blog | werkgroep caraïbische letteren

‘Waarom werd Alleen Maar Nette Mensen niet gemaakt door mensen met kennis van de Bijlmer?’

door Quinsy Gario
Waar blijven de verhalen bedacht en verteld door niet-autochtone filmmakers, theatermakers, schrijvers en regisseurs?, vraagt theatermaker en dichter Quinsy Gario zich af. Dan was Alleen Maar Nette Mensen niet zo racistisch geweest. ‘Jonge niet-westerse allochtonen hebben geen toegang tot netwerken om hun verhalen met het mainstream publiek te delen.’Op mijn kritische recensie van de film Alleen Maar Nette Mensen (zie bericht hieronder) volgde het verplichte stuk van GeenStijl, waarna ik werd overstelpt met racistische bevestigingen van mijn kritiek.

Ik moet toegeven dat de schrijver van het GeenStijl-stuk, René van Leeuwen, een interessante invalshoek kiest voor zijn kritiek op mijn stuk. Door de film Alleen Maar Nette Mensen tegenover de tv-serie en films New Kid‘ te zetten, plaatst hij twee producties waarin autochtone Nederlanders het verhaal hebben bedacht en verfilmd naast elkaar. Waar New Kids gemaakt is door jongens die de Brabantse setting waar het verhaal zich afspeelt door en door kennen, is Alleen Maar Nette Mensen echter gemaakt door mensen die vrij weinig van de Bijlmer afweten.

Strooptocht
Regisseur Lodewijk Crijns vertelt zelfs in Plot, vakblad voor scenaristen, dat hij samen met Robert Vuijsje op een nachtelijke ‘strooptocht’ ging in de Bijlmer om te kijken hoe het er op obscure feesten aan toe ging. Worden de mensen in Amsterdam-Zuid ook neergezet als dieren als men daar op locatie scouting gaat? Eerder in hetzelfde stuk heeft hij het over zijn fascinatie voor vrouwen uit andere milieus ‘omdat die nog wel wisten wat vrouwelijkheid inhield.’ Kan het nog fetisjistischer?

Het probleem zoals Van Leeuwen in zijn GeenStijl stuk zo goed neerzet, is hoe de makers omgaan met de personages die ze hebben gecreëerd. Waar in New Kids de personages ‘lovable losers‘ zijn die behoorlijk uit de bocht vliegen, wordt de zwarte familie uit de Bijlmer afgeschreven als een groep wilde dieren. Dit in tegenstelling tot de Joodse familie die wel de kans krijgt om te veranderen. Wanneer Crijns zegt dat hij net als David ‘uit een elitair milieu komt’ en ‘een fascinatie had voor mensen uit andere milieus’ geeft hij waar zijn empathie voor de Davids familie vandaan komt en tevens waar zijn fetisjistische behandeling van de familie van Rowanda vandaan komt.

Slachtofferrol
Deze vereenzelviging van de maker met de hoofdpersoon geeft ook aan dat hoewel Surinaams-Nederlands en Caribisch-Nederlandse acteurs hieraan meededen, het niet hun verhaal was. Zoals ik in een eerder opiniestuk schrijf, waren zij slechts decor voor het uitleven van de seksistische en racistische verbeelding van onder anderen Vuijsje, Cruijns, Topkapi Films, het Abraham Tuschinski Fonds, het COBO Fonds, het Film Fonds, woningcorporatie Ymere en publiciteitsbedrijf Wild Bunch.

Vaak wordt gezegd dat je een slachtofferrol aanneemt als je durft te zeggen dat er iets fundamenteel mis is met de beeldvorming in Nederlandse mediaproducties. Wat vaak als argument wordt gebruikt, is dat auteurs en acteurs van niet-autochtone afkomst maar hun eigen verhalen moeten gaan maken.

Netwerken
Waar blijven de verhalen bedacht en vertelt door Surinaams-Nederlandse, Caribisch-Nederlandse, Ghanees-Nederlandse of Somalisch-Nederlandse filmmakers, theatermakers, schrijvers en regisseurs? Het probleem is de toegang tot de netwerken, mogelijkheden en platforms om deze verhalen met het mainstream publiek te delen. Gatekeepers moeten je het ook gunnen.

De stad Amsterdam bestaat voor 39 procent uit niet-westerse allochtonen en huist 177 verschillende nationaliteiten, maar geeft tegelijkertijd aan dat het filmfestival Africa In The Picture en MTNL (Multiculturele Televisie Nederland) er niet meer toe doen. Het MC Theater, dat al jaren ruimte biedt aan theatermakers die de multiculturele samenleving als een gegeven ervaren, krijgt geen subsidie meer. Productiehuizen waar jonge niet-westerse allochtonen kunnen experimenteren en hun kunst kunnen leren, verfijnen en uitdiepen, worden gekort of moeten het veld ruimen.

Drempel
Het Mediafonds heeft onlangs het Nu of Nooit project een vervolg gegeven waarbij jonge makers ‘kleurrijk jeugddrama’ kunnen maken. De eisen zijn hoog: Je mag pas meedoen als je een producent hebt met drie professioneel gerealiseerde projecten, en je uit een duo bestaat van een schrijver en regisseur die elk ten minste 1 professioneel gefinancierd en gerealiseerd project op hun cv hebben. Voor wie is dat project van het Mediafonds eigenlijk wanneer de drempel voor deelname zo hoog is?

Projecten als die van het Mediafonds tonen dat het nog steeds niet duidelijk is dat de multiculturele samenleving een gegeven is. Het niet iets wat verdedigd of aangevallen moet worden. Het is een realiteit.

Mike Libanon

Toen de Amerikaanse regisseur Spike Lee in 2010 in Nederland was, schroomde de Nederlandse acteur Mike Libanon niet om hem te vragen of hij de zwarte acteurs in Nederland kon helpen. Libanon gaf aan dat het moeilijk was om aan werk te komen met een bi-culturele achtergrond. Hij had gespeeld in het stuk Blackface in het Orkater theater en zei dat sommige passages over zijn personage ronduit stuitend en racistisch waren. De passages waren geschreven door autochtonen Vincent van Warmerdam en Michel Sluysmans.

Rowanda
Om mij heen hoor ik verhalen van mensen die pas voor een rol gevraagd worden wanneer ze expliciet op zoek zijn naar een specifieke etniciteit of huidskleur. Actrice Imanuelle Grives hebben we gezien als het hysterische Pokkie Pokkie meisje en als de vetgemeste Rowanda. Wat zal de volgende rol zijn die zij aangeboden krijgt?

De populaire Amerikaanse site Slate publiceerde een stuk over de HBO-televisieserie Girls die, hoewel het zich afspeelt in New York, geen enkele Afro-Amerikaanse acteur in dienst had. Casting-agentschappen vinden het moeilijk om acteurs met een bi-culturele achtergrond en niet-autochtone huidskleur bij ‘normale’ rollen te plaatsen. Rollen zonder etnische omschrijving worden namelijk begrepen als rollen voor autochtonen. Of zoals Toneelgroep Amsterdam met Othello liet zien; zelfs met een etnische omschrijving worden ze aan autochtonen acteurs gegeven.

Toneelgroep Amsterdam speelt Othello

Volgens velen zorgt het aankaarten van racisme en seksisme met naam en toenaam, zoals in Alleen Maar Nette Mensen, ervoor dat het pas echt bestaat. De personages uit de Bijlmer in Alleen Maar Nette Mensen zijn slachtoffers van racisme, seksisme, armoede, seksueel misbruik, ongezonde voeding en bestuurlijke dwalingen. Het rauw realisme van de fil, waar Nausicaa Marbe het over heeft, is een creatie door keuzes. De vraag die gesteld moet worden is: wie heeft deze personages in deze posities gezet om er vervolgens voyeuristisch naar te gluren?

Marbe begaat dan ook een flinke denkfout met haar impliciete bewering dat soortgelijke mensen uit de Bijlmer blij zijn met hun situatie en het wel naar hun zin hebben zo. Een filmmaker met intieme kennis en banden met de buurt had wel empathie voor deze groep kunnen verwerken in de verfilming van het boek. Iets wat Crijns duidelijk niet heeft geprobeerd of wat hem niet is gelukt.

Quinsy Gario is theatermaker en dichter. In november 2011 won hij MC Theater’s Hollandse Nieuwe Theatermakersprijs. Op dinsdag 30 oktober speelt zijn nieuwe voorstelling in Podium Mozaïek genaamd ‘Geit in Blik’ dat over de formatie van het nieuwe kabinet gaat.

[uit de Volkskrant, 26/10/12]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter