Wodan en de chocolade letters
door Christine F. Samson
Duizenden jaren geleden…..
…..toen de Germaanse god Wodan op zijn 8-benige, witte paard Sleipnir door het hemelruim galoppeerde, met een vreemd hoog hoofddeksel op, een bliksemstraal als speer in z’n hand, z’n wijde mantel en lange, witte baard wapperend in de wind,…….
……toen zijn knecht Oel door het rookgat in de daken van de hutten de offergaven van de oogst: graan, hooi, wortelen, noten, droge appeltjes, inspecteerde die de mensen voor Wodan en zijn paard bij de stookplaats hadden klaargezet in een laars van berenvel, een houten klomp of een geitenwollen sok (en Oel van zo’n inspectie zo zwart werd als roet), …….
……toen Wodan levenszaden en runen (letters) strooide voor de mensen, alsof het pepernoten waren…….
…toen vermoedde natuurlijk niemand dat diezelfde Wodan naar wie onze woensdag is genoemd en die de god was van leven en dood, van kennis en wijsheid, van handel en vruchtbaarheid, en ook van de taal en dan vooral van de poëzie, ons nu, via Sinterklaas en Santa Claus-de-Kerstman zou inspireren tot het zingen van liedjes als “Sinterklaas Kapoentje” en “O Dennenboom”, tot het schrijven van gekke gedichten, het zetten van de schoen of het hangen van een sok bij de schoorsteen (die wij in Suriname niet hebben) en last but not least het verorberen van b.v. chocoladeletters en kerstkransjes.
Christelijke zendelingen die het evangelie in de 7deeeuw aan die Germanen kwamen brengen, moesten al hun fantasie in stelling brengen om hun bekeerlingen te overtuigen van de slechtheid van hun heidense gewoonten, waaronder een altijd-groene boom in huis zetten en die versieren. Toen dat niet lukte, haalden ze de heilige (=sint) weldoener en kindervriend Nicolaas uit Turkije, resp. Italie/Spanje erbij, die met zijn bisschopsmijter, tabberd, staf en lange, witte baard sprekend op Wodan leek. Tot groot verdriet van sommige afro-surinamers in Nederland maakten ze van Oel een in-VOC-pakje-gestoken knecht die almaar moest klimmen met een grote zak op zijn rug door schoorstenen met een bezem om het roet weg te vegen, om de gaven voor de Sint en zijn schimmel naar boven te halen en cadeautjes en lekkers van hem achter te laten.
“Wie zijn kinderen liefheeft, spaart de roede niet”, was daarbij het Bijbelse motto. Sinterklaas werd trouwens ook goedheiligman genoemd en dat betekende: goed-hylikman oftewel goede huwelijksman, terugkoppelend naar Wodan die jonge dames kon verrassen met een huwelijkskandidaat, waarvan de speculaas- en taaitaaipoppen dan weer een eetbare weergave werden.
Dat de commercie uiteindelijk Sint, Piet en Kerstman heeft gecoupt en naar Sranan heeft gebracht, daar trappen via geraffineerde reclame heel veel landgenoten in zonder de achtergrond te weten. Wel, nu weet u het in elk geval: het zijn heidense, Germaanse figuren die hier niet thuishoren. Des temeer in Nederland waar Sint en Piet zich thuis voelen en zich op koude winterdagen op de daken begeven, net als de kerstman met zijn slee, en schoenen en sokken vullen, beiden in navolging van hun grote voorgangers: Wodan en Oel!
Mijn enige snoepzonde is chocola, dat weten al mijn familieleden, vrienden en kennissen, zo bitter mogelijk en zonder noten, aub. Gecombineerd met mijn voorliefde voor letters in woord en geschrift, worden zo Sinterklaas en Kerst voor mij toch nog hapklaar en verteerbaar gemaakt.
Bedankt voor jullie uitleg over Wodan en Sinterklaas.
http://www.runen-chocoladeletters.nl