blog | werkgroep caraïbische letteren

Wie waren de vroege strijders tegen Apartheid In Nederland?

Terugblik op Sharpeville Demonstratie, Den Haag 1960

door Tjebbe van Tijen

“1 VOLK DE MENSHEID” en “OOK NEGERS ZIJN MENSEN ALS BLANKEN”

Wij zijn in Den Haag in het jaar 1960. Ruim één week na het bloedbad van Sharpeville in Zuid Afrika en de leuzen die hier meegevoerd worden mogen ons vreemd voorkomen, aangezien we het woord NEGER nu uit onze taal gebannen hebben, waarmee niet gezegd is dat het uit het denken is.
Eén van de sprekers was Otto Sterman, toneelspeler en sportsman uit een roemruchte familie artistiek, sportief, gelovig en politiek bewust..
De mee te voeren demonstratieleuzen vinden we al op zaterdag ervoor terug afgedrukt in dagblad De Waarheid.
Laat al diegenen die de beschuldigende vinger op deze partij van Stalin en zijn Goelag richten, niet vergeten dat het anti-racisme in Nederland juist in die kringen steeds uiterst sterk geweest is.
Daar waar de sociaal-democraten nog bloed aan hun handen hadden met het steunen van vergeefse pogingen om het koloniale Nederland in stand te houden (politionele acties in Indonesië) en Willem Drees Zuid Afrika nog als een ‘blank land’ zag, riepen de Partij Communisten op om dienst te weigeren en niet deel te nemen aan de verlate koloniale oorlog van Nederland… met al de consequenties voor hen die hier aan gehoor gaven (zijn zij ooit gerehabiliteerd?).
Ook mensen van christelijken huize, met name Nederland Hervormde protestanten voeren hier het woord. Dit is de vroege basis van de latere anti-Apartheidsbeweging.
Op een dag dat wereldleiders elkaar verdringen bij een begrafeniswedstrijd in een voetbalstadion in Zuid Afrika om Nelson Mandela te eren, is het goed dit moment meer dan een halve eeuw geleden, in herinnering te roepen. Ik schrijf dat op als iemand die een langdurige afkeer van het staatscommunisme heeft getoond, en in staat is om verder te kijken dan al te simpele tegenstellingen als kapitalisme/communisme, vrij/onvrij, wit/zwart, blank/bruin.
Het Partijcommunisme is ook onderdeel van de geschiedenis van het African National Congress, het ANC en de daarmee verwante organisaties, zoals vakbonden. Dat heeft invloed gehad op doel en middelen van die beweging en de wedijveren met andere organisaties. Tot op vandaag treedt dat – dikwijls gewelddadig – naar buiten. (1)
Toch is het goed dit aspect van morele verontwaardiging over racisme en het vroege verzet tegen Zuid Afrikaanse Apartheid in Nederland vandaag te herinneren.
ERE DIE ERE TOEKOMT
Het waren zeker niet de Oranjes, die met het staatsbezoek en handelsmissie van Prins Bernhard aan het Apartheids Zuid Afrika in 1954, juist dat regiem een hart onder de riem staken. Daar deed de weigering van Koningin Juliana om Zuid Afrika te bezoeken, niets aan af. (2)
“Prins Bernhard is ‘n man so reg na die hart van die Suid-Afrikaners” kopte het Zuid Afrikaanse blad Die Burger begin oktober 1954 nog. En die ‘Suid-Afrikaners’ dat waren blanke Afrikaners, niet de zwarten, niet de kleurlingen.
kranten.kb.nl/view/paper/id/ddd%3A010613914%3Ampeg21%3Ap0…
===
(1) Zie mijn nieuws-tableau van 17/8/2012: “South Africa police shooting of miners NO SPORT in Rustenburg at the Marikana platinum mine”
www.flickr.com/photos/7141213@N04/7800965982/in/photolist…
(2) “De Nederlandse pers gaf in mei 1948 eensgezind blijk van teleurstelling toen de Nasionale Party (NP) van D.F. Malan met haar programma van apartheid de verkiezingen in Zuid-Afrika won. Behalve de uitgesproken pro-Duitsheid tijdens de Tweede Wereldoorlog van veel aanhangers van de NP, deed de voorgestelde apartheidspolitiek ook verdacht veel aan de nazi’s denken. Zo vroeg de redactie van Elseviers Weekblad zich “verbijsterd” af “welk een afschuwelijke toekomst” de zwarte Zuid-Afrikanen te wachten stond onder dit bewind.152 De Afrikaners voelden zich gekwetst. De Afrikaanstalige krant Die Burger schreef dat gezien de stamverwantschap tussen Afrikaners en Nederlanders “die Afrikanerdom die reg het om in die Nederlandse pers ’n ander toon aan te tref as in die Britse, Amerikaanse, Franse of Russiese.”153 Maar Vrij Nederland bleef duidelijk in de verwoordingen van hun mening en schreef in 1952 zelfs: “Wat Hitler in Europa is mislukt, wil Malan in Zuid-Afrika er door drijven.”154 In de Nederlandse politiek werd Vrij Nederland echter alleen in haar mening gesteund door de Communistische Partij Nederland (CPN). Geleid door anti-communisme en een opbloeiend gevoel van stamverwantschap, werd er in de jaren ’50 steeds meer begrip getoond voor de situatie in Zuid-Afrika, met het Cultureel Akkoord van 1951 als hoogtepunt. Apartheid werd gezien als een te verontschuldigen manier om een balans in stand te houden tussen de blanke minderheid en de grote zwarte meerderheid. Te verontschul- digen, omdat de blanken ook in Nederlandse ogen gelijk stonden aan christelijke beschaving en de gekleurde mensen het stempel onderontwikkeld opgedrukt kregen.155 Met name uit de kerkelijke kringen klonken stemmen dat het Afrikanerbeleid tegen integratie “niet ten onrechte” gevoerd werd om “de ondergang van de christelijke beschaving” in Zuid-Afrika te voorkomen.156 Daarnaast leek de apartheid een sterk wapen tegen het opkomende communisme, de chaos die na afschaffing zou ontstaan kon immers in het voordeel werken van de communisten. Tienduizenden Nederlanders emigreerden naar Zuid-Afrika, wat voor de Afrikaners een manier was om de overlevingskansen van de blanke samenleving te waarborgen, en door de regering werd het wederzijdse contact bevorderd.”
[“Die ‘Swart Skaap’ van de familie”; Anna Sietske Blok Studentennummer: 271567ab Begeleider: Prof.dr. D. Douwes Tweede lezer: Master Maatschappijgeschiedenis Erasmus Universiteit Rotterdam Juni 2009; p.41]
“…het bezoek van minister-president Willem Drees aan Zuid-Afrika in 1953.157 Tijdens dit bezoek deed de premier geen uitspraken over de apartheid of het ‘naturellenvraagstuk’ en sprak over Nederland en Zuid-Afrika als een moeder en een dochter. “Gij zijt geen vreemden, maar familieleden” citeerde een Afrikaanse krant de heer Malan tijdens het bezoek.158 Ook prins Bernhard, die het land in 1954 bezocht, sprak zijn hoop uit dat de vriendschap tussen Nederland en Zuid-Afrika altijd een weerspiegeling van hun hechte band zou blijven. 159 Die Burger schreef op 1 oktober 1954 over hun ‘vorstelijke gast’: “zijn komst is het meest doorslaande bewijs voor het medeleven van Nederland, zoals in zijn vorstenhuis verpersoonlijkt, met het volk van Zuid-Afrika.”160 Bernhard werd welkom geheten in Kaapstad, “die plek waar Nederlanders die eerste spruit van die Suid-Afrikaanse nasie in vrugbare aarde geplant het.” Hierdoor werd hij volgens Hendricks “nie net met die mond nie, maar as bloedverwant en kultuurverwant, ook met die hart, welkom geheet.”161 Het prinselijk bezoek werd gezien als een hoogtepunt van de betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika. Over het rassenvraagstuk wilde Bernhard zich niet uitlaten. Dit terwijl Malan in 1949 niet zo hartelijk ontvangen was door koningin Juliana, die de leider van Zuid-Afrika daarnaast confronteerde met het apartheidsbeleid en naar aanleiding daarvan aangaf Zuid-Afrika niet te zullen bezoeken. 155”
[“Die ‘Swart Skaap’ van de familie”; Anna Sietske Blok Studentennummer: 271567ab Begeleider: Prof.dr. D. Douwes Tweede lezer: Master Maatschappijgeschiedenis Erasmus Universiteit Rotterdam Juni 2009; p.42]
thesis.eur.nl/pub/6400/Blok.doc
[van Imaginarymuseum Projects]

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter