blog | werkgroep caraïbische letteren

‘Wereldomroep bood uniek podium Caribische schrijvers’

Het is onderbelicht tot nu toe. Maar de Wereldomroep bood in de jaren vijftig van de vorige eeuw een uniek podium voor Caribische schrijvers. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Jos de Roo, oud-medewerker.

Het is bijna ongelooflijk wat er gebeurde tussen 1949 en 1957, zo constateert De Roo, terugblikkend. In die jaren werden maar liefst 258 literaire bijdragen uitgezonden, speciaal geschreven voor de Wereldomroep. Vaak, heel vaak in de eigen taal. Het Papiaments of het Sranantongo. “Daarmee deed de Wereldomroep meer dan welk literair tijdschrift in Suriname of op de Antillen. Waarmee de Wereldomroep historisch gezien de belangrijkste promotor was van het schrijven van Surinaamse en Antilliaanse auteurs”, aldus De Roo.

De literaire bijdragen waren een idee van de eerste chef van de Westindische afdeling (zoals de Caribische afdeling toen heette), Jo van der Walle. De chef die volgens Jos de Roo een ‘eigen invulling’ gaf aan de belangrijke opdracht die de Wereldmroep destijds had: ‘geef een beeld van Nederland’. “Hij liet dat beeld geven door studenten uit Suriname en de Antillen, vaak dus in hun eigen taal. De herkenbaarheid voor de luisteraars was daarmee natuurlijk veel groter dan dat je een Nederlander laat vertellen welk beeld hij van Nederland heeft.”

Jules de Palm
Voor tal van (beginnende) schrijvers bleek de literaire bijdrage van toen een opstapje naar een carrière. De Roo noemt de namen van John Leefmans, Frits Mol, Jules de Palm, Boeli van Leeuwen, Raul Römer, Henk en Hubert Dennert. Maar hij kan die lijst moeiteloos uitbreiden. Ga maar na: 258 literaire bijdragen. 258 keer aandacht voor ‘orale literatuur’, ‘iets wat in die tijd nauwelijks gebeurde,’ aldus de aanstaande promovendus.

Achteraf is bij sommigen de indruk ontstaan dat de Wereldomroep daarmee een ‘koloniaal’ beleid voerde. De Roo: “Dat beeld is pas later ontstaan. Als je nagaat dat de Surinaams nationalistische beweging een maandelijks programma had wat ze zelf vulden – en daarmee hun ideeën verspreidde naar Suriname – in de tijd dat diezelfde beweging door de veiligheidsdienst en de Surinaamse veiligheidsdiensten in de gaten werd gehouden als bedreigend voor de status quo – dan zie je dat dat stempel van kolonialisme onterecht was. Hij (Van der Walle, red.) gaf juist het woord aan mensen die tegen het kolonialisme streden. Dat blijkt ook uit de taalkeuze. De mensen waren vrij in het gebruik van de taal.”

Podium
Het is volgens de Roo ‘koffiedik kijken’ of veel schrijvers uiteindelijk ook zonder de Wereldomroep als podium waren doorgebroken. Al denkt hij van wel, bijvoorbeeld bij Boelie van Leeuwen of Jules de Palm. “Het verbaast me dat die vraag wél bij de Wereldmroep gesteld wordt en niet als het gaat om het bestaansrecht van literaire tijdschriften. Het belangrijkste is dát er een podium was en dat daar flink gebruik van gemaakt werd.”

Jos de Roo in gesprek met Désirée Martis, klik hier
[RNW, 24 september 2012]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter