blog | werkgroep caraïbische letteren

Wie ben ik? De tekenwedstrijd

door Jerry Dewnarain

Publishing Services Suriname is een Surinaamse uitgeverij. Zij geeft vooral kinder- en jeugdboeken uit. In 1992 begon Ismene Krishnadath met het uitgeven van boeken om beter met de verschillende uitdagingen van het uitgeversbedrijf te kunnen omgaan. De uitgeverij stond open voor Surinaamse schrijvers die hun werk professioneel wilden uitbrengen, deelt Krishnadath mee op haar website. Een droom van een stabiele en regelmatige productie van Surinaamse kinderliteratuur in vervulling te doen gaan, werd werkelijkheid. Intussen heeft de uitgeverij tientallen boeken uitgegeven.

Potentie en kwaliteit

Volgens Krishnadath is er potentie in de diversiteit van de Surinaamse samenleving. De verschillende culturen, gewoontes, mensen en natuur vormen een uniek geheel, dat op verschillende manieren en door verschillende mensen wordt vastgelegd. Om dit te bewerkstelligen, geeft zij Surinaamse kinderboeken uit. Hierbij wordt gelet op kwaliteit, inspelen op de economische uitdagingen en PubSeS biedt een betrouwbaar alternatief aan talentvolle en gepassioneerde schrijvers.

Daarom is ook de missie van deze uitgeverij: zorgen voor een steeds groeiende collectie kinderboeken van hoge kwaliteit, met een unieke Surinaamse uitstraling, die zowel lokaal als internationaal verkrijgbaar is. Door het stimuleren van leesgedrag draagt PubSeS ook bij aan de educatieve ontwikkeling van de jeugd. Hoe zij dat doen, staat op de website https://www.pubses.com/onze-literaire-droom.  

Wie ben ik?

Profielfoto FB van Stieffano Irodikromo

In deze editie bespreken wij een kinderboek dat geschikt is voor jeugdigen van 11 tot 14 jaar: Wie ben ik? De tekenwedstrijd, geschreven door Stieffano Irodikromo. Op zijn Facebook-pagina staat dat hij politicus en kinderboekenschrijver is. Als schrijver legt hij het accent op problemen waarmee kinderen te kampen hebben. Op politiek vlak is dat democratie, rechtspleging en gelijkheid.

In Wie ben ik? wordt voor de vijfde keer een tekenwedstrijd gehouden. De hoofdprijs is vijfduizend dollar waarvan de helft voor de schoolkas bestemd is. Het hoofdpersonage Aliandro doet mee. Op school wordt hij door zijn klasgenoten uitgelachen en gepest, omdat hij traag is met leren. Als hij in de pauze zijn juf vraagt om mee te doen aan de tekenwedstrijd antwoordt juf Karsinah ook niet enthousiast.

‘“Juf”, zegt hij, “ik wil meedoen met de tekenwedstrijd.”
Juffouw Karsinah fronst even haar wenkbrauwen. Dan zegt ze hoofdschuddend: “Jongen, als ik jou was, zou ik harder werken met die andere vakken.”
Aliandro voelt zich verlegen worden. Hij doet een stapje naar achteren. Juffrouw Karsinah haalt haar cijferschrift tevoorschijn. Ze bladert er doorheen en wijst hem zijn cijfers.
“Jij bent de enige die mijn lijst verpest! Zoveel rood! Leer je je lessen wel? Aan mij kan het niet liggen. Ik leg genoeg uit. Als ik niet goed uitlegde, zouden die andere kinderen ook onvoldoendes krijgen.”

Is het niet om door de grond heen te zakken, deze onverantwoordelijke pedagogische opmerkingen? Werkt de juf ook niet de onzekerheid van Aliandro en hierdoor ook het pesten in de hand? Schijnbaar heeft de juf dat niet door. [Het is onduidelijk of dit de woorden zijn van de recensent of een citaat uit het boek – red. CU.]

          ‘Ze legt het schrift weer neer. “Ben je misschien traag van begrip?”, vraagt zij wanhopig. “Traag van begrip?” Aliandro begrijpt niet wat de juf bedoelt. “Wat is dat?”, vraagt hij verlegen. Belisa en Tanimi barsten in lachen uit. Ook juffrouw Karsinah kan zichzelf niet uithouden.’  

          Uiteindelijk mag de jongen deelnemen aan de tekenwedstrijd die hij ook nog glansrijk wint. ‘Aliandro kan het niet geloven. Nog nooit is hij zo toegejuicht. Nog nooit stond hij zo in de belangstelling.’

Belang van kinderboeken      

Volgens Krishnadath zijn kinderboeken belangrijk, omdat ze het lezen stimuleren. Waarden en normen meegeven, fantasie en het denkvermogen van het kind prikkelen, waardoor het kind geholpen wordt door zijn schoolperiode heen te komen. Maar het kind leert ook goede keuzes te maken en creatieve oplossingen te bedenken voor ‘kleine en grote opgaven’ in het leven. De eigenaar van PubSeS vindt dat door het lezen van Wie ben ik? de woordenschat van de jonge lezer zal worden vergroot en hierdoor zal ook de taalbeheersing zich ontwikkelen.

Wie ben ik? leent zich ook uitstekend voor groeps-, kring- of klassengesprekken over thema’s zoals pesten, samenwerken, meer naar elkaar om- kijken en begripvol zijn voor elkaar. Is dat ook niet een van de doelen van het lezen, want door te lezen, wordt je persoonlijkheid ontwikkeld: de eigen horizon wordt verbreed, vanuit meerdere perspectieven leert het kind nieuwe en andere ‘werelden’ en mensen kennen, ook in diverse situaties. Het kind maakt onderscheid tussen goed, kwaad, schuld, vriendschap, verraad enzovoorts en dat laat het verhaal Wie ben ik? duidelijk zien, een mooi voorbeeld waarbij literatuur dienst doet als ‘moreel laboratorium’. Zij ontwikkelt het empathisch vermogen: leren om zich in anderen te verplaatsen en vanuit dat perspectief naar situaties en gebeurtenissen te kijken (role taking).

Stieffano Irodikromo, Wie ben ik? De tekenwedstrijd. Illustraties en lay-out Jurmen Kadosoe. Paramaribo: Publishing Services Suriname, 2021.  

[DWTL, 18 november 2022]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter