blog | werkgroep caraïbische letteren

Wilgo, Surinamer

door Sharda Ganga

Mijn hart is bezwaard, mijn gemoed vol. Wilgo Baarn is niet meer bij ons. Ik heb er geen woorden voor, dacht ik. Geen woorden? Als Wilgo me dat had horen zeggen, zou hij in een bulderlach zijn uitgebarsten. En kijk, hij zou gelijk hebben.

 

Wilgo Baarn. Foto Facebook

Jaren geleden werd mij gevraagd om iets te doen voor de katholieke kerk. Het leek mij een interessante opdracht en ik voelde me gepast vereerd, tot ik me realiseerde dat er misschien een klein probleempje kon zijn. U weet toch dat ik geen katholiek ben, vroeg ik de gesprekspartners. Sterker nog, ratelde ik door om de gevallen stilte te doorbreken, ik ben niet eens christen. Ja, maar wij zien je in de kerk, reageerden zij verbaasd. Oh, antwoordde ik, ik ga ook naar winti prey. Waarmee ik ze eigenlijk wilde zeggen: ik kom overal, en ik doe met alles mee.

Dat ik dat deed, en dat ik dat kon, kwam voor een groot deel vanwege Wilgo Baarn en zijn Friede. “Jullie hebben me vernegerd”, riep ik weleens gekscherend tegen Wilgo en Friede. Dan lachten we samen, want ze waren het soort mensen dat dit soort humor wel kon waarderen. Ze wisten dat ik dat, wat sommigen als belediging ervaren, als een compliment droeg. Dat ik daarmee bedoelde dat ik dankzij hen ook andere dan de mij bij mijn geboorte toebedeelde delen van de Surinaamse cultuur met me kon meedragen en daardoor uit mijn hokje kon komen. En eenmaal uit het mij toebedeelde hokje, kreeg ik Suriname cadeau.

Het was waar, dankzij hen kon ik me onderdompelen in de Afro-Surinaamse cultuur, kwam ik tijdens gitzwarte zaterdagnachten op Paraplantages terecht, leerde ik de echte betekenis van liedjes die we gedachteloos zingen en leerde ik mee te deinen in kringen terwijl de drums hun verhaal vertelden. Toen de dichteres Johanna Elsenhout zich erover verbaasde dat ik, “so wan pikin koeliemeisje”, haar poëzie kon begrijpen en vormgeven, was dat dankzij de lessen die ik had geleerd door mee te lopen en alles af te kijken van Wilgo en Henk Tjon (Johanna Elsenhout kon de voorstelling, georganiseerd door de Nationale Vrouwen Beweging ter gelegenheid van haar tachtigste verjaardag erg waarderen. Dat liet ze blijken door haar schoenen naar ons te gooien).

Wat Wilgo heeft betekend voor Suriname is niet in een paar honderd woorden uit te drukken. Hij was niet gewoon een cultuurdrager, of een theatermaker, hij was het ultieme: hij heeft, samen met Friede en samen met Henk Tjon onze cultuur helpen vormgeven. Ja, de Afro-Surinaamse cultuur stond voor hem centraal, maar het was altijd vanuit een diep respect voor alle andere culturen. Ik heb hem nooit kunnen betrappen op ook maar enige vorm van afstandelijkheid, wantrouwen of miskenning naar mensen met een andere kleur, een ander geloof, een andere cultuur. Nooit op een hint van een idee dat zijn cultuur beter was, of dat hij meer recht had om zich Surinamer te noemen dan een ander. Daar kunnen velen van leren.

Wat Wilgo deed, was ook nooit bedoeld als zelfpromotie of gericht op zelfverrijking. Maakte je hem een compliment, dan veranderde die grote man in een verlegen jongetje. Als ik straks mijn computer uitdoe, ga ik naar het huwelijk van mijn collega Charissa. Het bruidspaar heeft ervoor gekozen om zijn cultuur te eren in zijn klederdracht, en in andere aspecten van zijn dag. Is het niet ook dankzij het werk van mensen als Wilgo, Friede en hun Naks dat dit steeds meer gebruik wordt? Het zijn twee jonge mensen van wie ik denk: you can go places, jullie hebben alles om veel te bereiken. Mijn wens is dat zij zich op hun weg en in hun keuzes laten leiden door de lessen van Wilgo.

[uit de Ware Tijd, 08/07/2017]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter