blog | werkgroep caraïbische letteren

Woorden van verdriet (Dukh bharal bát)

Persoonlijke impressies van  Magenta, 2023, deel 2

door Bris Mahabier


Pravir, mijn zoon, geboren en getogen in een migrantenwijk in Den Haag, heeft o.a. vissen en tuinieren als hobby’s. Ik heb een Surinaamse kleinlandbouwersafkomst. Een laag gewaardeerde afkomst die ik in geen geval wil en kan verloochenen.

Eigenlijk zijn mijn jeugdjaren genageld aan de natte, overwegend zelfvoorzienende rijstteelt. Van vissen houd ik helemaal niet.  Misschien is er ‘iets’ van dit agrarisch ‘bloed’, d.w.z. waardering voor het planten en gehechtheid aan de landbouwgrond van onze familie, aan Pravir doorgegeven. Kennelijk als deel van de culturele erfenis die hij meekreeg. Eigenlijk weet ik dit niet zeker. Het is voor de hand liggend, dat Pravirs culturele bagage grotendeels van Nederlandse makelij  is.

Pravir vangt weer een krobiá

In de afgelopen 20 jaar heeft Pravir regelmatig en geïnteresseerd naar foto’s en video’s van mijn prachtige bomen vol kleurrijke, groene en rijpe vruchten, zoals papaja’s, tangelo’s, pompelmoezen, mandarijnen, sinaasappels, pong-pongs, mango’s, bananen en grapefruits, gekeken.  Ook van vele cassaveaanplantingen. Aan het einde van mijn vakanties nam ik een koffer vol vruchten uit de eigen tuin mee naar Nederland. Als hij in Magenta met vakantie was, wandelde hij niet alleen vol bewondering tussen de eigen fruitbomen, maar hij hielp mij met bijv. het snoeien van verouderde, uitgedroogde takken en het verwijderen van door vogels verspreide halfparasieten (epifyten).
De meeste van deze verouderde fruitbomen in onze familietuin zijn in de afgelopen twee jaar gerooid, of door droogte, plantenziekte en onkundige bodemophoping dood gegaan. De ophoging van de bodem tussen de volwassen bomen was toe te schrijven aan mijn beperkte agrarische kennis: reeds in 1961 heb ik de verbouw van rijst en groenten vaarwel gezegd.
Pravir bracht in maart en in de eerste week van april 2023 in Magenta door, samen met mij. Elke vis, meestal donkere krobiá’s (baarsachtige vissoort) en middelgrote kwikwi’s (pantsermeervallen), die hij ving, werd voorzichtig onthaakt en weer in onze visvijver gegooid. Zo kwamen deze vissen niet in een pan met masálá (kerriemix) terecht. Van Pravir mochten de gevangen vissen hun leven voortzetten. Helaas is dit in de voedselketen niet gegarandeerd. In de natuur geldt een andere regel: eten en opgegeten worden.
Pravir trok de stoute schoenen aan. Hij wilde onze oude, gedeeltelijk kale tuin nieuw leven inblazen. Hij zou zelfstandig de tuin opnieuw beplanten met verschillende soorten vruchtbomen. Met eigen handen en met zijn geld, naar eigen inzicht en keuze. De tuin moest zijn oude glorie herkrijgen. Misschien ook een prestigekwestie voor hem. Niemand kon ontkennen, dat het een zinvolle besteding van zijn vakantie zou zijn.

Aangestoken brand in de achtertuin van fam. Mahabier in Magenta in maart 2022.

Pravir deed een eerste poging ongeveer een jaar geeleden. Zijn eerste aanplant van maart 2022 werd – helaas – door een flinke veldbrand, door een ander veroorzaakt, bijna geheel verwoest. Net toen hij klaar was met wieden, opruimen, planten, bemesten en aanaarden, sloeg het ‘noodlot’ toe; in de vorm van onverantwoordelijk gedrag van een mens. Pravir stond – bij wijze van spreken – te kijken hoe dit gebeurde. Hij stond op het punt om het resultaat van zijn arbeid van drie weken vast te leggen. Een onverwachte traumatische ervaring voor hem. Extra pijnlijk voor hem was, dat hij wist wie de vermoedelijke brandstichter was. Pravir was niet op de hoogte hoe hij een veldbrand moest bestrijden. Ook werd hem door niemand hulp geboden. Lila en Bhaiko, onze buren, waren niet thuis. Anderen die wel thuis waren, boden geen hulp. Een enkeling probeerde zijn eigen tuin van brandschade te vrijwaren door het (met een slang) nat te maken. De veelgeroemde traditionele burenhulp van Hindoestanen functioneert niet of nauwelijks meer in Magenta. Daar prevaleert het individuele belang. Een aangestoken veldbrand is voor velen in Magenta iets ‘normaals’ geworden. Zo ‘maak’ je tegenwoordig jaarlijks een keer of twee jouw overwoekerde perceel schoon. Slechts een dag voor zijn terugkeer naar Nederland kon Pravir met diepe teleurstelling en pijn in zijn ‘groene’ hart niets anders doen dan met betraande ogen met zijn nieuwe mobiele telefoon filmen hoe zijn jonge plantjes door de gulzige, niets ontziende, snel oprukkende vlammen werden verschroeid en zelfs verzwolgen. Ik kreeg in Nederland de dramatische beelden van deze trieste gebeurtenis live te zien. Dit deed pijn. Ik probeerde de boosheid en het verdriet van Pravir te begrijpen. Mijn pogingen om hem te troosten en te kalmeren hadden onvoldoende succes. Deze asociale geschiedenis zou zich een jaar later herhalen.

In de droge tijd worden ook in Magenta de door gras, struiken en jonge bomen overwoekerde, verwaarloosde en onbebouwde percelen stiekem in brand gestoken. Door de grondeigenaar of een van de buren. Zo probeert men op een goedkope, maar uiterst primitieve manier de voormalige geërfde rijstvelden schoon te krijgen (khet safá kare hai). Zonder zich te bekommeren om de extra bijdrage aan de CO2- uitstoot, verschraling van de biodiversiteit, of verlies van veel organisch materiaal (plantenresten). De donkere humuslaag verbrandt bijna volledig. Verlies van humus is zeker niet bevorderlijk voor de bodemvruchtbaarheid en de -structuur. Bij het ‘platbranden’ houdt men geen weinig of geen rekening met de naburige percelen die wel gedeeltelijk beplant zijn. Er is bij deze werkwijze zeker sprake van tekort aan moreel besef en zwak ontwikkeld verantwoordelijkheidsgevoel. De overheid heeft deze vorm van ‘schoonmaak’ van percelen verboden, maar van handhaving is er weinig of nauwelijks sprake. Met ingehouden boosheid, grote teleurstelling en verdriet keerde Pravir toen (in maart 2022) terug naar Nederland.

De machinaal gemaaide achtertuin van Pravir

In de tweede week van april 2023 herhaalde de boven beschreven geschiedenis zich. Helaas! Pravir begon een dag of twee na onze aankomst in Magenta op 9 april jl. voortvarend in de tuin. De felle tropenzon (27 -30 graden C), de talrijke zwarte en rode mieren of een zware regenbui weerhielden hem niet om in de tuin bezig te zijn. Hij maaide met een brush cutter, snoeide takken met halfparasieten, groef de oude boomstronken samen met Bhaiko, een betaalde kracht, uit en ruimde alle groene afval op. Helaas liet zijn kettingzaag van Chinese makelij hem in de steek, waardoor hij van een bijl met een lange steel  gebruik moest maken. Dit was nieuw voor hem. Voor het dichte, hoge onkruid o.a. kushgras in de achtertuin werd een gespecialiseerde grasmaaier met een sterke Duitse machine  in de arm genomen. Bijna drie dagen is deze maaier in de achtertuin bezig geweest. Eindelijk kon Pravir beginnen met herbeplanten. (Ik was bevreesd voor het brandgevaar en het snel opschietende gras en onkruid tijdens onze afwezigheid. Pas in de volgende vakantie – over zes maanden – zou Pravir weer in Magenta zijn.)
Pravir kocht 45 plantjes in Tamanredjo en Kwatta. Zakken droge koeienmest leverde de enige melkboer van de Magentaweg. Lijnen werden uitgezet en tientallen pollen werden er gegraven. Die werden gevuld met een mengsel van zwarte aarde en oude koeienmest. Tenslotte kon Pravir planten, aanaarden, de plantjes etiketteren en besproeien. Bij al deze werkzaamheden werd Pravir vier dagen betaald geholpen door zijn neef Bhaiko.  Zijn arbeidsdag duurde van 9 tot vier uur. Ook ik hielp af en toe mee, soms enkele uren per dag. (Ik bleef worstelen met het perspectief van brandgevaar, overwoekering en droogte.) Pravir markeerde de nieuwe pollen elk met latjes van anderhalve meter. Die had hij bij een houthandel gekocht. Zo zou de grasmaaier de plantjes gemakkelijk kunnen ontwijken. Elke avond kregen de oude en nieuwe plantjes water, vanwege het droge weer. Hiervoor had Pravir ongeveer een uur nodig. Hij gebruikte voor het besproeien lange plastic slangen. Zelfs op onze terugkeerdag was hij in de ochtenduren nog in de tuin bezig. Als laatste maakte hij nog enkele foto’s van ZIJN aanplant waarop hij trots was. ‘Mooi hè, pa’. Ik kon niets anders dan bevestigend reageren.

Een vruchtdragende boom in de achtertuin door een aangestoken brand verwoest.

Op vrijdag 7e april om 11.30 uur begon onze terugreis. Neef Kapoer reed ons in zijn grote auto veilig naar de luchthaven op Zanderij. Bij hem is er nog een restant van de oude familiehulp aanwezig. Na een nachtelijke vlucht met een KLM-toestel waren we – vermoeid en slaperig – op zaterdagmorgen weer thuis. Ondanks de emotionele verbondenheid met mijn geboorteland, de plezierige en pijnlijke herinneringen aan vroeger en de ontmoetingen met daar wonende familie en kennissen voel ik me uitstekend thuis in Den Haag.

En deel van de achtertuin met verbrande jonge plantjes en fruitdragende bomen.

Op maandagmiddag werd ik door Lila, een familielid, dat naast ons woont, twee keer opgebeld. In de vooravond belde ik haar terug. Zij vertelde, dat grote delen van de nieuwe aanplant van Pravir in  de midden- en achtertuin door een aangestoken veldbrand waren verwoest. Zij was niet thuis toen de brand de tuin van Pravir bereikte. Later ontving ik van Lila een video van de brandschade. Ik moest Pravir hierover informeren. Teleurstelling, intens verdriet, boosheid en … frustratie. Opnieuw beginnen of opgeven? Voorlopig wil hij hierover, honderden zuurverdiende euro’s die door het onverantwoordelijk gedrag van een onverlaat in vlammen opgingen, niet praten…




on 18.04.2023 at 17:46
Tags: /

7 comments to “Woorden van verdriet (Dukh bharal bát)”

  • Leuk interessant artikel Bris. Mijn complimenten

  • Hindostaans gezegde: Laggaa se paani pyaavat, naa chaliga.

    Letterlijk: Op afstand met een stok iemand te drinken geven is onbegonnen werk.

    Figuurlijk: Hier verblijven en in Suriname landbouw bedrijven, zal niet lukken.

    Algemeen: ‘Croma’, je moet bijblijven voor het beste resultaat.

  • Treurig, dat we elkaar niets meer gunnen. Helaas geldt die hechte en oprechte familieband niet overal meer. Zeker niet als je in Nederland woont en in Suriname moet rekenen op steun, hulp en begrip.misschien zou t helpen als je wat geld over hebt voor deze steun, want ook daar hebben mensen het niet breed meer en denkt men dan niet gedwongen door omstandigheden,, eerst aan zicczelf.
    Maar laten we ophouden te verkondigen dat ‘wij Surinamers elkaar door dik en dun blijven helpen’ want dat is niet waar, niet meer van deze tijd!

  • Heel mooi stuk maar Verschrikkelijk wat U wederom is overkomen Kaka

  • Heer Mahabier,

    Bij het lezen van wat uw zoon Pravir heeft meegemaakt, kan ik mij best zijn machteloosheid en ontroostbaar intense pijn aanvoelen. Zoveel arbeidsuren in vlammen voor je ogen zien verbranden en niets en dan ook niets kunnen ondernemen om te redden wat te redden valt is hartverscheurend. Niet meegerekend de ingekochte vruchtplantjes en de betaalde arbeid die daarmee gemoeid is. U en uw zoon weten het met volle overtuiging, dat er hier sprak is van brandstichting met voorbedachte rade. Nu vraag ik mij af, de bewoners die om en bij uw geliefde Magenta wonen, of zij bekend zijn van de materie CO2 uitstoot? Ik dacht van niet. Ik zou het haast willen zeggen, dat het naar mijn bevindingen op totale opzet en jaloezie is gebaseerd. Traditionele burenhulp van Hindoestanen op Magenta, daar heb ik mijn twijfels over. Sterkte samen om dit groot verdriet van woorden te verwerken. Soerin Marhé.

  • Bris,
    Feitelijk een triest verhaal.Verbranden of toevlucht zoeken naar chemicalien om de grond te ontdoen van gras is erg gangbaar.Men is bezig te overleven met een korte termijn perspectief Met de effecten van een veldbranding op de atmosfeer en met name de CO2 uitstoot, houdt men zich niet bezig..Kennelijk is men ook niet in geïnteresseerd.
    Maar hier is iets anders aan de hand. Men is niet bezig zijn eigen perceel vrij te maken van onkruid: men is bezig de aanplant van anderen te vernietigen. Het is gewoon asociaal gedrag, een economisch delict.. Het is triest te constateren hoe het moreel verval is ingetreden in eens zo hechte gemeenschap, waarbij men elkaar veelal ondersteunde om te overleven. Toen hebben ook jaloerse ,asociale figuren geleefd in die gemeenschap, maar waar we doorgaans niet bij stilstaan is dat migratie een selectief proces is. De mensen die kennis en gezag hebben en zorgen voor morele standaarden die vallen weg. Wat doorgaans achterblijft heeft niet die statuur om het moraal hoog te houden. .De sociale controle valt weg, de asocialen komen boven drijven en zij zetten de toon . Daarvoor grijpen elke kans..

  • Ik herinner mij een gschiedenisles van vroeger. Daarin werd verteld dat tijdens absenteïsme ondernemingen te gronde gingen. Als er ook nog vandalisme om de hoek komt kijken, wordt het heel moeilijk om de vruchten van je inspanning te plukken. Helaas.

Your response at S. Marhe

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter