blog | werkgroep caraïbische letteren

‘Werken en niet vertwijfelen’

Een verhaal heeft vaak verschillende lijnen, elk personage een andere visie op het voorval, de verteller een eigen doel, elke luisteraar een eigen interpretatie. Eén verhaal is veel verhalen, zowel in fictie als in realiteit. Niemand wandelt ongestraft onder palmen van Millicent Smeets-Muskus bevat een schat aan materiaal over een struisvogelpark op Curaçao in de jaren 20 van de vorige eeuw. Een prachtig door stichting Dudi uitgegeven boek dat iedere liefhebber van onze geschiedenis bijzonder zal aanspreken.

Struisvogelpark Curaçao Kaft

De kaft van het boek

Millicent Muskus heeft heel veel materiaal in haar boek afgedrukt, brieven van Lodewijk Lens aan het bestuur van de NV – 8 pagina’s -, memoires en brieven van zijn vrouw Ida Lens-Bernhard – ongeveer 40 pagina’s -, publicaties van Theodoor Lens – ruim 25 pagina’s -, Dudi smeedt dat alles aan elkaar tot één geheel, waardoor een deel van de Curaçaose geschiedenis is geboekstaafd en we er kennis van kunnen nemen. Jammer genoeg zijn de verhaallijnen van de Afro-Curaçaose werknemers en buurtbewoners van dat park niet schriftelijk vastgelegd of in ieder geval niet achterhaald, want daardoor zou het beeld nog vollediger zijn geweest, maar dit is de samensteller niet aan te wrijven.
Een van de hoofdpersonen schrijft: “Er bestaat zoveel verwarring en onkunde over de te begane weg, zelfs bij de direct betrokkenen, dat het dringend geboden is één keer helder en duidelijk de weg te belichten zoals hij achter en – voor alles – zoals hij voor ons ligt. De oorlog, die veel heeft lamgelegd, is voorbij, er zijn beslissingen te nemen en – “wie niet vooruit komt,die loopt achteruit!”
Ik weet niet hoe het komt, maar ik moet gewoon datgene op deze bladzijden optekenen wat wij allemaal sinds de oprichting van ‘Albertine Park’ hebben beleefd en meegemaakt. Het verdeelt zich over (…) lange jaren, maar samengeperst tot een luttel aantal kantjes zou de hoeveelheid der gebeurtenissen je toch al de zachtjes geformuleerde vraag doen stellen: hoe was dit te verdragen? Het was toch bij verre meer leed dan vreugde! Indien de mens in de toekomst zou kunnen kijken, zou hij vaak huiveren voor wat hem te wachten staat. Gelukkig gaat hij deze blind tegemoet, staat plotsklaps voor de verschrikkelijk vernietigende kracht van de werkelijkheid en … blijkt ertegen te zijn opgewassen. Zo komen wij deze wel duizenden keren in ons leven tegen! Weten maakt zwak. Onbevangenheid herbergt grootse kracht, ja, zij is een en al kracht! Moge de hier volgende uiteenzetting menigeen in zware tijden tot aansporing dienen om door te zetten!” Dit schrijft in 1919 de echtgenote van directeur Lodewijk Lens die door de naamloze vennootschap Struivogelpark Albertine in Amsterdam naar het park op Curaçao is uitgezonden om de zaak rendabel te gaan maken. Lodewijk, liefkozend ‘Lo’ genoemd, was niet onbekend met het eiland, hij werd in 1905 als militair landmeter naar Curaçao gezonden, waar hij samen met de beroemde Werbata het eiland gedetailleerd in kaart heeft gebracht.

Dat is een van de lijnen, hoe een van deze ‘Germaanse tropenmensen’ het werk in de struisvogelverenverwerking heeft beleefd, die in 1930 terug in Nederland, als het Curaçaose avontuur niet meer winstgevend blijkt te zijn onder andere door de opkomst van de petroleumindustrie, over haar kinderen noteert: “En ik zou willen dat ze niet alleen West-Indië kennen, maar ook Oost-Indië. Ze zouden allemaal naar buiten moeten, de wereld in! Mensen moeten het worden! Karakters! En die ontwikkelen zich het meest volkomen in de stroom van de wereld!
Het park is een idee geweest van Theo Lens (1864-1944), de oudste broer van Lodewijk Lens (1870-1949). Hij kwam in 1894 als geneesheer op Curaçao werken, na als militaire medicus in Suriname te hebben gediend. Hij heeft vijftien jaar op Curaçao gewoond, in Plantersrust. De schrijfster van dit boek, bekend voorvechter voor het behoud van onder meer het historisch cultureel erfgoed van Curaçao, gaat met haar engagement zo ver dat ze in dit struisvogelverhaal van de hoofdzaak afwijkt en pleit voor een nieuw bestemmingsplan voor dit gebouw – dat tegenwoordig in huurappartementen is onderverdeeld – en dat de stichting Monumentenzorg dit gebouw kan aankopen, restaureren en behouden.

Ida Bernhard

Ida Bernhard

Het wel en wee van Theo Lens vormt een andere verhaallijn in dit boek. Naast veel anekdotes over deze oudste broer van het gezin Lens, smeedt Dudi ook lappen tekst van hem aaneen, omdat die een prachtig beeld geeft “van de toestand van de kolonie rond de wisseling van de 19e naar de 20e eeuw”. Het volgende fragment komt uit zijn lezing: Curaçao, zijn bevolking en economische toestand (1919). Nadat hij uitgebreid heeft gesproken over de geschiedenis en geografie van het eiland, de bevolking, taal en werk, de reguliere handel en de sluikhandel, de fosfaatmijnbouw, de landbouw en de culturen van aloë en sisal, vertelt hij over het struisvogelpark onder – veel – meer:
“Aan verdriet en tegenwerking heeft het den directeur der jeugdige onderneming niet ontbroken. Het is een te betreuren verschijnsel op Curaçao, dat de in nabijheid van de plantage wonende negers, die hun huisjes op stukken door hen gepachten gouvernementsgrond hebben opgeslagen, zich het recht toekennen ten koste der plantage te leven. Vruchten, veevoeder, geiten, beschouwen ze met onbewust bolsjewistische neigingen, te behoren aan de buurtschap. Het spreekt vanzelf, dat deze communistische overtuiging der buren in conflict kwam met die van den nieuwen directeur der plantage, die, met ouderwetsche begrippen van mijn en dijn uit Holland komende, bovendien als oudcompagniechef nauwkeurig administrateur was.
De omheining der plantage was in orde gemaakt en tegen het dievenpark werd met strengheid opgetreden. Op vee, dat volgens een negertruc door een gat in de omheining in de weidegronden der plantage gedreven was, werd geschoten. Het gevolg was, dat er spoedig blijk van vijandige gezindheid door de negers gegeven werd.”

Naast de twee gebroeders Lens is hun jongste zusje ook op Curaçao geweest, zij was biologe. Haar naam was Albertine, en het struisvogelpark is naar haar vernoemd. Er is verwarring rond de juiste spelling van de naam van het park. Op 16 oktober 1912, dus precies 102 jaar vóór de doop van het boek alhier is door koninklijk besluit (toen was Wilhelmina koningin) bewilliging verleend voor de oprichting van de in Amsterdam te vestigen NV Struisvogelpark Albertina. Op het document uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel over de opheffing staan beide namen. In de fotobijschriften in het boek wordt de zus ook verschillend genoemd, zie pagina’s 15 en 50.

Een derde verhaallijn in dit boek, met als titel een vertaalde zin van Johan Wolfgang van Goethe, gaat over de assistent van Lodewijk Lens, Wim Lensvelt (1888-1913); wat een wonderlijke samenloop van achternamen, die door menige lezer als overdreven zou worden beschouwd als een romanschrijver zijn personages zo zou hebben gedoopt. De vader van Wim Lansvelt had aandelen gekocht  in de struisvogelfarm zodat hij zijn zoon in 1912 naar Curaçao kon sturen, omdat Wim een flierefluiter was die voor niets zou hebben gedeugd. Deze man komt in 1913 op 25 jarige leeftijd om het leven, zijn lichaam wordt gevonden in de put vlakbij zijn huisje dat op 10 minuten lopen ligt van de directeurswoning. Het verhaal over deze Wim Lensvelt en, naar pas in 1949 blijkt uit een bekentenis van de dader, de moord op hem, is het onderwerp van hoofdstuk 8, beslaat bijna 20 pagina’s en vormt op zich weer een aanleiding voor een onderdeel van een verhaal dat Millicent ‘Dudi’ Smeet-Muskus in 2000 heeft geschreven: ‘The revenge of the ostriches’. In dit verhaal, als bijlage 2 opgenomen, staat niet alleen een soort blauwdruk van het onderhavige boek, maar heeft de schrijfster ook de oprichting van de huidige struisvogelfarm bij Ma Luisa en St. Joris betrokken en de nog niet opgeloste dood van de buurtbewoner Fifi. Dit verhaal is ook te beschouwen als een samenvatting in het Engels van het heel fraai vervaardigde boek.
Bijrollen, of verhaallijnen op een tweede en derde plan, in het boek zijn weggelegd voor de Verenigde Protestantse Gemeente (VPG) en de archieven in de Fortkerk en voor de Joodse migranten uit Litouwen die in Zuid-Afrika struisvogelbaronnen zijn geworden in de tijd dat de veren in de mode waren.

postkaart van struisvogelpark Albertine

postkaart van struisvogelpark Albertine

In de epiloog staat dat er op Curaçao veel bijgeloof is “men is nog altijd overtuigd dat alles wat maar te maken heeft met struisvogels, de oude struisvogelfarm ‘Albertine’ en de locatie ‘Choloma’ ongeluk brengt. Hoewel de familie Isenia die de plantage in 1931 kocht daar nooit last van heeft ondervonden en daar jaren gelukkig heeft gewoond, blijven de hardnekkige ‘oude roddels’ een eigen leven leiden en het bijgeloof leeft voort.” Dudi heeft er met de publicatie van dit boek alles aan gedaan om de lijnen van deze geschiedenis helder te maken en in ons collectief bewustzijn te brengen. Kennis ontsluiert bijgeloof, ook al heeft Ida geschreven ‘Weten maakt zwak’. Maar dat was in een andere context.

Milicent Smeets-Muskus (2014). Niemand wandelt ongestraft onder palmen, Opkomst en verval van het struisvogelpark ‘Albertina’ op de Curaçaose plantage Choloma (1912-1931). Stichting Dudi, Curaçao. ISBN 978-99904-1-858-3

door Jeroen Heuvel

uit: Antilliaans Dagblad 16 oktober 2014

5 comments to “‘Werken en niet vertwijfelen’”

  • There are two mistakes in the book.
    page 201 last paragraph it states that “In 1990 and American Len Gillen had the same dream as captain Lodewijk Lens.” This is not true Michael Hahn was the initiator of the Curaçao Ostrich & Game Farm N.V. He was the one who had a dream and made the dream a reality.
    Second mistake is a Soublette photo page 161
    This is not a view of Plantation Choloma but its the view of Plantation Siberie.
    hopefully if the book is ever in reprint these mistakes will be corrected!.
    Otherwise its a resourceful book about the Ostrich Industry from the turn of the century.

  • Ik zou graag willen weten waar dit boek te bestellen is.
    De captcha’s in het contactformulier werken niet.

    • Arnold ook ik wil graag dit boek, enig idee waar op welk kerkhof Wim Lensvelt is begraven?

      • @ Peter Lensvelt / Mevrouw Millicent Muskus zal je kunnen verder helpen; haar mailadres: m.smeetsmuskus@gmail.com [webredactie / Aart G. Broek]

  • waar kan ik het boek “niemand wandelt ongestraft onderpalmen”van dudi smeets-muskus bestellen

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter