blog | werkgroep caraïbische letteren

Winnetou is de ideale mens

Nu zijn Duitse en Nederlandse uitgever Karl May cancellen, betoogt Ger Groot dat zij diens werk verkeerd lezen. May had een hardnekkig geloof in menselijke gelijkheid.

De Winnetou-uitgave van Uitgeverij IJzer

door Ger Groot

Uitgeverij Meulenhoff Boekerij heeft met onmiddellijke ingang de boeken van Karl May met de indiaanse held Winnetou uit de handel genomen. Ze volgt daarin de Duitse uitgeverij Ravensburger Verlag die, na kritiek van activisten op het ‘geromantiseerde’ en ‘clichématige’ beeld van de inwoners van Noord-Amerika, Mays Winnetou-boeken onverenigbaar achtte met haar strijd voor diversiteit en tegen culturele toe-eigening. „Het was nooit onze bedoeling met deze titels de gevoelens van anderen te kwetsen.”

Over gekwetstheid valt moeilijk te twisten, want gevoelens zijn nu eenmaal alleen toegankelijk voor wie hen zelf koestert. Of ze terecht zijn, is een andere zaak – en daarover zou het moeten gaan. Is het Wilde Westen dat May beschrijft ‘geromantiseerd’? Ongetwijfeld, want dat is precies wat er in elke roman gebeurt. De werkelijkheid wordt er enigszins in geordend opdat ze vervolgens nog altijd een stuk ingewikkelder blijkt dan de échte vooroordelen van de lezers zouden willen.

Pasmunt

Wat waren die in het derde kwart van de 19de eeuw, toen May zijn boeken schreef? Racisme en de overtuiging dat er tussen verschillend gekleurde mensen moreel en cultureel een duidelijk ‘hoger’ en ‘lager’ was, waren nog pasmunt. May keerde zich daar met niet aflatende ijver tegen. Bij monde van zijn alter-ego Old Shatterhand verklaart hij onomwonden „dat ik geen ras voor beter dan een ander houd, want er zijn bij alle volken en in alle landen goede en ook slechte mensen”.

Mays verhalen bevestigen dat. Hoe ‘clichématig’ zijn indianenbeeld volgens zijn critici ook zou zijn, May beschrijft de verschillende indianenstammen als duidelijk verschillend, en – veel belangrijker nog – ook de individuen bestrijken alle nuances van de morele regenboog.

Zijn leven lang werd May bestreden door de pilaarbijters van zijn tijd

Aan de zijde der blanken is dat niet anders, maar als May érgens zijn vitriool laat vloeien dan is het hier. „Wat een verschil tussen mijn witte metgezellen en deze door hen verachte indianen!” schrijft hij. Vrijwel onvoorwaardelijk neemt hij het voor de laatsten op. „Het land dat ze bewoonden was ontegenzeglijk van hen, het werd hun afgenomen. […] Als de roodhuiden opkwamen voor hun rechten, werd dat beantwoord met kruit en kogels…”

Fel keert May zich tegen het Amerikaans racisme en de Klu Klux Klan en (in zijn verhalen in de Arabische wereld) de daar nog altijd welig tierende slavenhandel. Even onbarmhartig geselt hij de natuurvernietiging die de Europeanen in Amerika aanrichten. „Als de buffalo nu uitgestorven is, dan is dat alleen de schuld van de blanke.” Op al deze gebieden was Karl May zijn tijd ver vooruit.Lees ook:Winnetou is terug: kan dit boek eigenlijk nog wel?

En Winnetou? Wanneer deze Old Shatterhand ontmoet, heeft hij het gedicht Hiawatha van Longfellow in de hand. De ‘wilde’ doet met het lezen van deze door May zelf zeer bewonderde auteur cultureel niet onder voor de Europeaan. Winnetou is uiteindelijk Mays grootste held: de mens zoals hij bedoeld is te zijn. Een cliché, ja misschien, maar dat zijn nu eenmaal alle helden: stempelfiguren (dat betekent ‘cliché’) die de lezer ter navolging worden voorgehouden.

Zelfgebrouwen amalgaam

Is dat ‘culturele toe-eigening’? Eerder is het een hardnekkig geloof in de menselijke gelijkheid. Dat betekent géén pleidooi voor culturele gelijkschakeling, maar betekent wel dat alleen op grond dáárvan een vreedzaam bestaan tussen alle volkeren mogelijk is. May zelf noemde dat ‘christendom’; het zelfgebrouwen amalgaam dat hij daaronder verstond komt nog het dichtst in de buurt van wat wij ‘humanisme’ noemen. Dat is óók de grondslag van de kritiek die Karl Mays boeken nu uit de boekhandel verdrongen hebben. Noem het wrange ironie. Of erger: de onwil de eigen afkomst en geschiedenis te willen kennen.

Uitgeverij Meulenhoff

Als Mays verdienste als schrijver érgens ligt, dan is dat niet in zijn stijl, de originaliteit van zijn plots of de diepte van zijn filosofisch-theologische bespiegelingen. Het bestaat in zijn creatie van een cultureel icoon dat collectief cultureel erfgoed geworden is: het personage ‘Winnetou’ bij May is de ideale mens: geen blanke, geen Europeaan, geen ariër. Hij is iemand die uitdrukkelijk niet was zoals zijn lezers waren, zoals ook de werelden die May in zijn imaginaire reisverhalen beschreef anders waren dan zijn lezers zich ooit hadden kunnen voorstellen. Hij opende hun de ogen voor juist die diversiteit van de wereld uit naam waarvan zijn critici nu tegen hem te hoop lopen. Het zou hem zelf niet verbaasd hebben. Zijn leven lang werd hij bestreden door de pilaarbijters van zijn tijd, die hem ook toen al hun gekwetstheid in het gezicht wierpen.

Twee jaar geleden bracht de kleine uitgeverij IJzer weliswaar een nieuwe vertaling uit van ‘Winnetou’, het eerste deel van de cyclus. Toch zou men May standvastiger uitgevers toewensen dan hem nu ten deel zijn gevallen. Terwijl Salman Rushdie nog in het ziekenhuis ligt omdat ook over zijn werk mensen ‘gekwetst’ zijn, laten Meulenhoff en Ravensburger Verlag zien dat hun ontzetting daarover weinig zoden aan de dijk zet. Wat is erger, hun morele wankelmoedigheid of hun kennelijke onbegrip van wat literatuur eigenlijk is en wil?

Ger Groot is schrijver en filosoof.

[Uit NRC, 26 augustus 2022 om 13:35. Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 27 augustus 2022.]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter