Waarom de politiek te belangrijk is om aan mannen over te laten
door Hilde Neus
Er zijn heel veel boeken over leiderschap en mannelijke politici verschenen, variërend van partijdocumenten, historische studies of biografieën. Want politici kunnen een groot verschil maken in een land en kunnen dus bepalend zijn voor de leefsituatie van de burgers. De vrouwen die rondwaren in dit spectrum zijn in een kleine minderheid. Daarom is het interessant dat Julia Wouters een boek heeft geschreven, speciaal voor vrouwelijke politici: De ZIJkant van de macht, een leuk bedachte titel met meerdere betekenissen. Vrouwen staan vaak aan de zijkant. Maar ook is het persoonlijk voornaamwoord voor de derde persoon enkelvoud vrouwelijk: zij, en in het meervoud ook.
Wouters beschrijft hoe honderd jaar vrouwenkiesrecht is verlopen en constateert dat de veranderingen te langzaam gaan. ‘Als er niets gebeurt en iedereen afwacht, blijven vrouwen in de politiek gemankeerde mannen en moeten mannen allemaal in dezelfde mal blijven passen. Met vooral niet te opzichtige schoenen.’
Maar er waren wel veranderingen, in de eerste feministische golf moesten vrouwen ervoor knokken om toegelaten te worden tot besluitvormende organen, ze streden voor verbetering van hun positie. De universiteit was voor hen niet toegankelijk, arbeid was slechtbetaald en kiesrecht was niet voor hen. Aletta Jacobs, arts, was feministe van het eerste uur en voldeed in 1883 met haar salaris aan de loongrens, maar haar verzoek om mee te mogen stemmen, leidde in 1887 nog tot een grondwetswijziging waarin vrouwen werden uitgesloten van het kiesrecht. Pas in 1919 mochten zij actief meestemmen. Volgens christelijke partijen zou kiesrecht vrouwen afleiden van hun ‘hooge plicht’ als moeder en huisvrouw. De eerste portefeuilles gingen nog naar onderwijs en zorg, nu kan een minister van Defensie zelf een vrouw zijn. Wouters laat een hele rij aan vrouwen de revue passeren, om de ontwikkeling van hen in de geschiedenis binnen de politiek te schetsen.
In 1967 publiceerde Joke Smit het artikel ‘Het onbehagen bij de vrouw’ in De Gids, daarmee voor Nederland de tweede feministische golf inluidende. ‘Mannen hebben het heerlijk, vrouwen hebben het rot’ poneerde ze, nogal polariserend. Maar het artikel maakte wel duidelijk op hoeveel, en op welke wijzen de vrouwen waren achtergesteld. Het ging van: Hoewel ik vrouw ben, naar Omdat ik vrouw ben, naar Niet omdat ik vrouw ben. De pil, en recentelijk het metoo-debat hebben voor vrouwen veel veranderd. Nu is er in Nederland zelfs een quotum voor vrouwen, omdat ze te langzaam vorderingen maakten en hun hoofd stootten tegen het zogenaamde ‘glazen plafond’. De Sociaal Economische Raad raadde aan dat 30% van de leiding van bedrijven uit vrouwen bestaat; dat moest verplicht worden gesteld, omdat bij gelijke geschiktheid toch nog vooral mannen werden benoemd. Een vrouwenquotum is een vorm van discriminatie, in dit geval positieve discriminatie van vrouwen. Sommigen zeggen dat door het benoemen van competente vrouwen de kwaliteit van bestuur toeneemt, omdat de minst competente mannen dan afvallen.
Wouters geeft aan dat vrouwenzaken om vrouwelijke politici vragen, omdat die anders met de inhoud omgaan, persoonlijke ervaringen in hun beleid kunnen invouwen, een andere stijl van besturen hebben en er zo uiteindelijk een evenwichtiger besluit kan worden genomen. Ook wijdt ze een hoofdstuk aan hardnekkige vooroordelen en alledaags seksisme, waarmee vrouwen in de politiek te kampen hebben. Deze vooroordelen zetten hen op achterstand, omdat ze weer bewijs moeten leveren dat ze het net zo goed kunnen als een man. Verder dienen de ideeën over wat vrouwelijk of mannelijk is, steeds te worden bijgesteld en is het een constante vorm van koorddansen, want voldoe je wel of niet aan dat beeld, ben je te feminien of te masculien? Ook is er de moedermuur, de verwachting dat vrouwen in de eerste plaats voor hun kinderen moeten zorgen. Als die er zijn, noemt men ze slechte moeders, omdat ze onvoldoende tijd met hun kind doorbrengen. Daarnaast moeten ze steeds touwtrekken met andere vrouwen en leven ze in een krabbenmand. Vrouwen vallen elkaar onderling zelfs nog meer aan dan dat mannen dat doen. Als er maar enkele plekken aan de top zijn, zullen zij elkaar verdringen. En zullen vinden dat hun opvolgers dezelfde strijd moeten voeren als zij en ze maken het hun extra moeilijk.
Zijn er vrouwen die zich beschikbaar stellen? ‘We kunnen ze niet vinden.’ Dat klopt natuurlijk niet, maar zolang mannen aangeven dat ze de beste mensen willen kiezen, en daarvoor alleen in de voorraad mannen zoeken, zal er niets veranderen. Sommige vrouwen moeten een extra duwtje in de rug, om overgehaald te worden, anderen onderschatten zichzelf en denken dat ze het niet aankunnen, de selectiecommissie kiest mensen die op hen lijken. Aan opleidingsniveau kan het niet liggen, want inmiddels zijn vrouwen net zo goed, of beter opgeleid dan mannen. Dat zien we zeker ook in Suriname. Vanwege de tradities, zien vrouwen zichzelf niet gauw in de politiek. Ook moeten vrouwen die er eenmaal zitten, aangeven hoe belangrijk het is dat haar seksegenoten een plek aan de tafel krijgen en zorgen dat aan die tafel er ook op correcte wijze met hen wordt omgegaan, zodat ze blijven zitten.
In een apart hoofdstuk bespreekt de auteur ‘Sisterhood’ en de ‘queen bee.’ Ze citeert Madeline Albright, voormalig minister van Buitenlandse Zaken van Amerika: ‘There is a special place in hell for women who don’t help each other.’ Bij vrouwen onderling is solidariteit vaak zoek en heerst er jaloezie. De koninginbij tolereert geen andere vrouwen in de bijenkorf. Ze kraken anderen openlijk af en doen net zo neerbuigend over vrouwen als de mannen in hun omgeving, of nog erger. Deze vrouwen associëren zich liever met mannen, omdat ze in hun cirkels verkeren en kijken dan neer op andere van hun soort. Zo verworden ze zelf ook tot daders van seksisme. Ze laten zich ook tegenover elkaar uitspelen door mannen, dat kan uitlopen op een ware ‘Bitch fight’ en ze vliegen elkaar in de haren. Elkaar steunen, is dus het devies.
Als vrouw kun je jezelf bepaalde dominantietechnieken aanleren (zie ook de bespreking van het boek Vrouwelijke leiders hieronder). Je moet ruimte pakken, om over te komen. Want deze zaken moet je aanpakken: onzichtbaar maken, belachelijk maken, informatie achterhouden, zeggen dat het niet deugt, schuld en schaamte. Op deze vijf aspecten moeten technieken van verweer worden losgelaten en die zijn aan te leren. Mainsplaining is een van die zaken, mannen leggen aan ‘kleine vrouwtjes’ uit hoe de vork in de steel zit. Pardon, dat hebben vrouwen natuurlijk niet nodig. Ze zijn net zo goed op de hoogte van zaken, maar moeten dat dubbel bewijzen. En moeten vooral zoveel als mogelijk het goede doen, wat ze kunnen. Wouters raadt vrouwen aan op vrouwen te stemmen, als ze zaken hen rakende op de agenda willen zien. Vrouwen moeten die kansen pakken en hun kans ook gebruiken en niet als excuustruus fungeren.
De conclusie van Wouters is, dat mannen én vrouwen moeten veranderen, wil het werken in de politiek. En dat geldt zeker ook voor de situatie in Suriname. De leiders van politieke partijen zijn, ook in Suriname, meestal mannen. Dat is grotendeels bepalend voor de partijcultuur. In Suriname zijn er maar twee partijen die door een vrouw worden geleid: DA ’91 door Angelique Del Castillho, en STREI! door Maisha Neus. Maar in Nederland is het niet anders. In 2017 hadden van de 28 partijen die meededen aan de verkiezingen, slechts vier (4 ) een vrouwelijke lijsttrekker. Wouters was (als politicoloog) de naaste medewerker van Lodewijk Asscher, nu trekker van de PvdA, en spreekt dus vanuit een rijke ervaring. Hierdoor staan er verrassende inzichten, goede tips en leuke anekdotes in het werk. Ze durft kritiek te leveren, bijvoorbeeld wanneer Samson in 2016 aangaf, toen de strijd tussen hem en Asscher ging: ‘De volgende keer zet ik een vrouw op twee, neem ik haar mee naar de onderhandelingstafel en wordt mijn nummer twee vicepremier.’ Wouters noemt dit: de vrouwenkaart trekken. En dat gebeurt natuurlijk vaak, omdat zij per slot van rekening de helft van het stemmersvolk uitmaken. Dus wel degelijk een groep burgers om rekening mee te houden en het is eindelijk tijd dat zij het speelveld mede bepalen.
Julia Wouters. De zijkant van de macht. Waarom de politiek te belangrijk is om aan mannen over te laten. Amsterdam: Uitgeverij Balans. 2018. ISBN 9789460038815 (paperback).
Vrouwelijke lijders, of leiders?
Het leiderschapsboek voor vrouwen is een andere publicatie die op deze Vrouwendag aandacht verdient. Marja Wagenaar schreef dit boek vanwege een behoefte van vrouwen om niet langer het braafste meisje van de klas te zijn. Het is gericht op de positie van vrouwen in bedrijven, maar veel van de bedrijfscultuur is natuurlijk ook te vertalen naar andere sectoren, waaronder de politiek. De opzet is helder, en volgt min of meer de chronologische volgorde van handelingen vanaf het moment dat je een nieuwe omgeving binnenstapt. Dat begin moet goed zijn, dit betekent dat je een juiste werkcultuur op moet zoeken, je oogkleppen af moet zetten om de nieuwe cultuur tot je te nemen, maar ook dat je niet altijd compromissen hoeft te sluiten. En dat laatste is het moeilijkste, want mensen (vooral mannen) zullen je in een keurslijf willen plaatsen. Hun wil is wet, en vaak zijn de sfeer en omgangsvormen binnen een groep al bepaald door de mensen aan de leiding (meestal mannen).
Volgens Wagenaar zijn de eerste honderd dagen bepalend voor je verdere functioneren, en die gaan gepaard met verwachtingen die bijgesteld moeten worden en teleurstellingen die moeten worden weggeslikt, of zoals de auteur het benoemt: leren en afleren. In deel 2 is een goede mindset besproken, een voorwaarde voor optimaal functioneren. Je wil natuurlijk het verschil maken, maar daarbij is de voorwaarde om niet te blijven steken in wenselijkheden, maar te dealen met de werkelijkheid op een strategische wijze. In deel 3 legt Wagenaar een goede aanpak voor. Deze bestaat uit een werkplan, beslissingen nemen en prioriteiten stellen. Vaak zijn er ongeschreven regels. Deze moet je als vrouw naar je hand weten te zetten, en dat zal niet eenvoudig zijn als ze gemaakt zijn door mannen, die daar niet van af willen wijken. Je kan meespelen, en dan – ongemerkt – langzaam zaken veranderen zonder je geloofwaardigheid te verliezen. Gezag moet daarbij macht vervangen. Maar gezag is wel iets wat je moet verdienen: hoe werk je met je team, of hoe ga je om met lastige situaties; het kan je maken of breken.
Hoofdstuk 4 bestaat uit tips over hoe je goed voor jezelf kunt zorgen. Dit betekent goed omgaan met je tijd en met je energie. Je moet in ieder geval zichtbaarheid creëren en goed kunnen omgaan met tegenvallers. Ook vrouwen zijn mensen, en een goed voornemen is hoe te dealen met falen en dat je fouten kunt erkennen.
Goed leiderschap, hoofdstuk 5, bespreekt het vermogen om om te kunnen gaan met de uitdagingen van het aan de top staan, en steeds weer opnieuw te willen leren. Je moet nieuwsgierig zijn, maar ook nederig en nuchter. Een van de bijkomstigheden is, dat je als leider altijd onder een vergrootglas ligt. De aanbeveling is, dat iets wat vrouwen goed ligt: inclusief leiderschap, het ding van de toekomst is. Dus dat is iets om naar uit te kijken. Behalve dat je zelf lerend moet zijn, werkt het ook het best als je de organisatie lerend weet te maken.
Een goede toekomst, het laatste hoofdstuk, geeft een uiteenzetting over hoe een vrouw haar dromen waar kan maken aan de hand van diverse aspecten, zoals het formuleren van je weg om er te komen, een reputatie opbouwen, een netwerk creëren, onlinemogelijkheden en headhunters inzetten. En natuurlijk een cv tot op de meest recente verworvenheid bijhouden. De strategie om 50% in jezelf te investeren en 50% in de organisatie werkt het best, wat energie, tijd en het verkopen van behaalde successen betreft. En daarvoor moet je soms het brutaalste meisje van de klas zijn.
Dit boek bevat vele tips en trucs voor vrouwen die stijgen op de maatschappelijke ladder. Soms ontbreken er sporten op de weg naar boven, maar je hoeft niet te vallen als je goed bent voorbereid.
Marja Wagenaar, Het leiderschapsboek voor vrouwen. 2015. Van Duuren managament. ISBN 97 890 896 529 28
Een oorlogsverhaal vanuit feministische optiek
[Door Hilde Neus bewerkte, ingekorte vertaling van Emily Wilson uit The Guardian]
Een van de bekendste verhalen uit de wereldliteratuur is de Illias, het verhaal over de stad Troje, waarin goden, halfgoden en mensen oorlog voeren om de heerschappij van het Middellandse Zeegebied. Pat Barker heeft een herschrijving van dit epos gemaakt, The Silence of the Girls, met daarin niet mannen, maar vrouwen in de hoofdrol.
Wanneer de Griekse koningin Helena is gekidnapt door Trojanen, proberen de Grieken door middel van een beleg van Troje, haar terug te krijgen. In het kamp van de achtervolgers bevindt zich een andere koningin, Briseis, die veroordeeld is tot een slavenleven in dienst van Achilles, en gedwongen zijn bed deelt. Achilles heeft haar familie uitgemoord, en Briseis wordt een pion in het spel tussen de verveelde en gefrustreerde soldaten. De geschiedenis heeft haar uit het verhaal geschreven, ze is niet meer dan een voetnoot in het bloedige verhaal. Maar haar eigen verhaal verloopt heel anders.
In de Ilias zijn vrouwen niet compleet stil, en godinnen hebben altijd genoeg te zeggen. Maar sterfelijke vrouwen spreken in de eerste plaats over de doden die te betreuren zijn. Andromache pleit met haar Trojaanse man Hector om haar en haar zoontje niet te verlaten om terug te gaan en Achilles te bestrijden. Ze heeft de slachting van haar vader en zeven broers en de slavernij van haar moeder al doorstaan. Als Hector sterft, zal hun kind van de stadsmuren worden geslingerd, zal Troye vallen en Andromache de concubine worden van de zoon van de moordenaar van haar man. Hector weet dit, maar hij wil per se de sociale vernedering van het verlies vermijden.
Pat Barker zet de ervaringen van vrouwen als Andromache in het hart van het verhaal: de vrouwen die overleven in slavernij wanneer mannen hun steden vernietigen en hun vaders, broers en kinderen doden. Het centrale karakter is Briseis, de vrouw toegekend aan Achilles, de grootste Griekse vechter.
Homerus’ gedicht eindigt met een voorbode van de val van Troje in de dood van zijn grootste vechter, Hector. Barkers roman begint met de val van een andere stad: Lyrnessus, Briseis’ huis, verwoest door Achilles en zijn mannen. De val van een stad is het einde van een verhaal voor de mannelijke krijgers: sommige verlaten de strijd triomfantelijk en anderen liggen dood neer. Voor de vrouwen is het echter het begin van nieuwe verschrikkingen.
Barker is Homerisch in haar aandacht voor wat er gebeurt tussen mensen onderling. Ze begrijpt, net als Homerus, verdriet en verlies, en ziet hoe alleen mensen kunnen zijn. Eenzaamheid in de gemeenschap is een van de belangrijkste thema’s van dit boek, zoals in de Ilias. De goden blijven meestal buiten het podium, maar ze zijn aanwezig op de achtergrond. Voor het grootste deel van Barkers roman, is Briseis de focalisator, de hoofdverteller, maar in het laatste deel is het verhaal verweven met stukken verteld vanuit de derde-persoon van Achilles. We komen nooit zo dicht bij Achilles als bij Briseis, maar hij is een dwingende figuur in zijn fascinerende combinatie van brutaliteit en beleefdheid. Hij is moordenaar en dichter tegelijk. Hij is een man wiens fysieke moed en dwang om te vechten ongemakkelijk verbonden zijn met zijn duidelijke, welbespraakte bewustzijn van de zinloosheid van de oorlog. Briseis heeft een krachtige tegenbeweging aan de gevoelens van mannen, door de talloze niet-herinnerde verschrikkingen die door vrouwen in oorlog worden geleden, zichtbaar te maken. ‘Ik doe wat talloze vrouwen voor mij zijn gedwongen te doen. Ik spreidde mijn benen voor de man die mijn man en mijn broers vermoordde.’
Barkers roman heeft een zeer duidelijke feministische boodschap over de strijd van vrouwen om zich te bevrijden van door mannen gedomineerde verhalen. Zo kan Homeres zijn Iliad door de eeuwen heen laten spreken. Dit is een belangrijk, krachtig, memorabel boek dat ons uitnodigt om anders te kijken, niet alleen naar De Ilias, maar ook naar onze eigen manieren om verhalen te vertellen over het verleden en het heden en hoe woede en haat zich afspelen in onze samenleving. Barkers roman is een uitnodiging om vergeten verhalen te vertellen en om te luisteren naar stemmen die het zwijgen worden opgelegd door geschiedenis en macht.
Pat Baker. The Silence of the Girls. 2018. Penguin Random House UK. ISBN 978 0 241 98320 1
[Eerder verschenen in de Ware Tijd Literair, 7 maart 2020