minister Het Groene Boekje ondertekend heeft, in tegenstelling tot de Nederlandse en Vlaamse ministers.

Het Woordenboek van de Surinaamse Bijdrage aan het Nederlands van Renata de Bies”, zo vervolgt Eersel, “bevat 5.000 Surinaamse woorden en is uitgegeven door de Universiteit van Suriname. Helaas is dit geen officiële taalautoriteit en is de Taalunie dat wel. De verschillen tussen het Surinaams-Nederlands en het Noordzee-Nederlands zijn te groot om tot dezelfde unie te behoren. In plaats van nu De Dikke Van Dale te gebruiken zouden we beter allemaal wachten op De Dikke De Bies!”

Eersel haalt nog het voorbeeld aan van de taalautoriteiten van Azië en de Afrikaanse Unie. “We weten allemaal dat er in Afrika zeer veel talen worden gesproken. Toch is er maar één taalautoriteit en dat werkt. De Afrikaanse Unie erkent vier werktalen: Engels, Frans, Swahili en Arabisch. Maar alle andere gesproken talen worden ook erkend. De Surinaamse taalautoriteit moet vooral naar deze voorbeelden kijken als ze wordt opgericht.”

In een korte reactie zei minister van Onderwijs en Volksontwikkeling Edwin Wolf: “Ik wil de Henry Frans de Ziel Stichting feliciteren met haar inspanningen. De eerste stappen naar een taalbeleid zullen gezet worden en de regering zal rekening houden met de opmerkingen en vragen uit de gemeenschap om vertegenwoordigd te worden.” Helaas, vrijblijvender kan het nauwelijks.

———

* Woordenboek van de Surinaamse Bijdrage aan het Nederlands, Paramaribo 2008, ISBN 99914-203-6-3.
** De spelling van het Sranan – Hoe en waarom zo, Paramaribo 2008, ISBN 99914-921-1-9, door de auteur in eigen beheer uitgegeven.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter