blog | werkgroep caraïbische letteren

Woke

door Eric de Brabander

Een hernieuwde belangstelling voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden gaat in Nederland gepaard met een voor Nederland nieuw verschijnsel dat ‘woke’ genoemd wordt. Woke wordt omschreven als een Afro-Amerikaans-Engelse variant van ‘woken’ oftewel ‘wakker geworden’ en is een term die verwijst naar het bewust zijn van racismeproblematiek en sociaal onrecht jegens minderheden in de samenleving. Die minderheden omvatten ook de LGBTQ-gemeenschappen (lesbian, gay, bisexual, transgender, queer or questioning) die wereldwijd zwaar onder vuur liggen.

De term werd in de Verenigde Staten al in de jaren ’30 gebruikt door zwarte Amerikanen. Met stay woke werd bedoeld ‘hou je ogen open voor verborgen struktureel racisme.’ In de jaren ’60 kreeg ‘woke’ een politieke lading nadat de eerste antiracistische burgerrechtenbewegingen het woord gingen gebruiken. En nu, gebruikmakend van facebook, instagram, twitter en andere sociale media, is het woord gepopulariseerd en heeft het een bredere betekenis gekregen. Het gaat heden ten dage om de bewustwording van  allerlei vormen van sociale onderdrukking en heeft ook expliciet met seksualiteit en gender te maken.

De heks van ‘s-Heerenberg, de laatste in Nederland verbrande heks, 25 juli 1605
/ foto Aart G. Broek

Het begrip ‘woke’, zeker waar het taalgebruik betreft, wekt weerstand op. Het uitbannen, verbieden van bepaald woordgebruik dat altijd als normaal gezien werd, wordt door velen, met name ouderen, ervaren als het smoren van academische vrijheid, als het aan banden leggen van het democratisch taalgebruik. Dat bleek uit sociologisch onderzoek in Engeland. Aan de andere kant zien voorstanders van ‘woke’ afgedwongen aanpassingen aan de Nederlandse taal waar die schuurt aan sociale ongelijkheid, als een aanzet tot het respectvol omgaan met minderheden. Omdat vele individuen in die minderheidsgroepen zich onbegrepen, niet gerespecteerd, onveilig voelen.
              Het dagblad Trouw heeft korte tijd geleden besloten het woord ‘blank’ om een lichte huidskleur aan te duiden, te vervangen voor ‘wit.’ Wit zou neutraler zijn dan blank dat door de eeuwen heen synoniem geweest is met superieur. En wat is blank eigenlijk. Het is geen kleur. Men heeft het over blanke lak, kleurloos dus. Inmiddels zijn de Volkskrant, de NOS, de RTL,het Algemeen Dagblad, de ANP en het Financieele Dagblad gevolgd. De Telegraaf  verklaarde zich een tegenstander van racisme, maar nam afstand van radicale identiteitspolitiek, en stelde het voorlopig bij blank te houden. De NRC vatte het als volgt samen: we benaderen burgers als individuen en vermelden niet standaard de ethnische afkomst of kleur. De redacteuren mogen zelf over hun woordkeus beslissen.

Zwart Wit / foto Aart G. Broek

Nederland is er dus nog niet over uit hoe het verder moet met respectvol taalgebruik. Ook de politiek niet. Minister van Justitie en Veiligheid Yesilgöz noemde ‘woke’ een bedreiging voor de rechtsstaat. In de Tweede Kamer werden vragen gesteld over deze bedreiging aan onderwijsminister Dijkgraaf. Deze reageerde ontkennend, hij zag er geen gevaar voor academische vrijheid of vrijheid van meningsuiting in. Medewerkers van universiteitsbladen die de diversiteit probeerden te bevorderen ontvingen haatmail van anti-wokers. De angst dat vrijheid van meningsuiting ondergeschikt wordt aan politieke correctheid en subjectieve emoties is niet geheel ongegrond. De vraag is of dat blijvend is. Naar mijn mening is het antwoord daarop ‘nee.’ Net zomin als racisme en discriminatie blijvend is.
              Het is allemaal wat vermakelijk. Al in de jaren ’70 werd een politiek correcte nieuwe term bedacht voor import-Nederlanders. Het begrip allochtoon was geboren. Als je het woord opzoekt dan betekent het ‘in Nederland woonachtigen, niet in Nederland geboren’. Dat kon dus een Fransman of Duitser zijn, al wist iedereen dat die er niet mee bedoeld werden. Wat een onhandig gedoe! Begrijpelijk dat de omschrijving ‘allochtoon’ inmiddels gesneuveld is, net zoals de nu noodzakelijke ‘woke’ woorden ooit zullen sneuvelen zodra ze niet meer nodig zijn.

Kort geleden kwam Zwarte Piet aan de orde in het drassige moederland aan de Noordzee. Het leidde zelfs tot slagvelden tussen de voor- en tegenstanders van het hulpje van Sinterklaas. Op onze eilanden lachte het volk erom en haalde massaal de schouders op. Men vond die Noordzeegasten maar vreemd. Er was opeens aandacht voor racisme, iets wat bij ons aan de orde van de dag was. Een feest is een feest, werd er op onze eilanden gedacht, en daar blijf je met je poten vanaf. Klaarblijkelijk beleeft onze multiculturele samenleving het begrip ‘racisme’ op een wat volwassenere manier en dat is begrijpelijk. Waar in Nederland honderden jaren lang weggekeken werd hadden onze eilandbewoners dagelijks te maken met de zich superieur voelende Nederlander en met sociale onrechtvaardigheid. Ze waren eraan gewend. De Caribische Nederlanders hebben zich de afgelopen eeuwen aangewend zich niet te verzetten tegen zoiets overduidelijks als racisme en ongelijkheid, maar hebben ermee geleerd te leven.
              De tegenstanders van het afschaffen van Zwarte Piet in Nederland beten zich vast in de ‘traditie van het kinderfeestje, neem ons dat niet af,’ terwijl de oplossing, geen Zwarte Pieten meer maar groene, paarse en witte, zo eenvoudig en voor de hand liggend was. Ze wezen alle verandering radicaal van de hand. Een verklaring hiervoor moet gezocht worden in de opvatting dat ‘Nederland een tolerant volk is, open voor elke discussie,’ zoals eertijds de politica Rita Verdonk van Trots op Nederland schaamteloos verwoordde in haar verkiezingsspeeches. ‘Er zijn onderzoeken gedaan die ons van discriminatie beschuldigen,’ zo beleerde ze haar luisteraars. ‘Maar wij Nederlanders hebben het helemaal niet in zich om te discrimineren.’ Van dat soort bedroevende zelfkennis moet ons moederland, nu het slavernijverleden ontdaan wordt van haar sluier, afscheid nemen en gaan hopelijk gevoelens van schuld en schaamte de overhand krijgen. Want, kijk naar de Nederlandse welvaart, de grachtenpanden, de uitbundige historie, voor een belangrijk deel mogelijk gemaakt door slavernij en uitbuiting. Kijk naar de armoedige toestanden in de voormalige wingewesten, terwijl die wingewesten toch nog steeds deel uitmaken van het Koninkrijk. Schurende verhoudingen binnen dat Koninkrijk, ten gevolge van een Statuut dat sinds de onafhankelijkheid in 1954 te wensen overlaat, een regeling die rammelt aan alle kanten.

Wingewesten. Zo werden de kolonieën genoemd in Den Haag. Hoeveel duidelijker kunnen de intenties van de voormalige kolonisator geweest zijn? Hoe schaamteloos is Nederland niet met haar kolonieën omgegaan, en met de slavernij die 300 jaar welig tierde.
Dat dit alles door politiek Den Haag erkend wordt is voor onze eilanden een geboden kans. Premier Rutte hield een geweldige toespraak bij de excuses die Nederland aanbood voor de slavernij die in 1863 werd afgeschaft. Een handreiking die een eerste stap kan zijn naar een koninkrijk waar iedereen gelijke kansen heeft en sociale, raciale en genderdiscriminatie ophoudt te bestaan. De bedoeling van Nederland is oprecht, daarover heb ik geen enkele twijfel. In de aanloop naar een discriminatievrij koninkrijk waarin iedereen gelijke rechten en plichten heeft zullen ongetwijfeld nog vele hordes genomen moeten worden. Het hoge woord is er echter uit. En dat hebben wij deels te danken aan de ‘woke’ organisatie. Een discussiepunt blijft de roep om taalaanpassingen, de taal waar de meesten van ons mee zijn opgegroeid en waar de woke-aanhangers aanstoot aan nemen. Gediscrimineerden, medeburgers die hun leven lang van de naweeën van de slavernij last hebben gehad.  Woorden als negerzoen, jodenkoek, slaaf, blank, bruin, flikker, lesbo, neger, kleurling. Verbieden, het lijkt haast ongepast om taal te verbieden. Racisme ban je niet uit door een paar woorden te schrappen uit de Dikke van Dale. Een slaafgemaakte blijft net zo slaaf als voorheen. Een jodenkoek of negerzoen blijft, ontdaan van haar naam, dezelfde lekkernij. Maar als de taalaanpassingen nodig zijn als voorbode voor een beter wederzijds begrip dan moet dat maar.

Vanzelf krijgen op die manier woorden die in het verleden gebruikelijk waren in de toekomst een andere betekenis die maakt dat ze als ongepast ervaren worden. Voor de taalaanpassers is het wel zaak hier goed over na te denken en de wetenschappers en taalkundigen over de schouder te laten meekijken. Historici en literatuuronderzoekers krijgen, om maar iets te noemen, bij het googlen van het woord ‘neger’ een duidelijker beeld waarover het gaat dan als ‘zwarte’ gegoogled wordt. Taal is niet iets dat enkel op straat gesproken wordt.
Er is honderden jaren Nederlandse taal opgeslagen in bibliotheken, op het internet, in de staatsarchieven, in de literatuur door de eeuwen heen. Taal die met ‘woke’ woordgebruik niet meer terug te vinden is, hetgeen wetenschappelijk onderzoek bemoeilijken zal. Taal is allesomvattend, het is ons communicatiemiddel inclusief alle schoonheid en alle lelijkheid. De Christelijke organisatie Bond tegen vloeken is het niet gelukt vunzige taal uit onze vocabulaire te verwijderen. Gelukkig, want ook ordinaire taal is taal. Misschien moeten we leren leven met begrippen die minder ‘woke’ zijn. Uiteindelijk gaat het om mensen, niet om woorden. Maar voor nu? In de tijd van de grote ommeslag? Respect voor minderheden, voor andersdenkenden. ‘Woke’ is als de pendule die honderden jaren links hing en nu naar rechts moet slaan om in het midden te kunnen eindigen.

1 comment to “Woke”

  • Ik stel ook voor om ‘Godverdomme’ uit de taal te schrappen.
    Goed artikel, overigens.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter