blog | werkgroep caraïbische letteren

Wat weten we van traditionele Javaanse zang, muziek en dans?

door Els Moor

Van Tembang tot Jaran Képang is een boek vol rijk geïllustreerde informatie over Traditionele Javaanse zang, muziek en dans in Suriname. Sylvia M. Gooswit is de auteur van dit waardevolle boek. Ze is cultureel antropoloog en publiceert over de Javaanse cultuur sinds haar doctoraalscriptie aan de Universiteit van Nijmegen in 1988 over Jaran Képang in Suriname.

In 1990 verscheen een studie over hetzelfde onderwerp als uitgave van de Academie voor Hoger Kunst- en Cultuuronderwijs te Paramaribo en in 1997 stelde ze met Wonny M. Karijopawiro het boek Tayup en janggrung in Suriname, een Javaanse dansvorm samen, dat uitgegeven werd door de afdeling Cultuurstudies van het MINOV, evenals de recente publicatie uit 2010. Als we deze twee uitgaven van Cultuurstudies vergelijken wat betreft de kwaliteit van het boek als boek, dan wint de laatste uitgave het glansrijk van de voorgaande wat betreft formaat, lay-out, illustraties, lettertypen en overzichtelijkheid. Is er nu in 2010 nog wel belangstelling voor deze onderwerpen? Dat vraagt Hillary de Bruin, afdelingshoofd van Cultuurstudies, zich af in haar voorwoord. Het boek verscheen ter gelegenheid van 120 jaar Javaanse immigratie in 2010, een mooie gelegenheid om die belangstelling weer op te wekken!

Van Tembang tot Jaran Képang geeft in verschillende hoofdstukken informatie over traditionele vormen van zang, muziek, muziekinstrumenten en dans. Deze hoofdstukken over de verschillende onderwerpen zijn overzichtelijk ingedeeld met buitengewoon aanschouwelijke foto’s voor iedereen en meer wetenschappelijke gegevens voor de specialisten.

Het eerste hoofdstuk, over zang, begint met kinderliedjes, ook slaapliedjes. Die zijn universeel, zoals:

Nungas nangis
Biyungé lunga ning pasar
Mengko yèn teka tukokké jajan
Yèn kowé nangis waé
Nduwurmu ènèng manuk gagak
Jabang bayi yèn terus kerasé gelis gedé
Ngéwangi nyambut gawé biyungé

Waarom huil je steeds
Je moeder is naar de markt gegaan
Straks als ze terugkomt zal ze wat lekkers voor je meenemen
Als je maar steeds blijft huilen
Komt er een aasgier
Als een pas geboren kind sterk en groot wordt
Kan ze haar moeder helpen

De liederen van volwassenen horen bij bepaalde gemoedsstemmingen en hebben een regelmatige structuur. Een lied uit het begin van de jaren ’30 van de vorige eeuw confronteert ons met een herkenbaar stukje geschiedenis: het optreden van ‘meneer De Kom’. De Javanen waren toen in rep en roer en velen reisden af naar Paramaribo in de hoop dat ze konden terugkeren naar Java, ‘spoedig al en met 100 gulden op zak’.

In het boek vinden we dus boeiende en herkenbare informatie voor iedereen, maar ook veel specialistische wetenswaardigheden op het gebied van muziek, dans en muziekinstrumenten. Dat doet de vraag rijzen: voor wie is dit zo aantrekkelijk ogende boek met informatie op verschillende niveaus eigenlijk bestemd? Ik denk dat een belangrijke doelstelling ervan is om vast te leggen wat er nu bekend is over deze onderdelen van de Javaanse cultuur, zodat er geen informatie verloren gaat. Verder roept het boek bij dragers van de Javaanse cultuur veel herkenning op. Ik laat het zien aan de pae van een bevriende familie in de desa van Lelydorp.

Hij spreekt en leest nauwelijks Nederlands. Zijn hele leven is hij bezig geweest met muziek, zang en dans van zijn eigen cultuur. Met klem zegt hij tegen zijn schoonzoon dat hij het boek wil hebben. Hij ziet het als een erkenning van zijn manier van in het leven staan. Hij herkent de foto van de heer Amatdanom (p. 65) als de ‘bigi sabiman’ van de Javaanse cultuur. Marioen Amatdanom, 85 jaar, is nog steeds actief met het overdragen van traditionele Javaanse dansen en muziek en hij maakt zelf gamelaninstrumenten. Een ander familielid, een uitstekende lezer, smult van herkenbare culturele achtergronden, zoals die in sommige bijzinnen staan. Een voorbeeld: op pagina 54 wordt de dans Tayup bestempeld als een geoorloofde manier om verlangen en lust uit te drukken, twee emoties die volgens de Javaanse norm niet publiekelijk getoond mogen worden.

Zo hebben we hier een boek dat toch ‘voor elck wat wils’ biedt, nog afgezien van de belangrijke functie van vastlegging.

Sylvia M. Gooswit: Van Tembang tot Jaran Képang. Traditonele Javaanse zang, muziek en dans in Suriname. Paramaribo: Afdeling Cultuurstudies van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, 2010. ISBN 978-99914-1-001-2

[uit de Ware Tijd Literair, 15/01/2011]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter