blog | werkgroep caraïbische letteren

Wat het westen kan leren van postkoloniale literatuur

Nu het Westen doordrongen lijkt te zijn van de angst voor verlies, valt er iets te leren van de manier van kijken van postkoloniale schrijvers, betoogt Karin Amatmoekrim.

Dit is de beste van alle mogelijke werelden, zo verzuchtte Candide, de hoofdpersoon van Voltaires gelijknamige novelle in 1759. De verzuchting werd geslaakt voordat Candide van zijn kasteel en comfortabele leven in Westfalen werd verdreven omdat hij de beeldschone dochter van de baron had gekust. Wat volgde was een reeks ontnuchterende ervaringen in andere delen van de wereld, die hem met harde hand van zijn optimistische geloof deed vallen.

De druppel die zijn emmer deed overlopen, kwam aan het eind van het boek, toen hij Suriname binnentrok en een naamloze zwarte man tegen het verminkte lijf liep, wiens linkerbeen en rechterhand waren afgehakt door de bekende Nederlandse koopman, meneer Vanderdendur. Candide verloor dan en daar, zijn geloof in het optimisme van zijn leermeester Pangloss. ‘O, Pangloss,’ riep Candide uit. ‘Van zulke schanddaden had je geen vermoeden. Nu is het uit! Ik geloof niet langer in dat optimisme van je!’
Lees verder in NRC, 15 november 2019.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter