blog | werkgroep caraïbische letteren

Wanneer gaan Surinaamse politici excuses aanbieden en vergiffenis vragen aan Surinamers voor 50 jaar corruptie en wanbeleid?

Het excuus en de vraag om vergiffenis van de Nederlandse koning op 1 juli 2023, voor misdaden tegen de menselijkheid (slavernij) begaan door Nederland, zijn een historische mijlpaal. Ook voor Suriname. Suriname is staatkundig onafhankelijk, maar hoort er in dit verhaal sociaal en cultureel bij.

Want vergeet niet, zonder Nederlandse kapitalistische drift, misbruik van onze inheemse en Afrikaanse voorouders en de contractarbeid van Aziaten die daarop volgde, had Suriname in de huidige demografische, culturele en bestuurlijke constellatie niet bestaan. Het excuus en de vraag om vergiffenis van koning Alexander waren inclusief en uitnodigend.

Een mijlpaal en het resultaat van decennia (ruim 60 jaar) timmeren aan de weg door burgers, in het bijzonder van Afrikaanse nakomelingen uit het Nederlandse koloniale slavernijcomplex. Inspanningen bedoeld om het Nederlandse koloniale gedrag en slavernijverleden en de doorwerking daarvan op het dagelijks leven van die nakomelingen – ook in Nederland! – aan de kaak te stellen.

De internationaal alom geprezen Nederlandse democratie, was niet altijd ons deel. Ik spreek uit persoonlijke ervaring. Gaandeweg gingen ook anderen zich mee inspannen en werd ‘de vlek’ groter.

De inspanningen manifesteerden zich onder meer in: openbare protesten, petities aan de volksvertegenwoordiging, publieke geschriften, wetenschappelijke studies en kunst in alle uitingen. Ze vonden in de Nederlandse samenleving weerklank, hetgeen onder andere tot uiting kwam in betere wetten, beter sociaal beleid en meer inclusief openbaar bestuur. Er kan en moet nog veel meer, maar we zijn op de goede weg en ik zie de tijd en ruimte van ‘na de komma’ als de werkplaats waar samengewerkt zal worden aan een inclusieve samenleving. Wil de toekomst geen herhaling zijn van zetten uit het verleden, dan kan ze niet anders zijn dan inclusief. Samen zijn we beter dan alleen.

Hoe treurig is het dan om te constateren dat Suriname sinds zijn onafhankelijkheid in 1975 – in zijn economische, culturele en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling – is blijven steken bij 1975? Het is waar dat honderden jaren kolonisering en slavernij sporen nalaten in een samenleving en in het gedrag van de mensen uit die samenleving. Het is evenzo waar dat mensen lerende wezens zijn. Veel problemen die Surinamers in Suriname nu ervaren hebben te maken met het koloniale slavernijverleden. Maar niet ALLE problemen toch?

Suriname is een democratische republiek. Dat betekent dat de regering, de overheid, de volksvertegenwoordiging en andere instituties de VERPLICHTING hebben zich te richten naar de behoeften van de bevolking, naar de noodzaak tot welvaart en ontwikkeling van land en volk. De regering, de overheid, de volksvertegenwoordiging en de andere instituties zijn er niet voor een select gezelschap ‘in en rond de macht’, zoals in de koloniale tijd, maar voor alle Surinamers. Dat besef is in de Surinaamse politiek nog geen gemeen goed.

De voorbije twee weken luisterde ik naar radiogesprekken van goed geïnformeerde critici (in en buiten Suriname), die met feiten de stand van zaken in Suriname bespraken en tegen het licht hielden van de verkiezingen van mei 2025.

Hieronder een deel van ‘de oogst’ van deze radiogesprekken:
De huidige economische situatie en de nog komende effecten van het IMF; de instabiele regering (instabiel door gebrek aan visie, mismatch CV en functie, en door friends and family politiek); luchtspiegelingen over miljarden instromende oliedollars; ongefundeerde verwachtingen van reparatiegelden voor het slavernijverleden; een volksvertegenwoordiging (DNA) die niet functioneert; een grondwet die de ontwikkeling van democratie in de weg zit; wetgeving die achterloopt op de behoeften van deze tijd; door politiek gedreven etnische verdeeldheid; invloed van drugsgelden in het formele geldverkeer; achterlopen in realiseren van regels tegen geldwitwaspraktijken; achterlopen van onderwijs en van ontwikkelingen in de gezondheidszorg; een Kiesregeling die aanpassing behoeft; grondenrechten die nog steeds niet geregeld zijn; een groeiende buitenlandse schuldenlast; de illegale en gevaarlijke milieubelastende goudwinning; de houtroofbouw voor (illegale) houtexport; onduidelijke immigratiestromen en de binnenkort verwachte uitspraak van het 8-decemberstrafproces.

Onderwijs, gezondheidszorg, arbeid en wonen, openbare infrastructuur, binnenlandse veiligheid, rechtspraak, justitie en politie zijn in samenhang met elkaar de ruggengraat van iedere gezonde samenleving. Zonder deze ruggengraat ontbreekt de basis voor duurzame (volks)ontwikkeling. Die ruggengraat heeft Suriname na 1975 niet goed verder ontwikkeld. Integendeel die is verzwakt omdat: politici allerhande voorrechten geven aan banken, handelaren en hun kartels; corruptie en drugs-gerelateerde praktijken worden beschermd; familie en vrienden van politici en partijpolitieke loyalisten met posities worden bevoorrecht. En door van etnische politiek een nationale hoofdzaak te maken.

Ik luisterde naar de toespraak van de Nederlandse koning en destijds naar die van de Nederlandse premier. Beide waren inspirerend en boden een aanlokkelijk perspectief. Leiderschap is ook misstappen publiekelijk toegeven en verantwoordelijkheid nemen voor verbetering, ook al heb je niet zelf de misstappen begaan. In beide toespraken sprak de wil voor een betere samenwerking met Suriname.

Wanneer ik die toespraken zet naast de radiogesprekken die ik hiervoor noemde en naast de toespraken van de Surinaamse president en het ‘Sinterklaasgedrag’ van de Surinaamse vicepresident, voel ik schaamte. Er is iets grondig mis met de Surinaamse politiek en met de moraal van Surinaamse politieke leiders. De Surinaamse politiek rust op koloniale ideeën en het politiek leiderschap is immoreel en drijft op macht en volksmisleiding. Wanneer deze zaken niet als een levensgroot maatschappelijk risico worden erkend en aangepakt, zal de ontwikkeling van Suriname nog meer stagneren. Dat Surinamers ZELF niet afrekenen met de koloniale politiek en zijn immorele leiders, draagt bij aan dit maatschappelijke risico.

Wanneer gaan Surinaamse politici – actief in de periode van 1975 tot en met heden – hun excuses aanbieden en vergiffenis vragen aan Surinamers voor 50 jaar corruptie en wanbeleid? Ze kunnen met goed fatsoen toch geen hernieuwde antikoloniale relatie met Nederland (of wie dan ook!) aangaan en tegelijkertijd Suriname blijven besturen zoals ze dat de afgelopen 50 jaar deden? Surinamers ZELF zouden dat niet (meer) moeten willen.

Filia Kramp

[Suriname Herald, 2 juli 2023]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter