blog | werkgroep caraïbische letteren

Wanawa

Afrika prekolonial, un introdukshon

door Jeroen Heuvel

De grootste verdienste van deze publicatie is dat hij in het Papiaments is geschreven.

‘Wanawa, Afrika prekolonial, un introdukshon’ is de neerslag van een aantal lezingen die buitengewoon hoogleraar en antropoloog Rose Mary Allen vanaf 1992 heeft gegeven, toen voor een door UNESCO georganiseerde tentoonstelling over Afrika, en later voor de modeshow ‘African Fashon is On’, waarna men haar dringend vroeg om die lezingen ook op schrift te stellen en te publiceren. Heel belangrijk, niet alleen omdat de kennis over het Afrikaanse continent bij het grootste deel van de nazaten van de Curaçaose Afrikanen, c.q. Afro-Curaçaoënaars, nagenoeg nihil is, maar bovendien, hoe tegenstrijdig dit ook mag klinken bij het net aangehaalde argument, dat veel Curaçaoënaars, en dan beslist niet alleen de Afro-Curaçaoënaars, vooroordelen hebben en zich schamen over Afrika. Wonderlijk fenomeen, een oordeel hebben en je schamen over iets waarvan je bijna niets weet.

De kaft van het besproken boek, met een schildering door Didi Dometilie.

Dit boek, uitgegeven door Caribpublishing in samenwerking met Fundashon Publikashon, laat de Papiamentstalige lezer kennis maken met het Afrikaanse werelddeel door te vertellen over de rijke en gevarieerde geschiedenis ervan, door uitgaande van geschiedkundige, archeologische en antropologische bronnen te wijzen op verschillende historische en culturele aspecten van Afrika. Hoewel de Papiamentstalige lezer die dit boek kan lezen ook voldoende kennis heeft van een of meer grote talen waarin heel veel over Afrika is verschenen.

Het boek beslaat ruim 130 bladzijden en telt naast de inleiding en de slotopmerkingen vier hoofdstukken. Er staan 61 foto’s of illustraties in, waarvan veel zijn gemaakt door docent aardrijkskunde Elton Sint Jago, die vaak een paar maanden, tot een jaar, onbetaald verlof neemt om verre (ontdekkings)reizen te maken. Om dit boek betaalbaar te houden zijn de foto’s en illustraties zwart-wit afgedrukt. De meeste illustraties zijn -in kleur- te bewonderen op het internet. 

Wanawa is het woord waarmee de eerste tot slaaf gemaakte Afrikanen die naar Curaçao werden vervoerd naar hun land, Guinea, verwezen en naar de mensen van dat land. Vandaar is het voor de mensen die in Curaçao Guiné spraken de verwijzing geworden geworden voor (mensen uit) Afrika in het algemeen.

Reconstructie van de Homo Habalis door W. Schnaubelt, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1843470 

Rose Mary Allen definieert het prekoloniale tijdperk van Afrika als de periode voor de Europese politieke overheersing van Afrika, die gemarkeerd wordt door de koloniale conferentie van Berlijn (1884). Ze trekt dus niet, zoals ik zou verwachten door het woord prekoloniaal, een streep bij de eerste Trans-Atlantische slaventransporten, maar de streep ligt na de officiële afschaffing van de slavernij.

Bronnen om de geschiedenis van Afrika te reconstrueren zijn archeologische opgravingen, orale vertellingen die door griotten, yeliba, imbongo en arokin, zijn overgeleverd, geschriften uit het oude Egypte, Ethiopië en Nubia, de geschriften van Ibn Kaldun (1332-1406) en analyses van de verschillende talen, waardoor migratie en verplaatsingen van volksgroepen zijn te achterhalen. Andere bronnen die helpen om verzonnen ideeën te verbannen zijn culturele antropologie en kunstgeschiedenis. 

Hoofdstuk 2 (8 bladzijden) behandelt de geografische geschiedenis van Afrika. Afrika is het op een na grootste continent. 40% ervan is woestijn, de Sahara beslaat een derde deel van het werelddeel en ligt in het Noorden van Afrika. 8% Ervan is tropisch bos, grotendeels in Centraal Afrika, naast de rivier de Congo. Verder noemt Allen kort enkele rivieren, meren en de grote ravijn, met de Olduvaikloof. In het Papiaments is hier een goed woord voor, ‘klof’ maar in het boek is gekozen voor een Spaans woord, ‘vaye’ dat geen Papiaments is. 

De Oost-Afrikaanse Kloof. https://commons.wikimedia.org/wiki/File:MapGreatRiftValley.png 

Het derde hoofdstuk (4 bladzijden) behandelt Afrika als de wieg van de mensachtigen, Hominoidea. 

Zoals te verwachten was, gaat het meest uitgebreide hoofdstuk over de keizer- en koninkrijken en andere samenlevingsvormen in Afrika. Hoofdstuk 4 beslaat 56 pagina’s. Allen kan niet anders dan uiterst summier in deze publicatie die in de eerste plaats bedoeld is om mensen nieuwsgierig te maken en aan te moedigen om vooral verder te lezen of anderszins zich te verdiepen in allerlei aspecten van het uitermate rijke verleden van al de Afrikaanse landen – uiteraard in een andere taal dan het Papiaments – de Afrikaanse imperia te benoemen. Ze beschrijft in Noord-Afrika het antieke Egypte van de prefarao-tijd; het belang van de Nijl. Dan de periode van de farao’s (2000 – 332 v. Chr), de rol van vrouwen als Nefertiti (1370 – 1330 v. Chr) en Cleopatra. Volgt het Nubische rijk, in het gebied tussen het huidige Egypte en Soedan. Van elk rijk schetst Allen in enkele zinnen het belang.

Zo ook van de Swahili beschaving, opkomst en ondergang in anderhalve bladzijde. Ze noemt vervolgens het rijk van Aksum, Ethiopië, en in het westen van Afrika, het oude Ghana (van 700-1240), Mali (van 1230 – 1600) met onder andere de wereldberoemde koning Mansa Musa (zie afbeelding). Om ze niet allemaal te noemen sla ik er een paar over. Maar denk ook aan het koninkrijk Benin, met de prachtige bronzen kunstwerken, en het rijk van de Ashanti. In Centraal Afrika Angola en Congo, waar de Nederlandse afgezanten met koning Don Alvarez in 1642 een handelsakkoord over slaven hebben gesloten. Niet iedere koning was bereid tot dit soort akkoorden. Bijvoorbeeld Koningin Nzingha verzette zich tegen de Portugese kolonisatie en de verkoop van haar burgers als slaaf. Ze voerde haar troepen aan om tegen de Portugezen te strijden en sloot hiertoe een alliantie met de Nederlanders, wat beschouwd kan worden als het eerste Afrikaans-Europese verbond. In een aparte opmerking schrijft Allen dat de relatie tussen Curaçao en Congo vergaand is, omdat een groot deel van de tot slaaf gemaakten die hier werden afgeleverd uit Congo kwam. Richenel Ansano heeft dit in zijn artikel ‘Bulabanda: un rasgo di influensha kongoles den nos kultura’ uitgewerkt.

Mansa Musa met gouden kroon op het hoofd en een goudstuk in de hand. Uit de Catalan Atlas (1375)

Volgen het koninkrijk Zimbabwe en Zulu, met de spraakmakende Shaka Zulu (1787 – 1828).

In Hoofdstuk 5 (30 blz) tipt Allen enkele culturele tradities aan, de meer dan 800 talen, de zeer gevarieerde schotels, de rijke spiritualiteit, Ubuntu, het ontbreken van de term ‘religie’, de omgang met voorouders. Wat de kunsten betreft noemt ze naast beeldende en muzische kunsten ook het versieren van het gelaat en de ingenieus gevlochten haardrachten, de maskers, de mythen, de spreekwoorden, de dans en tenslotte de weeftechnieken en de klederdracht.

Koningin Ana Nzingha Mbanda. Deze lithografie (1830) is meer dan twee eeuwen na haar leven gemaakt door Achille Devéria. http://www.npg.org.uk/collections/search/portraitLarge/mw150782/Ann-Zingha 

De bronnenlijst bevat alleen maar faction, wetenschappelijke boeken, ik mis de literaire boeken van schrijvers uit Nigeria, Algerije of Burkina Faso, om het woord ‘Afrika’ in dit geval even te vermijden. Of van Caraïbische schrijfsters als Maryse Condé, bekend van haar monumentale saga ‘Ségou’.

In de literatuurlijst staat er een publicatie in het Papiamentu, de hierboven genoemde van Richenel Ansano, de rest is in het Engels. Natuurlijk zijn er ook veel boeken over Afrika verschenen in het Frans, Spaans, Portugees of andere grote talen. Mijn openingszin vandaag luidde: ‘De grootste verdienste van deze publicatie is dat hij in het Papiaments is geschreven.’ Want de inhoud is summier. Daarom is het ook een ‘introductie’. Begrijp me goed: Papiaments is een volwaardige taal. Maar de markt voor boeken in deze taal is te klein voor de lees- of nieuwsgierige mens. De lezer van dit boek die gemotiveerd is om verder te lezen zal dit in een andere, grote taal moeten doen. Als dat gebeurt, is de waarde van deze publicatie voldoende bewezen.

[De illustraties zijn uit het boek of van Wikimedia, maar om ze in kleur te laten zien, zijn ze van het internet gehaald.]

[Ook verschenen in Antilliaans Dagblad, 24 september 2022.]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter