blog | werkgroep caraïbische letteren

Wie naar vroeger kijkt, gelooft niet in later

Tekst en foto’s Mineke de Vries

Een leugentje om bestwil is te zwak uitgedrukt voor het ingewikkelde web aan leugens waarin de spelers zich bevinden in de nieuwe voorstelling van Raymi Sambo. Het verbergen van haar zoon die Aids heeft, betekent het verbergen van schaamte. De hele voorstelling, die zich tot drie keer toe op identieke wijze inzet, is een spel waarin de kijker steeds verder in verwarring raakt. Wat is de waarheid en wie spreekt de waarheid? “De aanleiding is bij mij altijd een Caribisch gegeven, dat uiteindelijk breder te trekken is naar universele waarden.”

Raymi Sambo

Raymi Sambo

De kern in Aan niets overleden is de Antilliaanse schaamtecultuur. Op het toneel is het een wirwar aan ontkenning en verdraaiing, als kijker ga je twijfelen, aan de spelers, aan jezelf, aan de waarheid. Dat is ook de bedoeling, zegt Sambo: “Als bezoekers in verwarring zijn, is het geslaagd, ze moeten de diepere laag ontraadselen.” Het vergt doordenken wie uiteindelijk de echte leugenaar is. Ook het decor draagt daartoe bij. Op de woonkamer komen allemaal deuren uit, gesymboliseerd door uitsluitend kozijnen, ze zijn gesloten, maar je loopt er zo doorheen. Dat je ergens een deur kan openen en tussen de vier muren uit kan kruipen. Dat er ergens een deur moet zitten. Maar je weet nooit precies waar. De lampen flitsen aan en uit, kan de waarheid het daglicht niet verdragen? Er is continu gestommel en lawaai van de buren, maar zijn het wel de buren? Naarmate de tijd verstrijkt, rijzen steeds meer vragen.

Raymi Sambo (1) - kopie - kopie

Stilleven
De glasharde ontkenningen van moeder, gespeeld door Urmie Plein – Niets, er is niets aan de hand. Niets, hij is aan niets overleden – leiden in deze productie tot een oproep de stilte te doorbreken. Of zoals dochter Joyce (Jaike Belfor) het verwoordt: Ik wist niet wat een stilleven was. Ik dacht dat je stil leven bedoelde. Dat lijkt me zo moeilijk. Leven hoort niet stil te zijn. Je kunt wel stilleven, maar dan leef je niet. Niet echt, tenminste. Naast de thematiek van de schaamte is het een ode aan de onvoorwaardelijke moederliefde. Want de ontkenning komt voort uit liefde. Er verandert altijd veel. Daar moet je niet in gaan zitten woelen. Je incasseert, je accepteert. Simpel. Je incasseert, je accepteert. Vastklauwen en doorbijten. Dat is wat we doen. Dan lost het zich vanzelf op. Maar die liefde heeft haar keerzijde, want de dochter zegt: U klauwt zich in alles vast en ziet niet dat dat pijn doet.
Sambo, die de rol van Julius Florentina speelt, deed anderhalf jaar over de totstandkoming. “Ik heb die tijd nodig om alles in elkaar te vlechten, ik wil niet iets maken dat al gemaakt is. Het moet volledig nieuw zijn.”

Raymi Sambo (3) - kopie

Onderling samen
Het is inmiddels de zevende productie van zijn eigen theatergezelschap VIG, waarmee hij uitdrukking wil geven aan wat er onder de donkere bevolking leeft. Zo maakte hij eerder bijvoorbeeld. Huid en Op zoek naar Oom Tom. “Ik maak alleen gebruik van donkere spelers. Ik gebruik kleur om kleur te overstijgen. Je bereikt niets door halve keuzes, je moet je mond opentrekken. “ Met name de onderlinge strijd op de Antillen vindt hij het ergst. “Mensen houden zichzelf in een slaventraditie. We hebben het daar geleerd: verraad je een andere slaaf, krijg je zelf een hogere positie. Een survivalmodus van toen, die helaas nog steeds heerst. Ik heb mijn eigen moeder gezegd: de slavernij stopt bij mij. In Aan niets overleden zegt de moeder het als volgt: Hou op je oude wonden te likken, zo komt er nooit een korst op. Wie naar vroeger kijkt, gelooft niet in later. “In Op zoek naar Oom Tom heb ik proberen duidelijk te maken dat de schuld ook bij de Caribische mens zelf ligt, kijk wat we onszelf aandoen. Als de politieke situatie nooit één front vormt, als het onderling chaos en verdeeldheid is, ze elkaar de tent uitjagen, grijpt een ander in, logisch. Omdat je een kleine kwetsbare groep bent, is het des te belangrijker je te bundelen. Als je onderling niet samen bent, bepaalt een ander voor je. Ik wil mensen die spiegel voorhouden.” In Huid stond discriminatie tussen donkere mensen onderling centraal. “Wat doet het met je als je elkaar slechte eigenschappen toedicht: jij hebt een slechte neus, slecht haar. Het werd een familiedrama over die tekortkomingen.”
Sambo’s publiek is gemengd. Dat is overigens meteen te merken aan de reacties tijdens de voorstelling. Het aangrijpende einde van Aan niets overleden maakt Nederlanders heel stil, Antillianen gaan hard lachen. Eén van hen zei na afloop: “Ja die héle harde lach, dat was ik. Ik vond het zó spannend.”

Raymi Sambo (4) - kopie

Sambo is geen gemakkelijke regisseur, stelt hij zelf: “Ik stel hoge eisen, kan harde beslissingen nemen. Voel snel aan of iets gaat werken of niet. Ben niet het zoekende type Nederlandse regisseur, daar moet een personage altijd groeien, moet je het als acteur zelf bedenken. Bij mij is het: dit is je personage, zo gaan we het doen. Ik weet gewoon heel goed waar ik heen wil. Ik haal soms dingen uit mensen die ze zelf soms niet eens weten.” Als voorbeeld noemt hij dat hij elk jaar de groep-8 musical met een Hilversumse school maakt, waarbij in elf weken het meest verlegen meisje de sterren van de hemel speelt. “Kan dat met hen, kan het ook met anderen.”

Raymi Sambo (2) - kopie

Herder
Sambo stond er vanaf zijn vijftiende alleen voor, wat hem vormde in zijn de onafhankelijkheid. “Mijn moeder vertrok naar Curaçao, ik begreep dat ze hier niet kon aarden.” Wel had hij zijn zussen, bij wie ze introkken toen Sambo met moeder en broer op zijn twaalfde naar Nederland kwam vanwege de scheiding van zijn ouders. “Je weet hoe dat gaat, dolle boel die families met elkaar, ik woonde eigenlijk in twee huizen”, lacht hij. “Maar als ik terugdenk aan die tijd in de Bijlmer voelde ik me eenzaam en bang, durfde amper op straat te spelen, miste de vrijheid van Curaçao. Ondanks dat mijn moeder mij vanaf mijn vierde leerde rekenen, mijn zussen Pinkeltjes opstuurden om te lezen en ik zes jaar lang de beste van de klas was, lukte het niet op school, ik had niet de motivatie van Curaçao.” Tot zijn zeventiende ging hij elk jaar terug, daar bleef die vreugde, samen met vrienden films kijken, de stad in. “Daarna ben ik mensen kwijtgeraakt.”

Raymi Sambo (5) - kopie

Geboren in Stenen Koraal, deed hij zijn eerste schooljaren op de Emmy Bertholdschool. “Ik zie het nog voor me, wilde als moederskindje echt niet naar school, mijn zus sleepte me letterlijk mee.” Op zijn zesde verhuisden ze naar Suffisant, waar hij het Fatimacollege volgde. In de kerk van Suffisant stond Raymi voor het eerst op het podium. “Ik was uitverkoren om herder te zijn. Dacht alleen maar achter die microfoon: ‘Wat klinkt dat hárd!’ Ik had toen geen besef dat toneel ooit mijn werk zou worden.”

Wit theaterbestel

Ondanks dat zijn moeder hem verboden had danser te worden – daar word je homo van – zat hij bij zijn zus in een Antilliaanse dansgroep en op zijn negentiende meldde hij zich bij jongerenmusical Basta van John Leerdam. Toen ik vervolgens elke keer werd gescout besloot ik het echt goed te gaan doen, ik wil namelijk niet de les worden gelezen, wil alles zelf weten – ben een controlfreak – en ging dus toneelschool doen. Na een afwijzing de eerste keer, durfde ik het volgende jaar niet, maar op mijn 22e zette ik de stap. Tussendoor bleef ik producties doen, speelde in een Amerikaanse theatervoorstelling en in de Antilliaanse tv-serie In Holland staat een huis.” Van daaruit ging het hard. “Als ik speel ben ik gelukkig. Je moet zover komen dat je geen mogelijkheid tot twijfel meer hebt, dat je hebt gevonden wat je zocht. Daarnaast geloof ik er ook zeker in dat iets soms jou zoekt en dat je dan moet antwoorden.” Sambo was fanatiek op de toneelschool en werkte ’s avonds met Leerdam. “Mijn ijzeren discipline, die drive werd gewaardeerd. Ik kreeg de kans als donkere een hoofdrol te spelen in All Stars en kwam bij diverse film- en theaterproducties.” Toch merkte hij dat het lastig was. “Het Nederlandse theaterbestel is wit, wijst het andere af, het is Nederland op zijn kleinst. Maar ik besloot niet te klagen, en zelf dingen te gaan maken. Vandaar mijn eigen gezelschap.” Toch, zijn grootste wens blijft een grote speelfilm met alleen maar zwarte acteurs in de hoofdrol.

Raymi Sambo (6) - kopie

Overgrootvader
Overigens doet Sambo elk jaar een jongerenvoorstelling op Curaçao in La Tentashon. “Ik logeer dan boven Luna Blou, prachtig, zo midden in de stad.” De manier waarop zijn ogen schitteren als hij het over het eiland heeft, doet de vraag rijzen waar hij beter op zijn plek is. “Hoe graag ik ook zou willen, het niveau waarop ik hier speel kan ik daar helaas nog niet.” Voorlopig blijft het Nederland, maar hij is voorbereid ooit zijn eigen plek op Curaçao te hebben. “Ben ik op Curaçao, ga ik altijd terug naar het huis waar ik als kind woonde, mijn oude school. Ik sta daar gewoon een beetje te kijken, stom he, zal wel nostalgie zijn. Ik heb het daar zo fijn gehad, Suffisant was zo leuk, veel kinderen, veel vrienden, we waren altijd buiten. Als ik er nu kom, overvalt me een treurigheid, het is vergrijsd, er zijn geen kinderen op straat.”
Ook begon hij vorig jaar op Curaçao met een documentaire over zijn overgrootvader, op wie hij erg lijkt. “Ik eindigde bij mijn moeder, zijn kleindochter. Ze vertelde me zoveel en het gekke was, de dag erna stond ze ‘uit’.” Moeder is namelijk ernstig dementerend.

Strijden
Met zijn producties wil hij een brug slaan, verbinden. “Ik wil ook doorgeven wat ik zelf leerde. In Nederland moet je vooral niet de dingen benoemen die je goed kan, maar ik leerde in Amerika kwaliteiten te erkennen en er iets mee te doen. Niet reageren vanuit welke underdogpositie dan ook.” Want: Altijd zijn er dingen die je anders had kunnen doen. Spijt is er altijd, ergens,- in een hoekje. “Ik heb als jonge jongen clashes meegemaakt, fouten gemaakt, maar alles heeft me geïnspireerd te zijn wie ik ben, een vechter, een strijder, een doorzetter. Ik heb me daarbij geoefend in het zodanig benoemen van dingen dat de schaamte bij de ander ligt en niet bij mij. Ik vecht voor gelijke rechten in mijn vakgebied, wil acteurs naast me die ook niet bang zijn en helpen ergens voor op te komen.” Maar omdat het in een hoekje zit, betekent niet dat je er niet naar hoeft te kijken. De dingen van vroeger gaan over de zonden van nu. Die kun je niet uitgummen, of opzettelijk vergeten. Het geeft hem vrijheid onafhankelijk te zijn, niet afhankelijk van een castingbureau, tegelijkertijd is het moeilijk: “Ik voel me soms alleen, een roepende in de woestijn.”

Uiteindelijk gaat het er volgens Sambo om dat je datgene vindt waarin je jezelf herkent, daarin vind je de kern om over iets te praten, en dát maakt de connectie. “Voor mijzelf vind ik de kern in pijn, in schoonheid, in een lach. Ieder mens zou zich moeten afvragen, waardoor word ik geraakt?” Oftewel, wat is míjn leugen, míjn waarheid?

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter