blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Weinig middelen voor onderzoek en ontwikkeling Sranantongo

door Donovan Mijnals 
 
Paramaribo – Sranan Akademiya kampt met een chronisch tekort aan mankracht. Bestuurslid Eddy van der Hilst denkt dat er heel weinig interesse is om een rol te vervullen in het instituut, omdat de financiële vergoeding te wensen overlaat. Sranan Akademiya houdt zich onder meer bezig met onderzoek naar het Sranantongo. “En daarvoor is er geen subsidie, dus het is eigenlijk liefdadigheidswerk”, legt hij glimlachend uit.
In de toon dringt de ernst van de zaak echter wel door. De organisatie wil namelijk ook verjongingen. Maar het gebrek aan interesse maakt het een haast onbegonnen taak. Op dit moment levert Van der Hilst een bijdrage op taalgebied, terwijl Celestine Raalte met poëzie hetzelfde doet. Rudi Spa ondersteunt in zijn vakgebied: muziek. “Maar er zijn veel meer dingen die gedaan moeten worden.”
Er heerst eveneens een situatie waarbij een kleine groep alle activiteiten van de Akademiya coördineert. En juist dat moet volgens Van der Hilst veranderen. “We moeten naar een situatie toe van gespecialiseerde groepen. Het is volgens hem overigens onwaar dat de organisatie weinig doet. “Veel van onze activiteiten gebeuren binnenshuis. We zijn veel met onderzoek bezig en daar gaat veel tijd in zitten.”
Doordat er zo weinig middelen tot beschikking zijn, komt het voor dat bepaalde aspecten uit de taal verloren dreigen te gaan. Zo merkt het bestuurslid vaak op dat odo’s, de Sranan variant van spreekwoorden, verkeerd worden gebruikt. De odo heeft een speciale grammatica, anders dan de spreektaal. Daarnaast is het aan codes onderhevig in welke gevallen een odo gebruikt wordt. Veelal is het de oudere generatie Surinamers die zich nog precies kan herinneren hoe dat precies moet. “Den owru suma e dede gwe. We moeten snel wezen”, benadrukt Van der Hilst de haast achter de situatie.
[uit de Ware Tijd, 30/01/2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter