‘Wie vrede kent, vrede brengt’
door Christine F. Samsom
‘We moeten leren samenleven als broeders, of samen ten onder gaan als dwazen.’ Deze uitspraak van Martin Luther King staat als motto voorin het boekje Vrede kun je leren van de bekende historicus en schrijver David van Reybrouck en zijn al even beroemde vriend Thomas d’Ansembourg, jurist en psychotherapeut. Martin Luther King is één van de drie personen die uitgroeiden tot leiders van geweldloze bewegingen tegen kolonialisme, rassendiscriminatie, en sociale ongelijkheid en zij zijn onderwerp van een expo in Amsterdam. Vandaar dat dit boekje hier wordt besproken.
Lichamelijke hygiëne die we onze kinderen leren, is in betrekkelijk korte tijd gemeengoed geworden. We leren de kinderen minstens twee keer per dag hun tanden te poetsen, ’s morgens en ’s avonds te baden en steeds meer mensen hebben een toilet in huis. Toch was dat zo’n vijftig jaar geleden heel anders. De noodzaak van handen wassen voor het eten en nadat je naar de wc bent geweest, kenden onze overgrootouders niet en het belang van lichaamsbeweging in de vorm van gymnastiek werd niet ingezien. Gezondheidsleer is nu een vak waarin je kan afstuderen, wetenschappers hebben allerlei bewijzen geleverd en iedereen weet van calorieën, vitamines en bacteriën. Ouders en onderwijzers doen hun best om kinderen te leren hygiënisch en gezond te leven.
Maar hoe is het met onze geestelijke gezondheid? Wat doen we daaraan in de opvoeding? Er zijn zoveel mensen met psychische ziekten, depressies, burn-outs, drugsverslaving, huiselijk geweld….dat de Wereldgezondheidsorganisatie WHO de verbetering van de geestelijke gezondheid als prioriteit heeft gesteld. En dan gaat het niet alleen om persoonlijke, maar vooral ook om maatschappelijke psychische gezondheid.
Het boekje Vrede kun je leren geeft aan de hand van heel veel voorbeelden uit de wetenschap en ook uit het dagelijks leven aan, waarom het zo belangrijk is voor ons geestelijk welzijn om ons te verdiepen in opvoeding tot vrede. Denkers van vroeger en nu worden aan het woord gelaten. Wapengeweld was en is nu aan de (wan)orde van de dag, moord en doodslag wisselen elkaar af in de media, mensen vluchten in drugsverslaving, oppositie en coalitie gunnen elkaar het licht niet in de ogen, het milieu wordt ernstig vervuild, mensen ontvluchten bij duizenden hun geboorteplaats om het vege lijf te redden of te ontsnappen aan armoede, honger, ziekte. Wat is er aan de hand met onze prachtige aarde, vragen mensen zich bezorgd af. De schrijvers zelf zijn afkomstig uit een verdeeld land, België. David is Vlaming, Thomas een Waal. Alles in België is gescheiden in Vlaams en Waals, dus zij kunnen ervan meepraten. Maar zij hebben elkaar gevonden in hun gezamenlijke overtuiging dat het anders kan, dat je vrede kunt leren! Zij noemen grote denkers als de Dalai Lama die het initiatief nam tot de oprichting van het Mind & Life Institute, waar oosterse spiritualiteit onderzocht wordt door westerse wetenschappers. Wat doet meditatie met de menselijke geest? Of het werk van de ex-non en theologe Karen Armstrong die in het op haar initiatief geschreven Handvest voor Compassie er heel ‘simpel’ voor pleit ‘alle anderen te behandelen zoals wij zélf behandeld willen worden’ (p. 45). Dan werk je aan een vreedzame wereld. Of Thomas zelf die uitgebreid onderzoek deed naar het oplossen van conflicten, niet door ze te vermijden, maar door te praten en te luisteren. Neurowetenschappers die de hersenen bestuderen spreken tegen wat eeuwenlang werd geloofd, dat de mens door en door slecht is. Baby’s, kleine kinderen hebben al weet van empathie: ‘We zijn geprogrammeerd om goed voor elkaar te zijn’ (p.50). Ook is al bekend dat die empathie vermindert als we kinderen met geweld confronteren. En daarop kunnen we voortborduren in de opvoeding: sla niet, verneder een kind niet, straf zonder te kwetsen, laat kinderen niet naar gewelddadige films kijken, bevorder op school samenwerking en geen concurrentie.
Veel mensen vinden dit alles soft. De wereld zal nooit vrede kennen! Maar moeten we dan, zoals King zegt, ten onder gaan als dwazen? We hebben geen keus…
Het laatste hoofdstuk ‘De vreedzame samenleving’ geeft de gedachten weer van de schrijvers in de vorm van een tweegesprek. Beiden komen met ervaringen: Thomas met jonge terroristen, David met kindsoldaten in Congo. Bij beide groepen zagen zij onder de geradicaliseerde jongeren een grote behoefte ‘ergens bij te horen, erkenning te krijgen, zich te laten inspireren door een ideaal’. ‘Oorlog gaf werkelijk zin aan hun leven. Eindelijk hoorden ze ergens bij’ (p. 80). Dat is zorgwekkend. Onderzoekers en opvoeders moeten hierin een aansporing zien om juist in de opvoeding de nadruk te leggen op het ‘wij-gevoel. Niet ‘wij tegen jullie’, maar ‘wij allen, wij levenden’. In de conclusie staat het duidelijk: ‘…als echte vrede, duurzame, fundamentele en gezamenlijke vrede met persoonlijke vrede begint, is het in het algemeen belang absoluut noodzakelijk om massaal te investeren in echte geestelijke hygiëne’ (p. 97).
David van Reybrouck, Thomas d‘Ansembourg: Vrede kun je leren. 2017, De Bezige Bij, Amsterdam.
ISBN 978 90 234 8151 5