blog | werkgroep caraïbische letteren

Winti is meer dan een kotiluku

door Jerry Dewnarain, na een gesprek met Juliën A. Zaalman

Winti is veel meer dan wat er in de kampu of elders gebeurt. Het houdt veel meer in dan de kot’luku, a dansi, a bar’ winti, a prei fu, a obya of fu abi a moro bigi winti. Het gaat om het uitdragen van principes die de moraal van winti aangeven. Door het toepassen van deze moraal in hun dagelijks leven weten de aanhangers wat ze moeten doen om goed te leven. Degene die een bonuman benadert om evenwicht te brengen in z’n geestelijk leven, zal te horen krijgen wat wel of niet kan en als de persoon zich aan de adviezen houdt, zal hij z’n leven zinvol kunnen benaderen. Het leven zou leeg zijn zonder de kracht van een hogere macht en die hogere macht is de geest die maakt dat het leven bestaat. Winti leert de mens om vertrouwen te hebben in z’n leven. Door vertrouwen te hebben in wat je kan als mens, kun je harmonie en rust opbouwen in je leven.

Winti is ontstaan in de slavenperiode en heeft een ontwikkelingsproces van bijkans 230 jaar onderdrukking doorlopen. De slaven – uit verschillende stamgebieden – hadden per stamgebied hun eigen geestelijke belevingswereld. Hieruit werd het geestelijk kader van winti gevormd. Winti is voor een belangrijk deel gebaseerd op de Afrikaanse geloofsgedachte, met zicht op de waarden en normen van het hedendaagse leven en de dynamiek van de toekomst. Velen in de samenleving zien winti – uitgaande van de ontstaanswijze – meer als een cultuuruiting. Voor een belangrijk deel heeft winti te maken met gewoontes die zijn overgedragen door de slaven. Het zijn deze gewoontes die zich ontwikkeld hebben naar Surinaamse maatstaven. Het gaat dus om cultureel erfgoed uit een eeuwenlang verleden. De nakomelingen in Suriname van deze Afrikanen zijn uiteraard de erfgenamen van dit cultureel erfgoed.

Maar in winti gaat het niet alleen om gewoontes, maar ook om principes en ideeën die een geestelijk kader tot stand hebben gebracht. De beleving hiervan heeft met geloof, geloofsovertuiging en geloofsaanname te maken. Gelovigen halen met het aannemen van de principes en/of ideeën, de band aan met Anana. Op deze wijze beseffen gelovigen de kracht van de creatie en de invloed van het bewustzijn op het leven. Hierdoor weten gelovigen dat zonder het besef van tegenstellingen de mogelijkheid tot het maken van keuzes er niet is en dat de mens mede daardoor niet zou weten wat te doen. In overweging nemend dat het fundament van winti door geloofsarchitecten is gelegd. Dit fundament laat blijken hoe de geestelijke bovenbouw zich verhoudt tot het menselijk leven. Het verhaalt de invloed van het verleden op het hedendaagse, met daarbij de levensbeschouwelijke elementen die het menszijn karakteriseren.

Binnen de opbouw van het geestelijk denken wordt eveneens beschouwd de band met Anana, de functie van de akara en het geweten, de waarde van het voorbije leven, de kennis en invloed van tegenstellende waarden op de levensgang, de waarde van de individuele mens binnen het collectief, de wintimoraal en de wijze om tot geloof te komen in Anana – door toepassing van religieuze gebruiken (ceremoniën en rituelen). Het gaat in winti om het nastreven van geestelijke verheffing en eenieder die dat wenst, vindt hierin heil. Anana is volgens de geloofsprincipes de bron van de ethiek, waarbij alles binnen de grenzen van het logische gebeurt. Aangenomen wordt dat de akara van een kind zuiver is tot z’n zevende jaar. Daarna beleeft het kind z’n eigen leven en kan eigendunkelijk het goede/kwade aannemen of wegstoten.

Winti wordt door christenen vaker bekritiseerd ten eigen voordeel. Een tergend probleem is dat vele wintigeestelijken vaker grijpen naar bijbelse teksten om rechtvaardiging te zoeken in wat ze doen. Steeds wordt door hen naar de christelijke opvatting van geloofsbenadering gegrepen. Dat is de invloed van het koloniaal denken dat doorwerkt op het nageslacht. Winti wordt door vele wintileiders niet als zelfstandige geloofsleer benaderd, ondanks ze door hun gave de overdragers bij uitstek zijn. Hierdoor is winti tot op heden als leer filosofisch nauwelijks ontwikkeld. Hedendaagse wintigeleerden verwoorden winti veelal vanuit de optiek: ‘san den kisi fu den bigisma’ in combinatie met hun christelijke achtergrond. Hierin moet natuurlijk dringend verandering komen om verdere verpaupering tegen te gaan. Er moet meer diepgang zijn in de benadering. In winti gaat het om het geloof in Anana Keduaman Keduanpon en de mens staat daarin centraal met z’n leefgewoontes en gebruiken. In het leven gaat het om het overtuigd zijn van wat je doet en weten dat het kwade niet boven het goede mag prevaleren. Niets is groter dan er een gezonde levensstijl op nahouden. Hiermee voed jij jezelf op. Het gaat om goed doen en niet omzien. Het gaat volgens winti niet simpel om het principe: ‘Goed of slecht leven om goed/slecht te sterven’. Door de praktijk van het leven kan de uitkomst een omgekeerde werking hebben. Het is de realiteit die dat zo verwoordt.

Natuurlijk mag je als mens verwachten dat je door goed te doen, het goede terug ontvangt. Deze verwachting is een vorm van hopen. Je hoopt dat het kwade ver uit je buurt blijft. In winti geldt namelijk die ene oerwet boven alles en dat is zuiver leven. Een ander ding is weten wat je waard bent en doen wat je doen kunt om vooruit te komen. Ook moet je ervoor zorgen dat je nageslacht het beter heeft dan jij het gehad hebt. Respect hebben voor je verwekkers, meerderen en ouderen zijn belangrijke normen die zin geven. Wat je niet wilt dat een ander je aandoet, mag je een ander ook niet aandoen. Beslis niet voor de ontneming van het leven van een ander, en ontneem niet je eigen leven. Dit zijn allemaal zaken die behoren tot de wintimoraal.

Twee recente boeken van Juliën A. Zaalman over winti zijn: Bàsì Ramon Mac-Nack, Een spirituelebiografie van Stichting Tata Kwasi Ku Tata Tinsensi, Paramaribo, 2010. En: A Nyame. Een uiteenzetting van de Winti-leer, Paramaribo, 2012.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter