blog | werkgroep caraïbische letteren

Wij zijn de Bickers

door Hilde Neus

De auteur van Wij zijn de Bickers is meer bekend als romanschrijfster. Ik ben het hier met haar eens: vaak roept de werkelijkheid meer verwondering op als een verzonnen verhaal. Simone van der Vlugt is gedoken in de geschiedenis van de familie Bicker,  is daartoe teruggegaan tot de veertiende eeuw en heeft allerlei archiefmateriaal door haar vingers laten gaan, van geschreven bronnen als brieven en dagboeken. De Bickers maken deel uit van een regentenfamilie in Amsterdam. Bickereiland roept hun naam nog op. In de zestiende eeuw nemen ze hun positie in te midden van de stadselite en vergaren hun rijkdom in de Gouden eeuw.  

Uit bronnen blijkt  dat veel leden van enkele belangrijke families de dienst uitmaakten in de Republiek. Er werd zelfs gesproken over regeringsfamilies; erfelijke dynastieën. Dit leidde tot nepotisme, wat uitmondde in benoemingen op belangrijke bestuursposten, ook binnen het Amsterdamse stadsbestuur. De handel op Oost en West leidde ertoe dat ook burgers kapitaal vergaarden en een stem wilden in het bestuur. Van der Vlugt beschrijft hoe de Bickers door handel een fortuin konden vergaren en zich zo inkochten in belangrijke posities in de stad.

Vanaf 1635 maakte de West-Indische Compagnie deel uit van de slavenhandel, met bewindhebber Cornelis Bicker voorop. De auteur gaat er vanuit dat hij dacht als velen met hem: het handelen in mensen met een andere huidskleur was geen probleem, want velen deden dat. Ze verontschuldigden zich met Genesis 9; de vloek over de nakomelingen van Cham, een van de zoons van Noah. De voorstanders van de slavernij  vonden er hun excuus in. Ook zo in Jeremiah 13:23-25. Hierin zouden de zogenaamde Ethiopiërs verstrooid worden als kaf op de wind, ‘… want dat is hun lot, zo luidt het woord van de heer; daar gij mij hebt vergeten en op de lege uw betrouwen gesteld.’

Slavenhandel in Nederland was verboden, een mens kon geen bezit zijn van een ander, dat was tegen de christelijke waarden. Iedereen die voet zette op Nederlandse bodem was automatisch vrij. Portugezen probeerden in Amsterdam wel een slavenmarkt te houden van mensen die daar terecht waren gekomen, maar het stadsbestuur hield dat tegen. Veel handel had zijdelings met de slavernij te maken, denk maar aan koffie en suiker of de bouw van schepen, waarvan er zeker een aantal op de werven op Bickerseiland zijn gebouwd. Cornelis Bicker had enkele zeer winstgevende jaren als handelaar in slaven, maar in 1628 trok hij zich terug. Zijn zoon Gerard nam het over en was mede-eigenaar van het slavenschip Vrede, dat op Barbados voer en daar in 1655 in totaal 250 slaven afleverde. In 1737 kwam de WIC door wanbeleid en interne kwesties in financiële problemen en vele rijke betrokken families gingen uit de slavenhandel. Duidelijk is wel, dat de familie Bicker goed verdiend heeft aan de handel op de West.          

Simone van der Vlugt trekt de lezer het oude Amsterdam in en maakt het leven uit die tijd haast zichtbaar en tastbaar. Ook met relevante illustraties brengt zij de Bickers in deze tijd. 

Simone van der Vlugt, Wij zijn de Bickers. Amsterdam: Prometheus, 2019.


De geschiedenis volgens Bicker

In tegenstelling  tot Wij zijn de Bickers, een studie over een familie gedurende enkele generaties, gaat dit boek specifiek over één lid van de familie: Jan Bernd Bicker. Hij was een telg uit het befaamde Amsterdamse handelsgeslacht dat vele burgemeesters voortbracht. Als een voorvechter van democratische hervormingen (een patriot) en een fel tegenstander van Willem V van Oranje documenteerde hij zijn leven en de verwikkelingen van zijn tijd (1746-1812) in dagboeken, memoires en aantekeningen. Hij bewaarde talloze brieven, ook die van zijn familie, want hij wilde zijn kant van het verhaal vertellen. In deze studie komt Bicker steeds meer zelf aan het woord.

Hij stond bekend als een van de ‘vinnigste’ van alle patriotten en men schreef overwegend negatief over hem. Omdat hij een deel van de aristocratie was, werd zijn strijd voor het volk niet serieus genomen.   

Op 15 oktober 1787 ontvluchtte Jan Bernd Bicker Amsterdam, verstopt in een trekschuit. Overal in de Nederlandse Republiek werd er gevochten en geplunderd. Bicker was er niet meer veilig. De democratische revolutie waarvoor hij zijn positie als stadsbestuurder, zijn voorname familie en zijn thuis op het spel zette, is mislukt. Bicker reist met zijn vrouw en negen kinderen zeven jaar lang van avontuur naar avontuur door een woelig Europa. Zijn belevenissen – grote historische gebeurtenissen en alledaagse voorvallen – zijn weergegeven in de geschiedenis volgens Bicker, waarin het persoonlijke verhaal van een van de grondleggers van de Nederlandse democratie is verteld. De lange strijd tussen de volgers van het huis van Oranje en de patriotten komt zo tot uitdrukking. Maar dit is tegelijkertijd een geschiedenis van Europa tijdens de Verlichting en de revolutie.

Mariëlle Hageman, De geschiedenis volgens Bicker. 1746-1812. Amsterdam: Uitgeverij Van Oorschot, 2018.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter