blog | werkgroep caraïbische letteren

Woestijnzand laat zien hoe divers mensenlevens kunnen zijn

door Ezra de Haan
 .

Woestijnzand is de verrassende titel van het debuut van de op Curaçao woonachtige Elodie Heloise. Wie de verhalenbundel gaat lezen, komt erachter dat er inderdaad Saharazand op de Curaçaose bodem ligt. De wind neemt het fijne zand mee en transporteert het over zee, waarna het duizenden mijlen verder neerkomt. Die rondzwervende zandkorrels vormen een mooie metafoor voor al die verhalen die een schrijver tegenkomt. Elodie Heloise hoort ze aan en legt ze vast, als ze denkt dat dit nodig is. Soms zijn levert dat korte fragmenten op, schetsen zou je ze misschien het beste kunnen noemen. Vaker nog ontstaan verhalen die verder gaan dan een anekdote. Ze laten zien hoe het leven vroeger was op Curaçao, maar ook hoe het nu is en vooral hoe divers mensenlevens kunnen zijn.

Maria ‘Shon Chia’, de verteller in het titelverhaal, zie je voor je. Zittend in haar schommelstoel op de porch is ze het schoolvoorbeeld van de orale traditie. Als ze vertelt, komt het verleden tot leven. Haar verhaal over Melitza en Beta gaat terug naar de tijd toen er nog slaven en plantages op Curaçao waren. Elodie Heloise maakt listig gebruik van een raamvertelling, stort je meteen in de gruwelijke wereld van de slavernij en buigt het verhaal op het eind om tot een spookverhaal. ‘Woestijnzand’ beschrijft het barbaarse gedrag van de plantagebezitters. Het gaat over mishandeling, verkrachting en moord. We lezen over een ‘bomba’, een opzichter op de plantage. Hij is een lichtgekleurde man die ter wereld is gekomen doordat een blanke vrouw vertier zocht met een neger. Iemand die nergens bijhoorde en daardoor uiterst geschikt was zweepslagen uit te delen. Het waren vooral zijn frustraties die neerdaalden op zijn zwarte broers en zusters… De zoon van zijn meester valt op een slavin en verkracht haar tot er een kind van komt. ‘Je plant je zaad niet in een negerin. Geen zwarte bastaarden op deze plantage.’ Het is aan de ‘bomba’ om dit probleem op te lossen. Heel soepel laat Heloise het verhaal en de momenten dat het van commentaar wordt voorzien door de verteller, in elkaar overgaan. Het doet mij denken aan de oude Gothic novel, het spookverhaal van lang geleden, maar dan in een heel nieuw jasje.

Elodie Heloise vindt haar verhalen niet alleen in het verleden. Ook het heden biedt materiaal aan. In ‘Dutch Treat’ komen we drugs en corruptie tegen in de dialogen, terwijl het personage in het verhaal vooral discriminatie te verduren heeft. Toch is het een hilarisch verhaal. Heloise weet je steeds weer aan het lachen te krijgen. Neem een opmerking als: ‘Een Curaçaoënaar met een jas aan is zoiets als een Eskimo in een bikini.’In ‘De cycloop’ lezen we hoe het is om een tropische storm mee te maken. ‘Het zijn vriendelijke namen, als die van een buurmeisje of een lievelingsoom, maar wie hen ontmoet heeft, weet welk geweld er achter hen schuil kan gaan. Huizenhoge golven, schuimbekkend water en windvlagen, gek van razernij. De kust wordt opengereten, de onderwaterwereld gesloopt, alles op het land wordt met de grond gelijkgemaakt.’

‘Bitterzoet’ is ook zo’n verhaal over het alledaagse leven op Curaçao. Hoofdrolspelers in dit drama zijn Alfredo, een man die amper bij zinnen is en op straat leeft, zijn vriend El Chino en dokter Ricardo. Alfredo en El Chino waren verliefd op het buurmeisje van de dokter en dus rivalen.

‘El Chino, een diepzwarte neger met spleetogen, heeft net zoals zovelen in de Penstraat een eigen verhaal. Volgens overlevering werd zijn betovergrootmoeder, een sterke negerin met smaragdgroene ogen, ervan verdacht een affaire te hebben gehad met een Chinese immigrant. Zij had dit verhaal nooit ontkend maar ook nooit bevestigd. Ze had de geruchten simpelweg genegeerd omdat zij van mening was dat mensen toch altijd denken wat ze willen denken. Maar enige generaties later kwam het bewijs van haar vermeende overspel alsnog naar boven. In de vorm van El Chino.’

Als vrienden droegen ze uiteindelijk de kist van het meisje naar de begraafplaats. Elodie Heloise laat met dit verhaal zien welk verhaal er achter een dakloze drugsverslaafde kan schuilgaan. Het rauwe realisme dat ze in dit verhaal gebruikt, staat haaks op de sprookjesachtige sfeer van het verhaal ‘Schelpenvlees’. Het thema: De zee geeft, de zee neemt, had ook een oud Nederlands schippersverhaal kunnen betreffen. Heloise geeft het echter een heel eigen toon doordat Janchi, de visser in het verhaal, een relatie aangaat met de ‘Blauwe dame’. Wanneer Janchi’s vrouw Eleonora zwanger wordt, breekt de zee uit jaloezie zijn benen. Het is het begin van het einde van de liefde tussen Janchi en Eleonora. ‘Schelpenvlees’ heeft de potentie met de jaren een van de legenden van Curaçao te kunnen worden.

‘De bloedende boom’ laat, net als het verhaal ‘Woestijnzand’, zien hoe sterk de kracht van voodoo kan zijn. Ook als de blanke er niets van gelooft en het als idioterie afdoet, ontkomt hij niet aan de gevolgen ervan. Mai Fiti is de enige die het probleem kan oplossen.

‘Een kordaat klein vrouwtje stapt naar voren. Ze draagt een feest aan kleuren. Twee gouden creolen bungelen aan haar oren, en het haar heeft ze weggestopt onder een bonte hoofddoek. Het gezicht van de vrouw is verrassend fijn gesneden maar oud. Ze heeft meer rimpels dan het Spaanse Water dat bespeeld wordt door een windvlaag, en er staat geen fatsoenlijke tand meer in haar mond.’

Bovenstaande passage is typerend voor het proza dat Elodie Heloise schrijft. Het leest vlot, de taal staat in dienst van het verhaal en af en toe verschijnen er pareltjes. De korte en lange verhalen in Woestijnzand geven het leven op Curaçao perfect weer. Door steeds weer nieuwe invalshoeken te kiezen, schetst Elodie Heloise hoe de bewoners van dit Caribische eiland leven en leefden. Vooral in de langere verhalen van de auteur zie je het verteltalent naar voren komen. Het zou mij dan ook niet verbazen als haar volgende boek een roman zal zijn. Als die met net zoveel plezier en compassie geschreven wordt, heeft Curaçao er weer een belangrijke schrijver bij. Woestijnzand is een verrassend hors d’oeuvre en hopelijk de opmaat naar een groots literair diner.

[Bron: Literatuurplein.nl]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter